Zeven op de tien landbouwbedrijven verdween in 35 jaar

Kenmerkend voor de Belgische landbouw is de structurele afname van het aantal landbouwbedrijven en de daarmee gepaard gaande concentratie van gronden. Hoe hard de sector door elkaar geschud wordt, illustreert de FOD Economie in de brochure ‘Kerncijfers landbouw’. In 35 jaar tijd, van 1980 tot 2015, verdween 68 procent van de landbouwbedrijven in ons land. In Vlaanderen en Wallonië verdwenen ze aan hetzelfde tempo (-3,2% per jaar). De gemiddelde bedrijfsoppervlakte is bijna verdriedubbeld.
22 juli 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:36
Lees meer over:

Kenmerkend voor de Belgische landbouw is de structurele afname van het aantal landbouwbedrijven en de daarmee gepaard gaande concentratie van gronden. Hoe hard de sector door elkaar geschud wordt, illustreert de FOD Economie in de brochure ‘Kerncijfers landbouw’. In 35 jaar tijd, van 1980 tot 2015, verdween 68 procent van de landbouwbedrijven in ons land. In Vlaanderen en Wallonië verdwenen ze aan hetzelfde tempo (-3,2% per jaar). De gemiddelde bedrijfsoppervlakte is bijna verdriedubbeld.

Het is genoegzaam bekend dat ieder jaar circa drie procent van de landbouwbedrijven ophoudt te bestaan. Drie procent zegt misschien niet zoveel, maar in de loop der jaren dikt het aantal ‘wijkers’ snel aan. Tussen 1980 en 2015 verdween 68 procent van de landbouwbedrijven in België. In absolute aantallen is dat een (r)evolutie van bijna 114.000 boerderijen naar iets minder dan 37.000 vorig jaar.

In België is maar een klein percentage van de beroepsbevolking actief in de landbouw. Bij de arbeidskrachten is sinds drie decennia een dubbele evolutie merkbaar op de Belgische landbouwbedrijven: enerzijds is er een zeer lichte stijging van het aantal werknemers per bedrijf (van 1,63 in 1980 tot 1,97 in 2013), anderzijds is er vooral een steeds belangrijker aandeel niet-familiale arbeid (van 3,9% in 1980 tot meer dan 20% in 2013). Parallel daarmee is het aantal tractoren en ander landbouwmaterieel duidelijk toegenomen.

De ‘blijvers’ in de landbouwsector verdrievoudigden in areaal maar compenseerden het jobverlies niet. In de landbouw is 60 procent van de banen verloren gegaan tussen 1980 en 2013. De concentratie aan productiemiddelen doet zich in het areaal voor maar ook in de veestapel. De ‘gemiddelde’ Vlaamse boerderij groeide van 8,4 hectare, 33 runderen en 150 varkens in 1980 naar 25 hectare, 112 runderen en 1.440 varkens.

Hoewel het slinkend aantal landbouwbedrijven niet rooskleurig oogt, dicht de FOD Economie de landbouwsector weer een essentiële rol toe gezien de toekomstige milieu- en energie-uitdagingen. Ook voert de landbouw in strikte zin zesmaal meer uit dan het aandeel in het bbp. Tel je daar de export van verwerkte voedingswaren bij, dan wordt dit zelfs twaalfmaal meer.

Verder bulkt de brochure ‘Kerncijfers landbouw 2016’ van de grafieken die volgende zaken illustreren: het belang van teelten (blijvend grasland blijft de grootste teelt, nvdr.); het belang van de verschillende diersoorten (varkens maken 80,5 procent uit van het geslacht gewicht); de evolutie van het aantal geslachte dieren (status quo behalve voor varkens maal zes tussen 1955 en nu); enz.

Meer info: Kerncijfers landbouw 2016

Beeld: Inagro

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek