WMF neemt mestverwerking onder de loep

In de nieuwste editie van zijn tijdschrift neemt de West-Vlaamse Milieufederatie (WMF) de mestverwerking in West-Vlaanderen onder de loep. “Een nieuwe reeks aanvragen voor mestverwerking tot 90.000 ton is de volgende stap in de industrialisering van onze veeteelt”, klinkt het. “Mestverwerking in Mest-Vlaanderen, het gaat de grenzen voorbij.” De West-Vlaamse Milieufederatie pleit, samen met Natuurpunt De Torenvalk en De Bron, voor een veestapel waarvan de mestproductie afgestemd is op de bemestingsnoden van de eigen akkers. “Pas dan kunnen we spreken van een circulaire landbouweconomie.”
6 maart 2019  – Laatste update 4 april 2020 15:46

In de nieuwste editie van zijn tijdschrift neemt de West-Vlaamse Milieufederatie (WMF) de mestverwerking in West-Vlaanderen onder de loep. “Een nieuwe reeks aanvragen voor mestverwerking tot 90.000 ton is de volgende stap in de industrialisering van onze veeteelt”, klinkt het. “Mestverwerking in Mest-Vlaanderen, het gaat de grenzen voorbij.” De West-Vlaamse Milieufederatie pleit, samen met Natuurpunt De Torenvalk en De Bron, voor een veestapel waarvan de mestproductie afgestemd is op de bemestingsnoden van de eigen akkers. “Pas dan kunnen we spreken van een circulaire landbouweconomie.”

Het verhaal van de mestverwerking begint in de jaren ’80 van vorige eeuw. Landbouwsubsidies stuwden de veestapel naar ongekende hoogte, binnen een regelluw kader. “Het was CVP-minister Kelchtermans die met het MiNaplan de eerste stappen richting milieubeleid zette”, vertelt de West-Vlaamse Milieufederatie (WMF) in de jongste editie van hun tijdschrift. “Maar gezien de beperkte resultaten volgden al gauw een Mestdecreet en in ’95 het eerste MestActiePlan (MAPI), met als doel: geen bijkomende mestproductie in Vlaanderen.” Na 2004 werd een duurzame groei van de veestapel het nieuwe credo.

“Met uitbreiding mits mestverwerking in 2007, nam begin 2008 de veestapel terug toe”, legt Bart Vanwildemeersch, auteur van het artikel uit. “Onder druk van de mestverwerkende sector, werd waterkwaliteit ondergeschikt aan de uitbouw van de mestverwerkende industrie. Om toch enige maat te houden, werd de erg liberale omzendbrief van Van Mechelen (RO2000/02) in 2006 bijgesteld door minister Crevits (RO/2006/01). Beide omzendbrieven geven een richtkader voor inplanting van installaties voor mestbehandeling en vergisting in Vlaanderen.” Intussen zijn we toe aan Mestactieplan 6 (MAP6).

“De mestverwerkingssector haalt duidelijk haar slag thuis”, vindt WMF. “De toevoer van mest neemt toe en geeft ruimte aan regionale uitbreiding van de veestapel. Hoewel subsidies als doel hadden de waterkwaliteit te verbeteren, zorgen ze eerder voor een aanzuigeffect voor nieuwe en grotere stallen en een integratie van voeder-, veeteelt en mestverwerkende bedrijven. De industrie neemt het platteland in en de kleine boer verdwijnt naar de rand. En ook zij dienen bezwaar in tegen de komst van de industrie in landelijk gebied.”

De West-Vlaamse Milieufederatie pleit dan ook voor een veestapel waarvan de mestproductie afgestemd is op de bemestingsnoden van de eigen akkers. “Pas dan kunnen we spreken van een circulaire landbouweconomie.”

Het volledige artikel vind je hier terug.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek