Zomerteelten starten met vertraging door het weer

Hoewel we geen normale winter achter de rug hebben en landbouwers vloekten op de vele regen die de drukke voorjaarswerkzaamheden verstoorde, ontwikkelen de gewassen zich min of meer normaal. In hun overzicht van het weer met bijbehorende oogstraming schrijven het KMI, VITO, de Universiteit van Luik en landbouwonderzoekscentrum CRA-W dat de erg zachte winter de wintergranen sterk deed ontwikkelen. De groeivoorsprong verdween door het koudere en vooral natte weer in maart en april. Dat vertraagde ook de start van de zomerteelten.

Afgelopen winter was de tweede warmste na de winter van 2007. Januari en februari waren iets zachter dan normaal, maar het was vooral in december dat er records gebroken werden. De gemiddelde temperatuur lag in december met 9,6 °C bijna 6 °C hoger dan normaal en overschreed daarmee de vorige recordwaarde van 1934 met meer dan twee graden. Ook op het vlak van neerslag waren de wintermaanden abnormaal. Sinds 1981 werd er in Ukkel maar drie keer meer neerslag gemeten tijdens de winter.

Het erg zachte weer tijdens najaar en winter was bevorderlijk voor de groei van de wintergewassen. Het koudere en vooral natte weer dat volgde, zorgde ervoor dat de groei vertraagde en dat de start van de zomerteelten uitgesteld moest worden. In maart en april daalt de vegetatie-index, zoals berekend door onderzoeksinstelling VITO op basis van satellietbeelden, beetje bij beetje om begin mei weer een normale waarde te bereiken. Zowel suikerbieten, aardappelen als maïs kennen een trage start. Soms gebeurde het planten of zaaien onder minder gunstige omstandigheden, wat nadelige gevolgen kan hebben voor de bodemstructuur en het verdere verloop van de teelt.