Waarde Europese landbouwproductie fors gestegen

Tussen 2005 en 2013 is de waarde van de landbouwproductie in de Europese Unie gestegen van 309,7 miljard tot 408,9 miljard euro. In Duitsland, Denemarken, Nederland en Polen ging het aandeel in de totale Europese landbouwproductie erop vooruit, in Griekenland daalde de productie. In België steeg de output: van 6,5 miljard euro in 2005 tot 8,5 miljard euro in 2013, goed voor een aandeel van 2,1 procent in de totale Europese output.
5 maart 2015  – Laatste update 4 april 2020 15:20
Lees meer over:

Tussen 2005 en 2013 is de waarde van de landbouwproductie in de Europese Unie gestegen van 309,7 miljard tot 408,9 miljard euro. In Duitsland, Denemarken, Nederland en Polen ging het aandeel in de totale Europese landbouwproductie erop vooruit, in Griekenland daalde de productie. In België steeg de output: van 6,5 miljard euro in 2005 tot 8,5 miljard euro in 2013, goed voor een aandeel van 2,1 procent in de totale Europese output.

De outputwaarde van de Europese land- en tuinbouw is er de afgelopen jaren flink op vooruit gegaan: 408,9 miljard euro in 2013 tegenover 309,7 miljard euro in 2005. Frankrijk is tijdens die periode de grootste landbouwproducent gebleven. Onze zuiderburen zijn goed voor een output van 73,6 miljard euro of 18 procent van de Europese totaalwaarde. Op de tweede en derde plaats komen Duitsland (13 pct) en Italië (12,2 pct).

De landbouwproductie is in alle landen gestegen, behalve in Griekenland. Duitsland en Frankrijk realiseerden dan weer de grootste stijgingen, met respectievelijk 14,4 miljard euro en 17,4 miljard euro. Ook in het Verenigd Koninkrijk (+ 9 miljard euro), Polen (+ 8 miljard euro), Spanje (+ 8 miljard euro), Italië (+ 8 miljard euro) en Nederland (+ 7 miljard euro) steeg de productiewaarde aanzienlijk. In België steeg de productiewaarde van 6,5 miljard euro tot 8,5 miljard euro.

Dat wat de absolute cijfers betreft. Als we kijken naar de relatieve cijfers, met andere woorden het aandeel in de totale productie, dan valt op dat Frankrijk – ondanks de forse stijging van zijn productiewaarde – zijn aandeel ziet dalen, van 18,2 procent naar 18 procent. Het Duitse aandeel steeg van 12,6 naar 13 procent, het Deense van 2,5 naar 2,9 en het Poolse maakte een sprong van 4,6 naar 5,5 procent. Het Belgische aandeel bleef nagenoeg stabiel op 2,1 procent.

Meer info: Eurostat

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek