Waalse Collège des Producteurs zet boeren aan het roer
Een veehouder die een sappig stukje rundvlees staat te bakken en tijdens de proefsessie die daarop volgt beursbezoekers uitlegt hoe het productieproces achter dat vlees eruitziet en waarom rundvlees goed voor u is. Het was een opmerkelijk tafereel op de voorbije Agribex-editie, en exemplarisch voor de werking van het Waalse Collège des Producteurs. Dat landbouwerscollege werd vorig jaar in het leven geroepen door de vorige Waalse landbouwminister, Carlo Di Antonio, die via het nieuwe overheidsorgaan boeren nauwer wilde betrekken bij de uitwerking van het landbouwbeleid.
Het Waalse Collège des Producteurs verenigt 11 landbouwtakken in één organisatie die via de directe vertegenwoordiging van land- en tuinbouwers de boer mee(r) achter het stuur van het landbouwbeleid moet krijgen. “Onze organisatie heeft drie belangrijke taken meegekregen”, legt coördinator Emmanuel Grosjean uit. “Ten eerste moet onze werking de relatie tussen de verschillende ketenpartners bevorderen. Ten tweede willen we informatie verspreiden naar een breder publiek, en ten derde moeten boeren meer zeggenschap krijgen over de aanbesteding van publieke middelen.”
Die derde doelstelling maakt een zeer directe vorm van inspraak mogelijk. De rundvleesactie op Agribex was een idee van de vier veehouders die de sector vertegenwoordigen in de organisatie. Het Collège ging aan de slag met het idee en contacteerde het Waalse landbouwpromotieagentschap Apaq-W en de sectorfederaties van de vleesindustrie om ze bij de samenwerking te betrekken. Er werd een educatieve tent ontwikkeld die de komende maanden op verschillende supermarktparkings zal opduiken. Met het initiatief willen de veehouders de kwaliteit van hun product in de verf zetten, en ook de misverstanden in het gezondheidsdebat nuanceren. Bovendien staat er ook een infoloket over vlees in de stijgers.
“Dat ze het idee aanleverden en tegelijk ook het gezicht van deze campagne zijn, geeft de boeren die meewerken voldoening”, aldus Grosjean. “Hetzelfde principe geldt overigens voor het landbouwonderzoek. We hebben alle landbouwtakken gevraagd waar volgens hen meer onderzoek naar zou moeten gebeuren. Het resultaat was enigszins verrassend en bewijst dat we meer naar onze boeren moeten luisteren. Er bleek namelijk een veel sterkere vraag naar onderzoek rond economische bedrijfsvoering en een competitief business model dan naar technologisch onderzoek. Dat signaal hebben we opgepikt en doorgespeeld naar de overheid en de onderzoeksinstellingen, die het als inhoudelijke krachtlijn hebben opgenomen in de onderzoeksplannen voor de komende jaren.”
Die boodschap lijkt ook de belangrijkste missie van het Collège te belichamen. “We mogen als sector de markt niet ondergaan”, gaat Grosjean verder. “We hebben landbouwers nodig die met een klare blik naar de markt kijken en daar innovatief op inspelen. Onze boeren hebben kennis nodig die ze om kunnen zetten in waardecreatie.” Grosjean geeft als voorbeeld de varkenssector. Die is in Wallonië minuscuul in vergelijk met Vlaanderen. Dat neemt niet weg dat ook Waalse varkenshouders door de aanhoudende crisis in de sector zwarte sneeuw zien. En dus gaat het Collège een initiatief op poten zetten dat de consumptie van Waalse varkens aanmoedigt.
“Het Collège des Producteurs laat ons toe om onze krachten te bundelen,” vat Grosjean samen, “los van het politieke of syndicale debat.” Maar de organisatie is nog jong en moet nog werken aan het draagvlak voor zijn werking, zowel bij het publiek als bij de boeren zelf, zo geeft Grosjean toe. “We willen niets forceren en geleidelijk aan aan onze geloofwaardigheid werken. Dat hangt ook een stuk van de boeren af, en hoe sterk ze zich willen engageren. Eén van de uitdagingen wordt om de jongere boeren, die sowieso al niet erg talrijk zijn, te mobiliseren. De jonge generatie Waalse landbouwers heeft minder tijd en staat bovendien vaak iets sceptischer tegenover alles wat institutioneel is.”
Het laatste woord is voor Henri, de vleesveehouder die met veel passie vertelt waarom hij tijd vrijmaakt om naar Brussel te komen en er rundvlees te bakken voor hongerige en/of geïnteresseerde passanten: “Ik sta hier uit engagement, voor het voortbestaan van de sector. Er zijn dingen die anders moeten, maar als we op onze boerderijen blijven zitten, dan verandert er niets. Als ik voor mijn eigen sector mag spreken, dan is het overduidelijk dat we onze stem moeten laten horen. Het imago van vlees is enorm bezoedeld. Men gooit alle vlees op hetzelfde hoopje. Maar wat ik hier maak is een stukje puur en gezond rundvlees, wat niet te vergelijken is met het verwerkte vlees in de supermarkt waarvoor je een bril moet opzetten om de ingrediëntenlijst te kunnen lezen. Ik kan alleen maar zeggen dat ik enorm fier ben op mijn product.”
Meer info: Collège des Producteurs
