4,3 miljoen euro voor naschoolse landbouwvorming

De Vlaamse regering pompt 4,3 miljoen euro in naschoolse vorming voor landbouwers. Ook voor hen zijn de uitdagingen zoals duurzaamheid, digitalisering en innovatie brandend actueel en zullen ze hun kennis en vaardigheden moeten bijspijkeren. “Levenslang leren is hét credo de komende jaren”, zegt Landbouwminister Hilde Crevits. “Dat is nodig om steeds mee te kunnen met de snel veranderende maatschappij en een bedrijf van de 21ste eeuw te runnen.” Ook voor hobbylandbouwers zullen tal van opleidingen mogelijk zijn. “Opleidingen ondersteunen is belangrijk om onze volledige landbouwsector blijvend te verduurzamen”, klinkt het.
7 januari 2020  – Laatste update 14 september 2020 14:52
Lees meer over:
De Vlaamse regering pompt 4,3 miljoen euro in naschoolse vorming voor landbouwers. Ook voor hen zijn de uitdagingen zoals duurzaamheid, digitalisering en innovatie brandend actueel en zullen ze hun kennis en vaardigheden moeten bijspijkeren. “Levenslang leren is hét credo de komende jaren”, zegt Landbouwminister Hilde Crevits. “Dat is nodig om steeds mee te kunnen met de snel veranderende maatschappij en een bedrijf van de 21ste eeuw te runnen.” Ook voor hobbylandbouwers zullen tal van opleidingen mogelijk zijn. “Opleidingen ondersteunen is belangrijk om onze volledige landbouwsector blijvend te verduurzamen”, klinkt het.
Bij de modernisering van het secundair onderwijs werd landbouw als één van de 8 studiedomeinen opgenomen. Maar ook voor wie geen landbouwonderwijs gevolgd heeft, is het belangrijk om de nodige kennis op te doen. De erkende centra voor landbouwvorming krijgen het komende werkjaar 4,3 miljoen euro voor de uitbouw van hun opleidingsprogramma.
 
Het grootste deel van dat budget gaat naar de opleiding van landbouwers en starters. Voor de organisatie van cursussen, studiedagen en korte opleidingen voor landbouwers op het vlak van bedrijfsvoering, regelgeving, maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van de sector en technische thema’s en het verwerven van vaardigheden wordt 1.726.000 euro uitgetrokken. Dit jaar wordt ook extra aandacht gevraagd voor duurzame bedrijfsvoering, ketenwerking, aandacht voor mens, dier, klimaat en milieu, en voor innovatie.
 
Ruim 1,5 miljoen euro gaat naar startersopleidingen voor landbouwers. Concreet zijn dit opleidingen voor landbouwers die via overname of opstart een bedrijf zullen leiden en daar nog niet de nodige kennis en expertise voor hebben. De doelgroep van de opleidingen is zeer divers: van personen die hun (landbouw)studies niet afgerond hebben tot hoogopgeleide personen uit andere sectoren die de stap naar de landbouw willen zetten. In de komen vragen aan bod zoals: Is het ouderlijk bedrijf op termijn nog rendabel? Stap ik samen met mijn partner in het bedrijf van mijn schoonouders? Hoe start ik een kleinschalig biologisch bedrijf op? Laat ik daarvoor mijn huidige job staan? Is er voor mij toekomst in de wijnbouw? Via stages wordt praktijkervaring opgedaan.
 
Ook hobbylandbouwers vallen niet uit de boot. Veel mensen gaan in hun eigen tuin aan de slag met een kleine moestuin, met groeiende aandacht voor duurzaamheid en gezonde voeding. Wist je trouwens dat alle privétuinen samen goed zijn voor 8 procent van de oppervlakte van Vlaanderen? De tuinen kunnen dus sterk bijdragen tot de biodiversiteit. “De volkstuinen vervullen bovendien een sociale functie door mensen met elkaar in contact te brengen”, aldus de minister. “Met de recente beperkingen op het gebruik van pesticiden voor particulieren zitten veel hobbytuiniers met praktische vragen rond gewasbescherming en onkruidbestrijding. De nood aan informatie is dus actueel.”
 
Ook voor kleinere groepen in de landbouw zijn er specifieke opleidingen: zou wordt 334.000 euro voorzien voor opleidingen voor imkers om onder andere met problemen zoals bijensterfte te kunnen omgaan. Er gaan ook middelen naar opleidingen over middelen om gewassen te beschermen, de zogenaamde fytolicentie.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek