Laruelle erkent het belang van loonwerk voor landbouw
Het landbouwmodel van morgen moet de landbouwer een inkomen garanderen, productie mogelijk maken zonder milieuschade en de consument voorzien van kwaliteitsvolle maar betaalbare voeding. Dat verklaarde federaal landbouwminister Sabine Laruelle op het congres van loonwerkersfederatie Landbouw-Service. Als het over de toekomst van de landbouw gaat, praat Laruelle liever over "uitdagingen" dan over "problemen".
Naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van de vereniging nodigde sectorfederatie Landbouw-Service alle loonwerkers uit op het proefbedrijf van Belchim in Londerzeel. De loonwerkers mochten als eersten het boek 'Mensen en machines' inkijken. In opdracht van Landbouw-Service bundelde het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) namelijk de geschiedenis van het loonwerk en de toelevering aan de landbouw in België.
Ook naar de resultaten van een enquête bij de loonwerksector, uitgevoerd door Landbouwkrediet in samenwerking met Landbouw-Service, werd uitgekeken. Daarover, en over de uiteenzettingen van de verschillende sprekers, lees je later meer in onze wekelijkse duiding geVILT.
Een opvallende gast op het congres was federaal landbouwminister Sabine Laruelle. "De landbouw moet kunnen beschikken over geavanceerde machines. De investering en de kennis die dat vergt, doet landbouwers een aantal werkzaamheden toevertrouwen aan derden. Dat schept opportuniteiten voor loonwerkers", maakt Laruelle duidelijk dat zij een toekomst weggelegd ziet voor loonwerk in de landbouw.
Loonwerk zal met andere woorden de landbouw bijstaan zodat die het hoofd kan bieden aan alle uitdagingen. Die zijn niet min: de wereld van voldoende voedsel produceren, een behoorlijk landbouwinkomen realiseren en met het klimaat en het leefmilieu rekening houden. Het landbouwmodel van morgen moet dat mogelijk maken.
Over de hervorming van het Europees landbouwbeleid bestaat in België "een brede consensus over de nood aan een sterk gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat zowel voor boer als burger goed is". Als woordvoerder van ons land op de Raad van Europese landbouwministers is Laruelle blij met de consensus tussen de gewesten. "Het maakt ons sterker en invloedrijker, ook al zijn we een klein land", benadrukt ze.
Het landbouwbeleid hervormen, en een innovatieve landbouw centraal plaatsen, is volgens de minister nodig om in te spelen op de grote uitdagingen van de 21ste eeuw. Met solidariteit tussen de lidstaten en gezond verstand kan de hervorming tot een goed einde worden gebracht. "Het mag niet ten koste gaan van de landbouwers of andere schakels in de voedselketen", verduidelijkt de minister. De hervorming is volgens Laruelle ook van belang voor de loonwerksector. "Als de inkomsten van de landbouwers zouden dalen, dan voelt ook de loonwerker dat in zijn portemonnee."
