Zware boete voor onrechtmatig gebruik hoevepootgoed

Een landbouwer uit de provincie Antwerpen is door het Hof van Beroep veroordeeld tot de betaling van een boete en een schadevergoeding aan Breeders Trust, een kwekersorganisatie die toeziet op de handhaving van het kwekersrecht. De rechter oordeelde dat de landbouwer zijn areaal hoevepootgoed van de kwekersrechterlijk beschermde rassen Asterix en Fontane niet heeft aangemeld. Het Hof stelde de geleden schade voor Breeders Trust vast op ruim 90.000 euro.

In 2011 sloot Breeders Trust een sectorakkoord af met de Belgische landbouworganisaties die verenigd zijn in het Agrofront over het gebruik van hoevepootgoed. Dat is een bij wet geregeld voorrecht van een landbouwer om uitsluitend op zijn eigen bedrijf de opbrengst van zijn kwekersrechterlijk beschermde pootgoed het jaar erop als plantmateriaal te gebruiken zonder dat daarvoor toestemming van de kwekersrechthouder vereist is. Dat kan enkel wanneer de landbouwer het gebruik ervan meldt vóór 1 juni van dat jaar en daarvoor een zogenaamde billijke vergoeding aan de kwekersrechthouder betaalt.

Op basis van de administratie van het Antwerpse bedrijf die in 2013 in beslag werd genomen, heeft het Hof van Beroep kunnen vaststellen dat er over een lange periode geen aanmelding is geweest van meer dan 460 hectare aardappelpercelen beplant met hoevepootgoed van de kwekersrechterlijk beschermde rassen Asterix en Fontane. “En dus werd ook geen billijke vergoeding betaald, iets wat nochtans duidelijk was afgesproken in het sectorakkoord dat in 2011 werd afgesloten met het Agrofront”, aldus Geert Staring, directeur van Breeders Trust. Hij handelt in naam van de pootaardappelhandelshuizen Agrico, C. Meijer, Danespo, Europlant, Germicopa, HZPC, Interseed, Norika, Solana en Stet Holland

Om die reden veroordeelde de rechtbank de Antwerpse aardappelteler tot het betalen van een vergoeding van 90.000 euro aan gederfde inkomsten aan Breeders Trust. Het Hof stelde ook vast dat de kwekersorganisatie andere schade heeft geleden, zoals opsporingskosten en reputatieschade, waarvoor een schadevergoeding betaald moet worden die forfaitair is vastgesteld op het voordeel dat de betrokken landbouwer uit de inbreuk genoten heeft op een areaal van ruim 230 hectare Fontane. Er zal ook een expert worden aangesteld door de rechtbank die de winst voor de jaren 2011, 2012 en 2013 moet bepalen. Daar bovenop is de landbouwer veroordeeld tot het betalen van interesten op de volledige schadevergoeding vanaf de dag van dagvaarding in 2013.

“Deze uitspraak maakt duidelijk dat het een individuele landbouwer veel geld kan kosten wanneer hij meent sectorafspraken in de wind te kunnen slaan, zeker omdat er vaak met terugwerkende kracht kan worden vastgesteld voor welke rassen en arealen er geen billijke vergoeding werd betaald. In deze zaak is voor het ras Asterix zelfs teruggegaan tot het teeltjaar 2009 omdat de landbouwer ook eerder gemaakte contractuele afspraken daarover niet was nagekomen”, stelt Geert Staring. Hij wijst erop dat Breeders Trust met het Agrofront afspraken had gemaakt over de handhaving van het akkoord om te voorkomen dat uitsluitend “de welwillenden zouden betalen en zij die het vergeten, de dans eenvoudig zouden ontspringen”.

Breeders Trust wijst er nogmaals op dat landbouwers die tijdens dit plantseizoen gebruik hebben gemaakt van hoevepootgoed, nog tot 1 juni de tijd hebben om dit aan te melden via www.hoevepootgoed.be. “Ik hoop dat we dergelijke rechtszaken niet steeds weer hoeven te voeren. Het kost veel geld dat opgaat aan advocaten, terwijl dit eigenlijk bestemd is voor onze kwekers die het hard nodig hebben voor het ontwikkelen van nieuwe rassen. Daar zijn uiteindelijk ook de landbouwers gebaat bij”, concludeert Staring.