Aaltjesonderzoek effent pad voor resistente tarwe

Een snelle opsporing van verschillende soorten graan-parasiterende aaltjes in Marokko én een sprong vooruit in de veredeling naar resistente tarwe, dat is het resultaat van het onderzoek van ILVO-UGent medewerker Fouad Mokrini. Die sprong voorwaarts is meer dan welkom want graancystenematoden en wortellesienematoden zijn in Marokko, en in andere graanproducerende gebieden, belangrijke oorzaken van opbrengstverlies.
3 november 2016  – Laatste update 14 september 2020 14:37
Lees meer over:

Een snelle opsporing van verschillende soorten graan-parasiterende aaltjes in Marokko én een sprong vooruit in de veredeling naar resistente tarwe, dat is het resultaat van het onderzoek van ILVO-UGent medewerker Fouad Mokrini. Die sprong voorwaarts is meer dan welkom want graancystenematoden en wortellesienematoden zijn in Marokko, en in andere graanproducerende gebieden, belangrijke oorzaken van opbrengstverlies.

In België oogsten boeren tussen acht en negen ton tarwe per hectare dankzij onze ideale bodem, het gunstige klimaat en de intensieve productiemethoden. In de grotere ‘graanschuren van de wereld’ en in de derde wereld liggen de cijfers beduidend lager, grotendeels doordat ziekten en plagen, en met name de aaltjes in de bodem, het gewas beletten om voluit te groeien. Veel derdewereldlanden bijvoorbeeld komen nauwelijks aan twee ton per hectare.

In Marokko beseffen de lokale voorlichters meer en meer dat hun lage graanopbrengsten niet enkel door een tekort aan meststoffen of door droogte worden veroorzaakt, maar dat de slechte plantengroei een gevolg is van nematoden. Dit zijn microscopisch kleine wormpjes die wortels aantasten en de water- en voedselopname door de plant sterk beperken. In tegenstelling tot schimmelziekten en insectenschade zijn symptomen van nematodenaantasting moeilijk herkenbaar. Maar ook de aaltjes zelf herkennen, is specialistenwerk.

Enkele wereldwijde wetenschappelijke clusters voor onderzoek naar aaltjes doen een beroep op de expertise van de nematologen van ILVO om de identificatie en de resistentieveredeling vooruit te helpen. Een belangrijk resultaat van deze internationale samenwerking is het doctoraatsonderzoek van onderzoeker Fouad Mokrini (UGent/ILVO), die zich richtte op graancystenematoden en wortellesienematoden in Marokkaanse graanvelden.

Door traditionele en moleculaire technieken te combineren, was Mokrini in staat om aaltjes in verschillende Marokkaanse regio’s te inventariseren, correct te identificeren en hun regionale verschillen te bepalen. Via de ontwikkeling van snelle moleculaire identificatietests voor twee Pratylenchus-soorten draagt de onderzoeker rechtstreeks bij aan de ontwikkeling van programma’s die aaltjes snel en gericht aanpakken.

De moleculaire technieken die op punt werden gezet om precies te bepalen welke en hoeveel schadelijke aaltjes er zich in de Marokkaanse landbouwbodems bevinden, werden ook toegepast in de resistentieveredeling gericht op graancultivars gewapend tegen de aaltjes. In dat kader screende Fouad Mokrini 25 tarwelijnen die werden ontwikkeld aan het CIMMYT, het International Maize and Wheat Improvement Center. Hij evalueerde het resistentieniveau op basis van het aantal aaltjes geëxtraheerd uit zowel wortels als grond van elke tarwelijn. De kennis die hij opdeed, is waardevol voor veredelingsprogramma’s van tarwe, in Marokko en in de rest van de wereld.

Beeld: CIMMYT

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek