Vooral landbouw verliest gronden aan nieuwe bedrijven

Jos De Meyer (CD&V) stelt vast dat de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen natuurgebied vaak in herbevestigd agrarisch gebied (HAG) gebeurt. "In de praktijk wordt bij bestemmingswijzigingen vaak gezocht naar agrarisch gebied", geeft minister Muyters toe, "maar er is wel een omzendbrief die gemeenten en provincies aanmaant tot terughoudendheid bij het aansnijden van HAG."
11 april 2012  – Laatste update 4 april 2020 15:04
Lees meer over:

Jos De Meyer (CD&V) stelt vast dat bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen natuurgebied onaangeroerd blijft terwijl hetzelfde "jammer genoeg" niet geldt voor herbevestigd agrarisch gebied (HAG). "In de praktijk wordt bij bestemmingswijzigingen vaak gezocht naar agrarisch gebied", geeft minister Muyters toe, "maar er is wel een omzendbrief die gemeenten en provincies aanmaant tot terughoudendheid bij het aansnijden van HAG."

Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer ondervroeg minister van Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters in de bevoegde commissie van het Vlaams Parlement over de economische knooppunten en meer in het bijzonder over de mate waarin rechtszekerheid kan gegarandeerd worden in herbevestigd agrarisch gebied. "Wanneer gemeenten erkend worden als economisch knooppunt opent dat perspectieven voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Veelal zoekt men de ruimte daarvoor in agrarisch gebied", aldus De Meyer.

Volgens Muyters raakt de vraag aan de essentie van wat ruimtelijk beleid is: vaak tegenstrijdige ruimteclaims met elkaar proberen te verzoenen. "Bij de zoektocht naar ruimte voor bedrijventerreinen voor gemeenten met de nieuw verworven status van economisch knooppunt is niet bepaald welke gebieden in aanmerking komen", aldus de minister. "Gelet op het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen dat de oppervlakte agrarisch gebied vermindert tot 750.000 hectare wordt in de praktijk heel vaak naar landbouwgrond gezocht voor bestemmingswijzigingen."

"De lokale besturen moeten wel goed nadenken vooraleer ze dat doen", verzekert Muyters. Hij verwijst daarvoor naar een omzendbrief van 2010 die aanstuurt op meer terughoudendheid bij gemeenten en provincies in verband met het aansnijden van herbevestigd agrarisch gebied. Tegelijk stimuleert de omzendbrief om ook te kijken naar de mogelijkheden van planologische ruil en na te denken over flankerende maatregelen voor de getroffen landbouwbedrijven.

Dit alles leidt volgens de minister tot een betere bewustwording van de problematiek bij de plannenmakers. "Het toont ook de mogelijkheden om de tegenstelling te overbruggen tussen enerzijds meer bedrijven en anderzijds het behoud van een leefbare landbouw." Via adviezen en goedkeuringsprocedures waakt de hogere overheid naar eigen zeggen over de toepassing van de omzendbrief. De omzendbrief decretaal verankeren, vindt Muyters geen goed idee, omdat lokale besturen het best geplaatst zijn om te zien wat kan of niet kan.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek