Arvesta maakt jacht op overnames

Sinds de komst van CEO Eric Lauwers in 2016, heeft Arvesta zijn winst met 50 procent verhoogd. Het moederbedrijf van AVEVE heeft aangekondigd dat het zich heeft ingekocht bij 3 bedrijven. “Deze strategisch partnerschappen sluiten volledig aan bij Arvesta’s langetermijnvisie om een nog sterkere full-service partner te worden, zowel in België als in het buitenland”, klinkt het.

Arvesta is de grootste landbouwtoeleverancier van België en een grote speler op de Nederlandse, Franse en Duitse markt. Het bedrijf, dat tot begin 2018 Groep AVEVE heette, verkoopt voor 1,4 miljard euro veevoeder, zaden en meststoffen, en telt 250 AVEVE-winkels. Het wordt gecontroleerd door MRBB, het investeringsfonds van Boerenbond.

 

Eind 2018 gaf CEO Eric Lauwers in De Tijd al blijk van zijn overnamehonger. “Wij zijn marktleider in België, maar afhankelijk van het domein is ons marktaandeel beperkt”, zei hij toen. “In bepaalde segmenten zitten we aan 50 procent marktaandeel, maar elders aan amper 10 tot 15 procent. Er is plaats voor kleine en grote overnames van bedrijven in landen waar we al actief zijn.” Die keuze is nu gevallen op de Nederlandse bedrijven Van der Hoeven en Palital en het Franse Vaesken.

 

Aannemersbedrijf Van der Hoeven realiseert hoogtechnologische oplossingen voor de glastuinbouw. “We kopen 35 procent van de aandelen en over enkele jaren hebben we het bedrijf helemaal in handen”, vertelt Lauwers in De Tijd. Arvesta ziet de grote complementariteit met Van der Hoeven als een enorme troef. De investering past bovendien volledig in de internationale groeistrategie. “We zijn allebei vandaag reeds wereldspelers in de toptech land- en tuinbouw, met elk onze eigen expertise en knowhow”, zegt Niek Depoorter, directeur bij Arvesta.

 

Daarnaast neemt Arvesta ook voor 30 procent participatie in Palital, gespecialiseerd in de productie en verkoop van dierenvoedingssupplementen en voor 75 procent in Vaesken. Dat Franse bedrijf geeft technisch graanadvies aan landbouwers en levert zaden, plantenvoeding, gewasbescherming en landbouwbenodigdheden.

 

Toen Lauwers in 2016 van de bierreus AB InBev verhuisde naar het toenmalige AVEVE, begon hij een schoonmaakoperatie. De 79 aparte vennootschappen, waaruit het bedrijf bestond, bracht hij terug op 45. Door een centrale regeling van IT, de financiële afdeling, het personeelsbeleid en de aankoopdienst werken die ook beter samen. Doel van de operatie was om “de slapende reus wakker te maken” en meer winst en omzet te genereren. Tussen 2006 en 2012 groeide Arvesta van 750 miljoen euro omzet naar 1,3 miljard, nadien bleef de omzet vier jaar stabiel. Nochtans nam het in die periode acht bedrijven over. 

 

Vorig jaar steeg de omzet naar 1,4 miljard euro. “Dat is 5 procent organische groei”, zegt Lauwers. “In absolute cijfers bleef de omzet stabiel door de schommelende aankoopprijzen van de grondstoffen voor veevoeder en omdat we een klein bedrijfsonderdeel verkochten.” Arvesta zag zijn nettowinst met 16 procent stijgen, naar 26,2 miljoen euro, wat ruim de helft meer is sinds het aantreden van Lauwers.

Arvesta is van plan om de komende 5 jaar 100 miljoen euro te investeren in IT, onder meer apps voor boeren, gps-geleide tractoren en semi-automatische serres.

 

De coronacrisis strooide wel roet in de groeiplannen van het bedrijf, dat de omzet in bepaalde takken zag dalen. “We moesten onze mensen terughalen uit Rusland en Italië, waar ze een tuinbouw­bedrijf aan het bouwen waren”, aldus Lauwers. “De winkels van Eurotuin zijn lang gesloten geweest.” Hoewel de AVEVE-filialen open konden blijven, verloren die 40 procent van hun omzet.

 

Maar er zijn ook lichtpuntjes. Zo trok de verkoop zich weer op gang in mei en de omzet ligt tot 25 procent hoger. De bloemfabriek in Merksem, waar alle bloem voor de AVEVE-winkels geproduceerd wordt, heeft zijn productie moeten verdrievoudigen. “Ook de verkoop van veevoeding, die goed is voor de helft van de omzet, groeit sinds begin 2020”, geeft Lauwers nog mee.