"Voorbarige link mezensterfte en buxusmotbestrijding"

SOS Mezen, een actie waarmee Vogelbescherming Vlaanderen en Velt burgers inschakelen om een verklaring te vinden voor de verhoogde mezensterfte, is een kopie van ‘citizen science’-onderzoek in Nederland. Daar liet onderzoekscentrum CLM (op kleine schaal) dode kool- en pimpelmezen in het labo onderzoeken op sporen van pesticiden. Een verband met de bestrijding van de buxusmot in stadstuintjes werd vermoed maar kon niet aangetoond worden. Bij de oproep die in Vlaanderen gelanceerd werd, leek het erop dat de buxusliefhebber reeds schuldig bevonden was. AVBS, de sierteelt- en groenfederatie, vindt dat voorbarig en wil bij het onderzoek betrokken worden. Zelf informeert de federatie particulieren over de bestrijding van de buxusmot via sosbuxusmot.be.
4 april 2019  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:49
Lees meer over:

SOS Mezen, een actie waarmee Vogelbescherming Vlaanderen en Velt burgers inschakelen om een verklaring te vinden voor de verhoogde mezensterfte, is een kopie van ‘citizen science’-onderzoek in Nederland. Daar liet onderzoekscentrum CLM (op kleine schaal) dode kool- en pimpelmezen in het labo onderzoeken op sporen van pesticiden. Een verband met de bestrijding van de buxusmot in stadstuintjes werd vermoed maar kon niet aangetoond worden. Bij de oproep die in Vlaanderen gelanceerd werd, leek het erop dat de buxusliefhebber reeds schuldig bevonden was. AVBS, de sierteelt- en groenfederatie, vindt dat voorbarig en wil bij het onderzoek betrokken worden. Zelf informeert de federatie particulieren over de bestrijding van de buxusmot via sosbuxusmot.be.

Ieder broedseizoen ontvangen Vogelbescherming Vlaanderen en tuindersvereniging Velt meldingen van mislukte broedpogingen van vooral kool- en pimpelmezen. In 2018 ontvingen ze veel meer meldingen dan anders. Wat zou er veranderd kunnen zijn? De initiatiefnemers van SOS Mezen vermoeden dat de bestrijding van de buxusmot er iets mee te maken kan hebben. Om daar uitsluitsel over te krijgen, vragen ze burgers om dode kool- en pimpelmeesjongen aan te melden voor labo-onderzoek. In het labo zal de mogelijke aanwezigheid van pesticiden onderzocht worden.

Een identieke oefening is in Nederland reeds gebeurd, en zette Vogelbescherming Vlaanderen en Velt er mee toe aan om in onze regio tot actie over te gaan. Ook in Nederland werd vorig jaar melding gemaakt van een verhoogde sterfte van jonge kool- en pimpelmezen in stedelijke gebieden. Tezelfdertijd zorgden de rupsen van de buxusmot voor steeds meer schade in tuintjes zodat er een link gelegd werd met de chemische bestrijding van de rupsen van buxusmotten.

Onderzoekers van CLM gingen na of er een relatie kan zijn tussen mezensterfte en buxusmotbestrijding. Ze lieten tien dode mezen op pesticiden onderzoeken, waarbij vijf exemplaren uit stedelijke gebieden kwamen en vijf andere uit bosgebieden. Die tweede groep deed dienst als referentiestalen. Allereerst werd onderzocht of mezen ook daadwerkelijk rupsen van de buxusmot eten, en dat bleek zo te zijn. Verder onderzoek moet nog uitwijzen of koolmezen in het wild de rupsen ook daadwerkelijk vinden in de buxushaagjes, én ze aan hun jongen voederen.

In het labo werden in totaal 14 verschillende pesticiden aangetroffen in de onderzochte kool- en pimpelmezen. Daar was het al lang verboden insecticide DDT bij, en acht andere insecticiden. De locaties waar de vijf eerste monsters genomen werden, bevonden zich allemaal in de stad. Daarom wordt niet de link met landbouw gelegd, maar met bestrijding van insecten door stedelingen. Blijkt dat particulieren vaak middeltjes toepassen die ze nog hebben staan in het tuinhuis, zonder de toelating van die stoffen te verifiëren. Dat is toch de verklaring die de onderzoekers geven aan het illegaal gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Of de dood van jonge mezen direct gerelateerd is aan buxusmotbestrijding kon niet vastgesteld worden. De gevonden concentraties zijn immers relatief laag. Toch blijven de Nederlandse wetenschappers een vermoeden koesteren zodat ze vervolgonderzoek nodig achten, bijvoorbeeld naar de contaminatie van de rupsen en de (sub)lethale effecten voor mezen. Net omdat het verband vandaag wetenschappelijk nog niet vaststaat, vindt sierteelt- en groenfederatie AVBS het suggestief om nu al de link te leggen met de strijd tegen buxusmot.

Na de mediaberichtgeving over SOS Mezen schreef de federatie een brief aan de media: “Buxusliefhebbers worden heel voorbarig als schuldige aangeduid voor de mezensterfte. Mochten er toch residuen van eender welk middel gevonden worden die een oorzaak kunnen zijn van de mezensterfte, dan weten we dat graag. AVBS is vragende partij om betrokken te worden bij dit onderzoek zodat we buxuseigenaars in alle openheid kunnen informeren over de resultaten. We verwijzen daarvoor naar de eigen website www.sosbuxusmot.be. Via dit kanaal adviseren wij particulieren op een correcte manier. De nadruk ligt op preventie van de buxusmot, waarnemen en waarschuwen, en een correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, inclusief biologische middelen en met de hand verwijderen van de rupsen.”

De website gericht aan tuinliefhebbers kadert in het onderzoeksproject ‘Sensibilisering rond het monitoren en beheersen van de buxusmot in Vlaanderen’, gefinancierd door het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid. Dit project wordt uitgevoerd door onderzoekers van ILVO en het Proefcentrum voor de Sierteelt, AVBS en Landelijke Gilden.

Beeld: Proefcentrum voor Sierteelt

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek