Hoopvolle taal tijdens bijeenkomst Flemish Milk Board
De Flemish Milk Board (FMB) is een onafhankelijke vzw geworden en is nu officieel een volwaardig lid van de European Milk Board (EMB). Dat meldde de organisatie vorige week tijdens een bijeenkomst van haar leden in Beervelde. “Daarmee is Vlaanderen de 15de (deel)lidstaat binnen EMB, en EMB op zijn beurt de breedst gedragen organisatie binnen de EU”, luidt het. “En dat brede draagvlak werpt zijn vruchten af.”
Tijdens de vergadering vorige week donderdag in Beervelde lichtte FMB-ondervoorzitter Marc Van Autreve de werking en het belang toe van de jonge Vlaamse afdeling van EMB. “Onze vereniging is nog relatief nieuw, maar intussen heeft ze een vzw-structuur met bestuur. Dit betekent dat FMB nu officieel een volwaardig lid is van EMB en bijgevolg Vlaanderen beter kan vertegenwoordigen”, legde hij uit.
Vlaanderen is daarmee de vijftiende (deel)lidstaat die zich aansluit bij EMB. “Geen enkele andere organisatie is over zoveel lidstaten actief en slaagt erin om één gemeenschappelijk standpunt uit te dragen binnen de EU”, luidde het. Dat dit draagvlak indruk begint te maken binnen Europa, blijkt volgens Sieta Van Keimpema, ondervoorzitter van EMB, uit de discussies in het Europees Parlement over de toekomst van de zuivelsector in het post-quotumtijdperk.
“Op de vergadering van het Parlement in mei werd zoveel discussie gevoerd dat er uiteindelijk geen besluit kon worden genomen. Het is duidelijk dat EMB met haar eensluidend standpunt vele parlementsleden heeft kunnen overtuigen. Voor velen wordt het duidelijk dat er een instantie moet worden opgericht om de markt en de contracten te reguleren na het verdwijnen van de melkquota binnen enkele jaren”, klonk het. Wanneer geen dergelijke regulerende instantie zou worden opgericht, vreest EMB immers dat melkveehouders “het recht van de sterkste, met name de melkerij, zullen moeten ondergaan”.
En dit leidt tot een ander pijnpunt, dat zich vandaag al doet voelen: de vergrijzing binnen de Europese zuivelsector. “De boeren hebben al jaren geen rendement meer gehaald omdat er productieverhogingen werden toegestaan op momenten dat er al overgeproduceerd werd. Hierdoor ging de winst naar de verwerkers, handelaars en distributie in plaats van naar de boeren. Op die manier wordt een bedrijfsovername voor jongeren natuurlijk uitermate moeilijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de gemiddelde leeftijd van de melkveehouders in de EU vandaag 58 jaar bedraagt.”
Coöperaties zijn volgens Van Keimpema ten slotte niet geschikt als regulerende instantie. “Ze hebben hun leden slecht verdedigd tijdens de melkcrisis in 2009. Ze kunnen met andere woorden niet als echte producentenvereniging worden beschouwd en zijn bijgevolg niet geschikt om contracten te superviseren.”
Als derde spreker op de vergadering kwam Hendrik Van den Haute aan het woord, voorzitter van FMB en Vlaams vertegenwoordiger van Faircoop, de coöperatie die het merk ‘Fairebel’ commercialiseert. Faircoop werd opgericht door en voor Belgische boeren, om melk onder een eigen label te verkopen, als reactie op de scherpe daling van de melkprijs in 2009. Het merk Fairebel moet daarom garant staan voor kwaliteit, solidariteit en een eerlijke prijs.
Enkele weken geleden maakte Faircoop op zijn eerste algemene vergadering nog bekend dat het voor het jaar 2010 een dividend van 23 procent zou uitkeren aan de aandeelhouders. Intussen werd ook aangekondigd dat naast de producten Fairebel halfvolle melk en Fairebel chocolademelk een derde product zal worden gelanceerd: Fairebel ijscrème, in vier smaken. Het product zal in een eerste fase uitsluitend verkocht worden in Duitstalig België, maar in een tweede fase kan het aanbod afhankelijk van de resultaten uitgebreid worden naar de andere Belgische gemeenschappen.
