Azië meer dan ooit zwaartepunt van wereldwijde visserij

Zowat in alle OESO-landen verliest de visserijsector terrein, in schril contrast met Azië waar de sector dankzij een enorme groei van de visproductie in aquacultuur de afgelopen decennia een sterke groei heeft gekend. Dat blijkt uit een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) dat een balans opmaakt van de wereldwijde visserijsector. In 2014 was aquacultuur voor het eerst goed voor meer dan de helft van de wereldwijde visproductie. Met groeisprongen van meer dan 7 procent per jaar zal de sector zijn positie alleen nog maar versterken.
28 januari 2016  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:25
Lees meer over:

Zowat in alle OESO-landen verliest de visserijsector terrein, in schril contrast met Azië waar de sector dankzij een enorme groei van de visproductie in aquacultuur de afgelopen decennia een sterke groei heeft gekend. Dat blijkt uit een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) dat een balans opmaakt van de wereldwijde visserijsector. In 2014 was aquacultuur voor het eerst goed voor meer dan de helft van de wereldwijde visproductie. Met groeisprongen van meer dan 7 procent per jaar zal de sector zijn positie alleen nog maar versterken.

De handelsbalans in de visserijsector helt steeds sterker over richting Azië, dat meer dan ooit heerst wat de productie van vis betreft. In zowat alle OESO-landen – heel wat Europese landen, maar ook onder meer de VS, Japan en Australië – wordt steeds meer vis geïmporteerd dan geëxporteerd. De productie van vis is in de OESO-landen met 39 procent afgenomen sinds 1988, wat volgens het rapport vooral met overbevissing te maken heeft.

Eén van de belangrijkste trends die de auteurs van het rapport opmerken is de sterke groei van aquacultuur. In 2014 werd voor het eerst meer vis geproduceerd in aquacultuursystemen dan dat er werd gevangen in open wateren. Bovendien groeit de aquacultuurproductie jaarlijks met gemiddeld 7 procent, wat de kloof alleen maar verder zal uitdiepen. Opmerkelijk is wel dat de OESO-landen in 2012 nog steeds goed waren voor 72 procent van alle visimport wereldwijd. Maar het aandeel brokkelt af door de stijgende vraag naar vis in opkomende economieën; in 2003 bedroeg het OESO-aandeel qua visimport nog 83 procent.

Het epicentrum van de aquacultuurproductie ligt steeds nadrukkelijker in Azië. Het zwaartepunt ligt in China, India, Vietnam, Indonesië en Bangladesh, samen goed voor 80 procent van de wereldwijde aquacultuurproductie. Binnen de OESO-landen zijn de belangrijkste producenten Noorwegen, Chili, Korea en de Verenigde Staten, samen goed voor 6 procent van de globale productie. Van alle voedselproducten is vis wereldwijd het meest verhandelde: 37 procent van alle vis steekt op een bepaald moment een landsgrens over.

China is de grootste visexporteur en -producent ter wereld, zowel wat visserij in open wateren als aquacultuur betreft. Samen met Indonesië is het goed voor een kwart van de wereldwijde visproductie. Vooral in China is door enkele jaren van sterke economische groei ook de consumptie enorm gestegen, van 10,3 kilo per capita in 2000 tot 14,6 in 2011. China maakt ook steeds meer werk van wetgeving die de sector structureel moet verankeren en dus ook rekening houdt met de bescherming van bepaalde vispopulaties om overbevissing te voorkomen.

Ook in andere landen wordt er steeds meer werk gemaakt van een geïntegreerd visserijbeleid. India heeft sinds 2014 een National Fisheries Development Board dat de visserijactiviteiten over het hele land moet coördineren. Ook Indonesië werkt aan een masterplan voor zijn visserijsector. Zuid-Afrika van zijn kant wil een grote inhaalbeweging maken en riep in 2013 een programma voor aquacultuur in het leven dat aquacultuur aantrekkelijk moet maken voor investeerders.

“De oplossing voor een doorstart van de visserijsector in de OESO-landen ligt bij een verbeterd management van de visvoorraden”, aldus Roger Martini, visserijanalist bij de OESO. “Er is op dat vlak door sommige landen wel al wat vooruitgang geboekt, maar er rest nog heel wat werk vooraleer alle OESO-visvoorraden volledig hersteld zullen zijn. Het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid van de Europese Unie legt gelukkig een grote nadruk op duurzaamheid, en de Verenigde Staten hebben bewezen dat een sterke, wetenschappelijke aanpak voor mooie resultaten kan zorgen.”

Lees het volledige rapport hier.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek