Waterfactuur zal meer stijgen dan verwacht

De afrekening op de waterfactuur zal nog sterker stijgen dan de Vlaamse regering aankondigde. Dat komt door een koppeling tussen de gemeentelijke en de bovengemeentelijke saneringsbijdrage: doordat de Vlaamse overheid meer doorrekent aan de verbruikers, zullen ook de gemeenten automatisch meer kunnen innen. De extra belasting zou de Vlaming geen 48 miljoen euro kosten, maar 106 miljoen euro, zo berekende de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).
5 november 2014  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:28
Lees meer over:

De afrekening op de waterfactuur zal nog sterker stijgen dan de Vlaamse regering aankondigde. Dat komt door een koppeling tussen de gemeentelijke en de bovengemeentelijke saneringsbijdrage: doordat de Vlaamse overheid meer doorrekent aan de verbruikers, zullen ook de gemeenten automatisch meer kunnen innen. De extra belasting zou de Vlaming geen 48 miljoen euro kosten, maar 106 miljoen euro, zo berekende de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).

Water wordt een stuk duurder dan de nieuwe Vlaamse regering in haar regeerverklaring liet uitschijnen. Naast de vaste en variabele bijdrage per geleverde kubieke meter water staan er nog twee kostenposten op de waterfactuur: de gemeentelijke en de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. In zijn regeerverklaring liet Vlaams minister-president Geert Bourgeois weten dat de inleg van de Vlaamse begroting hiervoor met 48 miljoen euro daalt, wat betekent dat de prijs op de waterfactuur voor de verbruikers zal stijgen.

Maar de SERV, de adviesraad van de Vlaamse werkgevers en werknemers, merkt op dat ook de gemeentelijke saneringsbijdrage in alle stilte vermeerdert. In artikel 16 uit het drinkwaterdecreet staat namelijk dat de gemeentelijke saneringsbijdrage niet hoger mag liggen dan 1,4 keer het tarief van de bovengemeentelijke bijdrage. Vier op de vijf gemeenten in Vlaanderen hanteren dat maximum en veel kiezen voor een automatische koppeling: als de bovengemeentelijke bijdrage omhooggaat, dan de gemeentelijke ook.

Bij ongewijzigd beleid betekent dat nu een extra kostprijs voor de gebruiker van 58 miljoen euro. "De lastenverhoging bedraagt op die manier niet 48 miljoen euro, maar wel 106 miljoen euro", zegt Annick Lamote van de SERV. Voor de gemeenten zijn dat extra inkomsten. "Die zijn welkom, want er zijn investeringen nodig", aldus nog Lamote.

Volgens het kabinet van Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege is "de gemeentelijke saneringsbijdrage een gemeentelijke bevoegdheid, maar niets verplicht de gemeenten om die mee te verhogen. Indien zij dat toch doen, blijft dat plafond van 1,4 bestaan. Maar alle berekeningen in dat verband zijn slechts hypotheses."

Dat vindt Vlaams parlementslid Hermes Sanctorum (Groen) verbazingwekkend. "Als vandaag het gros van de gemeenten een belasting heeft die automatisch gekoppeld is aan een Vlaamse belasting en die laatste stijgt, dan is het wel heel naïef van de minister om te denken dat de gemeenten dat voorbeeld niet zullen volgen." De lastenverhoging komt overigens boven de afschaffing van vijftien kubieke meter gratis water vanaf 2016. Rekening houdend met al die parameters heeft Sanctorum berekend wat een verbruiker betaalt.

"Voor Gent verwacht ik bijvoorbeeld dat het jaarbedrag met 59 tot 200 euro zal stijgen voor een gezin van vier personen." Dat tart volgens Sanctorum alle verbeelding. "Eerst schaft de Vlaamse regering met het gratis water een sociale en ecologische maatregel af, waardoor mensen in armoede worden gestraft en grote verbruikers beloond. Vervolgens wordt een forse belastingverhoging ingevoerd via de waterkraan."

Bron: De Standaard/Belga

Beeld: Hooibeekhoeve

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek