2015 was overgangsjaar voor plattelandsbeleid

In februari vorig jaar kreeg het nieuwe Vlaamse programma voor plattelandsontwikkeling (PDPO III) officieel groen licht van de Europese Commissie. In dat eerste jaar werd al 57 miljoen euro steun verleend aan investeringen op landbouwbedrijven, de vestiging van een nieuwe generatie boeren en tuinders, opleidingen voor landbouwers en agromilieumaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het Vlaamse platteland. Het Departement Landbouw en Visserij maakt ook de slotbalans op van de vorige programmaperiode. Tussen 2007 en 2015 investeerden Vlaanderen en de EU 760 miljoen euro in de Vlaamse landbouw en bij uitbreiding in het platteland.
4 juli 2016  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:28
Lees meer over:

In februari vorig jaar kreeg het nieuwe Vlaamse programma voor plattelandsontwikkeling (PDPO III) officieel groen licht van de Europese Commissie. In dat eerste jaar werd al 57 miljoen euro steun verleend aan investeringen op landbouwbedrijven, de vestiging van een nieuwe generatie boeren en tuinders, opleidingen voor landbouwers en agromilieumaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het Vlaamse platteland. Het Departement Landbouw en Visserij maakt ook de slotbalans op van de vorige programmaperiode. Tussen 2007 en 2015 investeerden Vlaanderen en de EU 760 miljoen euro in de Vlaamse landbouw en bij uitbreiding in het platteland.

De Vlaamse landbouwadministratie heeft in één klap twee jaarverslagen over plattelandsontwikkeling in Vlaanderen gepubliceerd. Het ene heeft betrekking op het eerste werkingsjaar van de derde programmaperiode, het andere maakt de slotbalans op van de periode 2007-2015 (PDPO II). Over een aantal maatregelen kan het eerste jaarverslag van PDPO III kort zijn omdat ze pas in 2016 van start zijn gegaan: projectsteun voor boeren-uitvinders, steun aan niet-productieve investeringen, aanloopsteun voor ontwikkeling van kleine landbouwondernemingen, steun voor oprichting van producentenorganisaties, enz.

Van de totale overheidssteun voor plattelandsontwikkeling in de tweede programmaperiode ging vorig jaar 22 procent naar de verbetering van het concurrentievermogen van de Vlaamse landbouwsector, 20 procent naar de verbetering van het milieu en het platteland, 25 procent naar de leefkwaliteit op het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie en 32 procent naar LEADER-projecten voor de financiering van lokale en regionale initiatieven.

In de periode 2007-2015 kregen 1.246 jonge landbouwers vestigingssteun en werden 17.599 investeringsdossiers van landbouwers goedgekeurd. In 2015 werden nog 132 nieuwe vestigingsdossiers en 2.088 nieuwe investeringsdossiers goedgekeurd. Binnen as 1 was een aanzienlijk deel van het budget bestemd voor opleidingen en demoprojecten. In de periode 2007-2015 namen 20.109 personen deel aan de opleidingen en werden 133.341 deelnemers bereikt tijdens demonstratiedagen. Onder de maatregel bedrijfsadviessysteem werden in 2015 geen nieuwe adviesaanvragen meer goedgekeurd. In totaal ontvingen 7.098 landbouwers steun in de periode 2007-2015.

Twee maatregelen zetten specifiek in op kwaliteitsbevordering. 46 producenten van Brussels grondwitloof of Vlaams-Brabantse tafeldruif en 349 biologische producenten konden in PDPO II rekenen op een bijdrage in de deelname- en extra controlekosten. Daarnaast werden in de voorbije programmaperiode 23 acties gesteund van producentengroeperingen ter bevordering van de afzet van het Brussels grondwitloof en de Vlaams-Brabantse tafeldruif.

Binnen de tweede as – verbetering milieu en platteland – ging een belangrijk deel van de uitgaven naar agromilieumaatregelen. In 2015 werd nog bijna 4 miljoen euro uitgegeven aan aanvragen uit de verzamelaanvraag 2014. Het grootste deel van het budget ging in 2015 naar de beheerovereenkomst kleine landschapselementen (34%). Daarna volgden vlinderbloemigen (26%), de beheerovereenkomst soortenbescherming (20%), mechanische onkruidbestrijding (15%), de beheerovereenkomst erosiebestrijding (3%), hoogstamboomgaarden (1%) en milieuvriendelijke sierteelt (1%). De overige uitbetalingen van de PDPO II-contracten van deze maatregelen gebeurden vorig jaar met middelen voor de derde programmaperiode.

Binnen de overige as 2-maatregelen werden geen nieuwe contracten meer goedgekeurd in 2015. In de volledige periode ontvingen vier projecten steun voor inrichtingsmaatregelen die bijdragen aan de doelstellingen uit de kaderrichtlijn water. De totale, onder PDPO II-regelgeving beboste of te bebossen oppervlakte landbouwgrond bedraagt 281 hectare. Verder zijn er 17 subsidies voor boslandbouwpercelen goedgekeurd, samen goed voor 38 hectare. En binnen de maatregel niet-productieve investeringen in bossen zijn 950 unieke bosbeheerders vergoed in de periode 2007-2015.

Er werden nog 118 nieuwe diversificatiedossiers goedgekeurd in 2015, samen goed voor een investeringsvolume van 5,1 miljoen euro. De investeringen in hernieuwbare energie waren opnieuw de belangrijkste vorm van diversificatie van de activiteiten op een landbouwbedrijf. In de periode 2007-2015 hebben 2.379 landbouwers met steun van de overheid hun activiteiten gediversifieerd. Samen realiseerden zij investeringen van 180 miljoen euro, wat meer is dan de door de overheid beoogde 140 miljoen euro. Het geld werd behalve aan de productie van hernieuwbare energie ook uitgegeven aan investeringen in de verkoop van landbouwproducten, hoevetoerisme en andere vormen van diversificatie.

In de periode 2007-2015 werden ter bevordering van toeristische activiteiten in totaal 64 projecten goedgekeurd. Voor basisvoorzieningen voor de economie en plattelandsbevolking waren dat er 49, waarvan één voor de submaatregel ontwikkeling van de paardenhouderij. Binnen dorpskernvernieuwing en -ontwikkeling kregen 76 projecten een goedkeuring, voor instandhouding en opwaardering van landelijk erfgoed 108 en voor intermediaire dienstverlening 63 projecten.

In 2015 werden geen nieuwe Leader-projecten of samenwerkingsprojecten meer goedgekeurd. Het totaal aantal goedgekeurde projecten in de periode 2007-2015 bedraagt 599. Door deze projecten zijn 217 bijkomende banen gecreëerd. Een leuk voorbeeld van de Leader-werking is het ‘oudervriendelijk’ wonen in de Hagelandse gemeente Kortenaken. Men wil ervoor zorgen dat senioren zich goed voelen in Kortenaken en langer thuis kunnen blijven wonen. Er wordt ingezet op communicatie met ouderen, bewustmaking omtrent allerlei ouderdomskwalen, campagne rond valpreventie, en de inpassing van geschikte fitnesstoestellen in de gerenoveerde gemeentelijke sporthal.

Meer info: Departement Landbouw en Visserij

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek