Strenge winters eisen hun tol onder standvogels
Het strenge winterweer van de afgelopen twee jaar heeft bij de populatie standvogels zijn tol geëist. Uit metingen van onder meer INBO blijkt dat soorten als de fuut, groene specht en blauwe reiger de laatste jaren sterk in aantal afnamen. Er is echter nog geen reden voor bezorgdheid, stelt INBO gerust. “Wanneer er zich een reeks zachtere winters aankondigt, zullen de populaties zich waarschijnlijk weer snel herstellen.”
Standvogels zijn vogels die tijdens de winter niet emigreren naar warmere oorden, en bij hun overwintering rekenen op ons gematigd klimaat. Zo zijn er de watervogels, die evenwel in problemen komen wanneer de ijsbedekking lang aanhoudt, maar ook kleine zangvogels.
Uit een vergelijkende analyse van het Instituut voor Natuur en Bos (INBO), blijkt dat de populatie fuut en waterhoen in de periode 2010 tot 2012 respectievelijk 36 en 37 procent kleiner is dan in de periode 2007 tot 2009. In bossen en tuinen nam ook het aantal groene spechten (-17%), goudhaantjes (-48%), zwarte mezen (- 57%) en winterkoningen (-15%) sterk af. Andere meetnetten toonden bovendien eerder al aan dat ook bekendere soorten zoals de ijsvogel en blauwe reiger tijdens de voorbije vorstperiodes gedecimeerd werden.
Toch is er volgens INBO nog geen reden voor bezorgdheid. “Afnames bij algemene soorten ten gevolge van winterse omstandigheden zijn perfect normaal in ons klimaat en wanneer er een reeks zachtere winters voorkomt, zullen die soorten zich naar verwachting weer snel herstellen”, stelt onderzoeker Glenn Vermeersch.
Echte tuinvogels zoals de merel, koolmees, pimpelmees en Turkse tortel blijken bovendien wel stand te houden en zelfs toe te nemen. Dit heeft volgens de organisatie te maken met de vele voedertafels die Vlamingen in hun tuinen voorzien.
