Agrarisch gebied als uitvalsbasis voor loonwerkers?

Loonwerkbedrijven verrichten veldwerkzaamheden waarvoor het landbouwers aan het gespecialiseerde materiaal of de tijd ontbreekt. Loonwerkers zijn dan ook onmisbaar voor de landbouwsector, maar voor de overheid lijken ze soms vlees noch vis zodat ze al eens moeilijkheden ervaren. Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer (CD&V) kaartte enkele problemen aan bij minister Schauvliege. In verband met de vestiging van loonwerkbedrijven kreeg hij te horen dat landbouwloonwerkbedrijven in agrarisch gebied thuishoren voor zover hun activiteit daar nuttig of nodig is. Als ‘aan de landbouw verwant bedrijf’ kunnen ze geen nieuwbouw optrekken maar dienen ze gevestigd te worden in bestaande landbouwbedrijfszetels.
13 april 2015  – Laatste update 4 april 2020 15:21
Lees meer over:

Loonwerkbedrijven verrichten veldwerkzaamheden waarvoor het landbouwers aan het gespecialiseerde materiaal of de tijd ontbreekt. Loonwerkers zijn dan ook onmisbaar voor de landbouwsector, maar voor de overheid lijken ze soms vlees noch vis zodat ze al eens moeilijkheden ervaren. Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer (CD&V) kaartte enkele problemen aan bij minister Schauvliege. In verband met de vestiging van loonwerkbedrijven kreeg hij te horen dat landbouwloonwerkbedrijven in agrarisch gebied thuishoren voor zover hun activiteit daar nuttig of nodig is. Als ‘aan de landbouw verwant bedrijf’ kunnen ze geen nieuwbouw optrekken maar dienen ze gevestigd te worden in bestaande landbouwbedrijfszetels.

Loonwerkbedrijven voeren heel wat werkzaamheden uit binnen de agrarische sector. Deze bedrijven bieden de agrarische sector een meerwaarde vanwege de gespecialiseerde machines voor grondbewerking en oogst. Bovendien beschikken zij over de nodige werknemers om de gespecialiseerde machines te bedienen. “Toch ondervinden loonwerkers vandaag de dag heel wat moeilijkheden”, constateert Jos De Meyer, die zelf een aantal pijnpunten opsomt. “De kostprijs van het materiaal neemt toe. De vernieuwingsgraad van de machines moet hoog genoeg zijn om te voldoen aan de recente ontwikkelingen. Bovendien zijn er minder klanten vanwege het dalend aantal landbouwers. Ook de energie- en loonkosten nemen jaarlijks toe.”

Om enerzijds de kosten te drukken en anderzijds de onzekerheid aan inkomsten te beheersen, besluiten loonwerkers veelal om hun activiteiten te verbreden. “Dit is geen onlogische keuze”, aldus De Meyer, “aangezien een diversificatie aan inkomsten een bedrijf immers meer zekerheid biedt.” Die verbreding uit zich dan vooral in het uitvoeren van grondwerken omdat ze reeds beschikken over machines dat hiervoor ingezet kunnen worden. Toch is die verbreding niet evident. Het parlementslid haalt aan dat loonwerkbedrijven nu en dan als zonevreemd worden beschouwd door de verbredingsactiviteiten die ze uitoefenen. “Toch ligt de oorsprong van het loonwerkbedrijf in de agrarische sector, en voert het nog steeds agrarische activiteiten uit.”

Minister Schauvliege antwoordde dat de aard van het loonwerkbedrijf bepalend is voor de vestigingsplaats: een aan de landbouw verwant bedrijf kan terecht in agrarisch gebied. “Landbouwloonwerkbedrijven kunnen zich vestigen (in een bestaande landbouwbedrijfszetel) in agrarisch gebied indien ze een directe relatie kunnen aantonen met de daar aanwezige landbouwbedrijven”, specificeert de minister. “De schaal van de bedrijven moet wel altijd beantwoorden aan de omgeving. Indien loonwerkers hun activiteiten zodanig verbreed hebben (b.v. grondwerk) dat ze geen nauwe relatie meer hebben met het landbouw, kan het zijn dat zij worden doorverwezen naar industriegebied.”

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek