Wijst oorlogsmonument niet op belang van menselijkheid?

Het verhaal van boer Luc uit Beveren die oorlogsbunkers onder de grond deed verdwijnen, stond in alle kranten. De man beging een fout maar wordt daar zo zwaar voor gestraft dat duizenden Vlamingen met hem sympathiseren. Voordien zijn er in het Waasland nog oorlogsbunkers verdwenen, zelfs door toedoen van het gemeentebestuur van Beveren – wat kwaad bloed zet –, en daar kraaide geen haan naar. “Inzake ruimtelijke ordening is het vaak zo dat er pas gehandhaafd wordt op basis van een klacht”, verklaart het Departement Omgeving waarom de ene burger hiermee wegkomt terwijl een ander een miljoenenboete boven het hoofd hangt. Deze administratie, waar zowel de bouwinspectie onder valt als de erfgoedinspectie, was vragende partij voor de dwangsom. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft naar eigen zeggen met de hele zaak niets te maken.
15 november 2018  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:47
Lees meer over:

Het verhaal van boer Luc uit Beveren die oorlogsbunkers onder de grond deed verdwijnen, stond in alle kranten. De man beging een fout maar wordt daar zo zwaar voor gestraft dat duizenden Vlamingen met hem sympathiseren. Voordien zijn er in het Waasland nog oorlogsbunkers verdwenen, zelfs door toedoen van het gemeentebestuur van Beveren – wat kwaad bloed zet –, en daar kraaide geen haan naar. “Inzake ruimtelijke ordening is het vaak zo dat er pas gehandhaafd wordt op basis van een klacht”, verklaart het Departement Omgeving waarom de ene burger hiermee wegkomt terwijl een ander een miljoenenboete boven het hoofd hangt. Deze administratie, waar zowel de bouwinspectie onder valt als de erfgoedinspectie, was vragende partij voor de dwangsom. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft naar eigen zeggen met de hele zaak niets te maken.

Via sociale media betuigen duizenden Vlamingen hun steun aan Luc Van Puymbroeck, de Wase boer die 410.000 euro aan dwangsommen moet betalen nadat hij twaalf oorlogsbunkers op zijn velden deed verzinken. De initiatiefnemers van een online petitie roepen justitie en overheid op om zich wat menselijker op te stellen. Boer Luc moet iedere dag een dwangsom van 250 euro betalen en dat net zo lang tot hij de oorlogsbunkers – die ondertussen bescherming genieten als monument hoewel ze er niet meer zijn – opnieuw in hun oorspronkelijke staat hersteld heeft. De landbouwer liet een aannemer offerte maken en kreeg te horen dat de hersteloperatie hem drie tot vier miljoen euro zou kosten. Dat kon boer Luc uiteraard niet betalen zodat hij alle rechtsmiddelen (beroep, Cassatie) aangreep en ondertussen heeft uitgeput om hieraan te ontkomen.

De veroordeling tot herstel van de bunkers, door de rechtbank van Dendermonde, dateert al van 2013. Twee jaar later kreeg boer Luc van de rechter in hoger beroep hetzelfde te horen. Op straffe van een dwangsom werd hem gelast om binnen de 15 maanden de monumenten ongehavend weer uit de grond te doen verrijzen door het uittrekken, opgraven of ‘liften’ van de constructies. Dat is veel lastiger en vooral veel duurder dan de bunkers met een graafmachine ondergraven en ze laten wegzinken onder hun eigen gewicht. Die ‘verdwijntruc’ hebben wel meer Vlaamse landbouwers uitgehaald met bunkers te midden van hun velden die de zaai- en oogstwerkzaamheden bemoeilijken. Inzake onroerend erfgoed, of minstens voor oorlogsrelicten die beschermd zijn als monument, is het namelijk zo dat de lusten voor de samenleving zijn terwijl de eigenaar opdraait voor nagenoeg alle lasten.

Indien landbouwers vergoed zouden worden voor de instandhouding van een monument en het ongemak van zo’n bunker in je veld te hebben staan, dan zouden ze er wellicht heel anders tegenaan kijken. Vergelijk het met de inspanningen die landbouwers op vrijwillige basis doen voor milieu en natuur in het kader van de beheerovereenkomsten die ze afsluiten met de Vlaamse Landmaatschappij. Als samenleving vinden we het belangrijk dat natuur een plaats krijgt op het platteland – lees: de dagelijkse werkomgeving van landbouwers – zodat boeren bijvoorbeeld vergoed worden voor het aantrekken en soigneren van akker- en weidevogels op hun percelen. Samen met Europa investeert Vlaanderen daarin via het gemeenschappelijk landbouwbeleid zodat boeren die een stuk arbeidsefficiëntie en opbrengst opgeven daar financieel wat voor in de plaats krijgen. In dat geval rijdt een boer met de glimlach rond een nest akkervogels in zijn graanveld, ook al is landbouw een economische activiteit en telt tegenwoordig elke vierkante meter opbrengst.

Een akkervogel en een oorlogsmonument hebben met elkaar gemeen dat ze maatschappelijke waardering genieten. Alleen drukken beleidsmakers dat in het ene geval uit in klinkende munten voor de grondgebruiker en rekenen ze er in het andere geval op dat een eigenaar zich plooit naar de rechtsbescherming die een monument geniet. De oorlogsbunkers op de velden van boer Luc waren niet aangeduid als beschermd monument op het ogenblik dat Luc ze liet verdwijnen. “Kort er voor wel”, verduidelijkt een woordvoerder van het Agentschap Onroerend Erfgoed, “maar deze bescherming werd vernietigd door de Raad van State nadat een eigenaar (om privacyredenen laat ze in het midden of dat Luc was of een andere eigenaar, nvdr.) beroep had aangetekend tegen de bescherming van de linie bunkers.”

Het Agentschap Onroerend Erfgoed verduidelijkt dat de 12 bunkers van Luc deel uitmaakten van een langere linie van oorlogsbunkers uit de Eerste Wereldoorlog. De woordvoerder kan met zekerheid zeggen dat het proces-verbaal dat is opgesteld wegens het verzinken van de bunkers geen melding maakt van het decreet Onroerend Erfgoed, maar verwijst naar de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Zolang de bunkers geen rechtsbescherming genoten als monument was ze verwijderen een optie, op voorwaarde dat Luc voor de afbraak in 2009 een bouwvergunning had aangevraagd én gekregen.

Na het onder de grond verdwijnen van Luc zijn bunkers is de ganse bunkerlinie opnieuw beschermd, inclusief de 12 verzonken bunkers. Elke bescherming geldt in de bouwfysische toestand zoals op het moment van de bescherming, en dus niet in een betere toestand. “De bunkers zijn met andere woorden beschermd als verzonken”, laat het agentschap weten. “Dat is dan ook de referentietoestand waarop de instandhoudingsplicht van het beschermde erfgoed geldt. Boer Luc moet de bunkers minstens in de toestand houden van het moment van de bescherming, maar ook niet meer dan dat. Vanuit de regelgeving inzake onroerend erfgoed hoeft hij geen actie te ondernemen om de bunkers te liften.”

In de krant en op sociale media wordt gewag gemaakt van een (waardeloze, nvdr.) mondelinge toestemming van de burgemeester van Beveren om de 12 bunkers te ondergraven. Uiteraard wil de man dat niet bevestigen, maar uit zijn reactie spreekt wel compassie met Luc. Ook de betrokken Vlaamse administraties die VILT via hun woordvoerders contacteerde, lijken er niet op uit om een 55-jarige landbouwer voor de rest van zijn leven te ruïneren. De vraag is alleen van wie de oplossing moet komen want het Agentschap Onroerend Erfgoed verwijst naar het Departement Omgeving, en omgekeerd. Over de strafmaat – die heel Vlaanderen onredelijk vindt als we sociale media mogen geloven – kan de woordvoerder van het departement enkel kwijt dat de rechter zo geoordeeld heeft. Al zegt ze er ook bij dat het de bouwinspectie is die in de rechtbank om de dwangsom verzocht heeft. Het is met andere woorden de Vlaamse overheid die deze 250 euro per dag al even lang int als boer Luc ze betaalt.

Inmiddels is er door een gerechtsdeurwaarder beslag gelegd op het machinepark en de veestapel van de landbouwer, en lijkt een faillissement onafwendbaar. De kans dat Luc Van Puymbroeck ooit 3,7 miljoen euro bij elkaar krijgt voor het opgraven van de oorlogsbunkers is even groot als de kans dat identieke bunkers die de gemeente deed verdwijnen onder het beton van een kmo-zone uit hun as verrijzen. Of er een (voor boer Luc betaalbare) manier is om de oorlogsmonumenten op zijn velden in ere te herstellen – waar het justitie en Vlaamse overheid per slot van rekening om te doen is – kwam niet ter sprake tijdens het telefonisch contact met het Agentschap Onroerend Erfgoed en het Departement Omgeving.

Beeld: Facebook - Shaarii Staes

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek