Aardappelketen maakt werk van robuuste aardappelteelt

De biologische aardappelketen heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend om te werken aan een versnelde transitie naar een robuuste aardappelteelt. “Directe aanleiding is de schade die de aardappelziekte phytophthora aanricht in de bio-aardappelteelt”, zei Lieve Vercauteren, directeur van BioForum, bij de ondertekening van het convenant. Er is nood aan meer aardappelrassen die resistent zijn tegen de ziekte. Om dit proces te versnellen hebben de convenantpartners afgesproken om robuuste rassen voorrang te geven bij de productie van pootgoed, bij de teelt en in het winkelrek.
10 juli 2018  – Laatste update 4 april 2020 15:42
Lees meer over:

De biologische aardappelketen heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend om te werken aan een versnelde transitie naar een robuuste aardappelteelt. “Directe aanleiding is de schade die de aardappelziekte phytophthora aanricht in de bio-aardappelteelt”, zei Lieve Vercauteren, directeur van BioForum, bij de ondertekening van het convenant. Er is nood aan meer aardappelrassen die resistent zijn tegen de ziekte. Om dit proces te versnellen hebben de convenantpartners afgesproken om robuuste rassen voorrang te geven bij de productie van pootgoed, bij de teelt en in het winkelrek.

De aardappelziekte phytophthora, beter bekend als de aardappelplaag, manifesteert zich vooral bij warm en vochtig weer. In de gangbare teelt kan een aardappelteler gewasbeschermingsmiddelen gebruiken tegen phytophthora, maar in de bioteelt ligt dat moeilijker. “Biologische aardappeltelers mogen koper inzetten tegen deze schimmelziekte, maar gebruik ervan staat maatschappelijk steeds meer onder druk. Bovendien zien we dat in jaren waarin de aardappelplaag hevig toeslaat, het gebruik van koper onvoldoende impact heeft”, aldus Vercauteren.

Volgens Lieven Delanote, verantwoordelijk voor de biologische productie bij het West-Vlaams proefcentrum Inagro, is de aardappelteelt een erg dure teelt. “Het pootgoed alleen kost de teler al gauw 3.000 euro per hectare en dat terwijl een hectare bioaardappelen gemiddeld 20 tot 30 ton opbrengt.” Tussen 2006 en 2016 werden de biologische aardappeltelers bovendien vier keer geconfronteerd met grote plaagdruk (2007, 2008, 2014 en 2016) waardoor de opbrengst lager lag dan 20 ton per hectare. “Dat zorgt voor grote teeltonzekerheid voor de boer en brengt de continuïteit van de aanvoer in gevaar voor de handel”, aldus Vandelanote.

Die vaststelling heeft ervoor gezorgd dat BioForum alle ketenpartners rond de tafel heeft geroepen om versneld werk te maken van aardappelrassen die resistent zijn tegen phytophthora. Vandaag zijn er al ‘robuuste’ rassen zoals Carolus, Connect, Vitabella en Sarpo Mira die ingekruiste resistentiegenen hebben die niet of minder gevoelig zijn aan de aardappelplaag. “Maar we stellen vast dat verschillende ketenspelers wel eens een afwachtende houding aannemen: een aardappelteler kan pas starten met de teelt van robuuste aardappelen als er voldoende pootgoed is en de afnemer moet bereid zijn om nieuwe variëteiten in het assortiment op te nemen”, klinkt het.

Om deze vicieuze cirkel te doorbreken, hebben de vertegenwoordigers van de volledige aardappelproductieketen zich geëngageerd om te werken aan een versnelde transitie naar een robuuste biologische aardappelteelt. “Zowel landbouworganisaties, aardappeltelers, pootgoedvermeerderaars, verwerkers, verpakkers, groothandel, veilingen als retail willen samenwerken om tegen 2021 de productie van pootgoed, de teelt en de afzet van robuuste rassen op te schalen tot 100 procent”, zegt BioForum-directeur Lieve Vercauteren.

Inagro en het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) zullen hun kennis en onderzoeksfaciliteiten ten dienste stellen van dit doel. Op de biologisch bewerkte proefvelden van Inagro worden momenteel 28 biologische aardappelvariëteiten geteeld. “We mikken op een zo volledig mogelijk assortiment robuuste rassen in deze proef en elk relevant ras wordt gedurende drie seizoenen opgevolgd”, vertelt proefverantwoordelijke Karel Dewaele van Inagro.

De voortgang van de afspraken die gemaakt zijn in het convenant worden bewaakt door Bio zoekt Keten, de organisatie die de ketenontwikkeling in de biosector ondersteunt en die vraag en aanbod van bioproducten op elkaar probeert af te stemmen. Bio zoekt Keten zal daarbij ook nauw samenwerken met Nederland, waar onder impuls van Bionext in augustus 2017 al een gelijkaardige samenwerking werd ondertekend door de respectievelijke ketenpartijen. Daarnaast wordt ook actief toenadering gezocht met Wallonië om de ketenpartners daar te laten participeren aan het convenant.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek