Welke reacties weekt GLB los in het Vlaams Parlement?

Hoe denken de Vlaamse parlementsleden uit de commissie Landbouw over de richting die het Europees landbouwbeleid inslaat? De reacties lopen uiteen, van opluchting bij CD&V, over realisme omtrent het compromis bij LDD en Open VLD tot ontgoocheling over gemiste kansen bij N-VA, maar vooral bij sp.a en Groen. Vlaams Belang wacht de implementatie af alvorens een oordeel te vellen.
2 december 2013  – Laatste update 4 april 2020 15:12
Lees meer over:

Hoe denken de Vlaamse parlementsleden uit de commissie Landbouw over de richting die het Europees landbouwbeleid inslaat? De reacties lopen uiteen, van opluchting bij CD&V, over realisme omtrent het compromis bij LDD en Open VLD tot ontgoocheling over gemiste kansen bij N-VA, maar vooral bij sp.a en Groen. Vlaams Belang wacht de implementatie af alvorens een oordeel te vellen.

De Vlaamse parlementsleden die in de commissie Landbouw zetelen, geven mee richting aan het landbouwbeleid, ondersteunen de beleidsbeslissingen of stellen er kritische vragen over. Door middel van interpellaties, schriftelijke en mondelinge vragen om uitleg en de daarbij horende discussies oefenen zij controle uit op het beleid dat de Vlaamse regering inzake landbouw voert. Parlementsleden uit de oppositie zijn er als de kippen bij om eventuele knelpunten in het beleid te signaleren. Maar er wordt ook geregeld samengewerkt, over enkele of zelfs alle partijgrenzen heen, bijvoorbeeld aan resoluties of voorstellen van decreet.

De commissie Landbouw is een plek voor debat over verschillende visies op landbouw. Door de parlementsleden een vijftal vragen voor te leggen, proberen we dat in onze wekelijkse duiding geVILT te weerspiegelen. In dit nieuwsartikel zoomen we in op de reacties van zeven commissieleden, één van elke politieke fractie, op het politiek akkoord dat deze zomer op Europees niveau bereikt werd over het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de 28 lidstaten.

Het meest tevreden daarover lijkt CD&V-volksvertegenwoordiger Jos De Meyer, die tevens voorzitter is van de commissie Landbouw. Jaarlijks gaat er ongeveer 250 miljoen euro Europese inkomenssteun naar de Vlaamse landbouw. Dat het GLB-dossier veel aandacht kreeg, vindt De Meyer niet meer dan terecht gelet op de grote gevolgen van de hervorming voor de sector. “In de loop van de besprekingen zijn er gelukkig nog een aantal wijzigingen aangebracht die de landbouwsector ten goede komen. Denk hierbij vooral aan de vergroeningsvoorstellen die oorspronkelijk heel ver gingen maar nu van meer realiteitszin getuigen. Minister-president Kris Peeters heeft hierin op vraag van de landbouworganisaties en gesteund door de commissie Landbouw een grote rol gespeeld.”

Het eindresultaat van de hervorming van het Europees landbouwbeleid kan N-VA-parlementslid Tine Eerlingen niet helemaal overtuigen: “Positief zijn de mogelijkheid tot het organiseren van een betere marktwerking, de maatregelen voor risicobeheer en de steun voor jonge landbouwers. Op lange termijn moet de directe inkomenssteun aan landbouwers (pijler I) echter afgebouwd worden ten voordele van de middelen voor plattelandsontwikkeling (pijler II). De ambities van de Europese Commissie inzake de vergroening in pijler I zijn gaandeweg afgezwakt. We hopen dat dit gecompenseerd kan worden via het Vlaamse programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling.”

Volksvertegenwoordigers Karlos Callens (Open Vld) en Peter Reekmans (LDD) kunnen leven met het resultaat gegeven de context. “Een compromis tussen 28 landen met een zeer uiteenlopende landbouwstructuur, dat bovendien uitgestippeld moet worden binnen krimpende budgettaire marges en moeilijke politieke contouren, kan niet perfect naar ieders zin zijn. Het belangrijkste is dat er meer ruimte komt voor een beleid op maat van de lidstaten of regio’s binnen de door Europa bepaalde contouren”, aldus Callens. “De trend is gezet zonder een revolutie te ontketenen”, oordeelt Reekmans. Hij vergelijkt de EU met een tanker die je ook niet van het ene op het andere moment van richting doet veranderen.

Zowel Dirk Peeters (Groen) als Els Robeyns (sp.a) vinden dat er te veel goede elementen uit het originele Commissievoorstel gesneuveld zijn in het akkoord tussen lidstaten, Parlement en Commissie. “Historische kansen voor een duurzamere en groenere Europese landbouw zijn gemist”, windt Peeters er geen doekjes om. Robeyns spreekt op haar beurt van een gemiste kans omdat de beoogde vergroening is uitgehold, en enkele Europese milieurichtlijnen niet meegenomen worden in de randvoorwaarden voor inkomenssteun. “De biodiversiteit staat onder druk, zeker (ook) in landbouwgebied. Die achteruitgang stoppen tegen 2020 is voor sp.a belangrijk. Wij zijn ervan overtuigd dat biodiversiteit belangrijk is voor de veerkracht van agro-ecologische systemen. Door uitzonderingsmodaliteiten mag van vergroening en verduurzaming van de landbouw geen lege doos gemaakt worden.”

Van de zeven commissieleden houdt Stefaan Sintobin van Vlaams Belang zich het meest op de vlakte, en hij legt ook uit waarom: “Er staan ongetwijfeld ook positieve zaken in het nieuwe Europese landbouwbeleid, maar we zijn heel voorzichtig en blijven waakzaam. Ik wil eerst de implementatie van het nieuwe beleid zien alvorens een definitief oordeel te vellen. Als EU-kritische partij wil Vlaams Belang vooral waarschuwen voor te veel bemoeizucht vanuit de EU en willen wij vooral dat er rekening wordt gehouden met de specifieke Vlaamse context waarin de land- en tuinbouwsector moet opereren.”

Lees ook: geVILT over commissie Landbouw in het Vlaams Parlement

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek