Bauernverband: "Overheid kan markt niet rechthouden"

Overheidsingrijpen in de markt helpt niet tegen een landbouwcrisis veroorzaakt door een prijsdaling. Dat stelt het Deutscher Bauernverband vast op basis van analyses van landbouweconomen. Vooral in de melkveehouderij wordt bij monde van de European Milk Board geroepen om een door de overheid gestuurde productievermindering in crisistijden. De grootste boerenorganisatie van Duitsland wijst echter iedere vorm van centraal geleide productiebeheersing steevast af, net als de zuivelindustrie overigens.
9 november 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:42
Lees meer over:

Overheidsingrijpen in de markt helpt niet tegen een landbouwcrisis veroorzaakt door een prijsdaling. Dat stelt het Deutscher Bauernverband vast op basis van analyses van landbouweconomen. Vooral in de melkveehouderij wordt bij monde van de European Milk Board geroepen om een door de overheid gestuurde productievermindering in crisistijden. De grootste boerenorganisatie van Duitsland wijst echter iedere vorm van centraal geleide productiebeheersing steevast af, net als de zuivelindustrie overigens.

In de EU wordt onophoudelijk gediscussieerd over de mogelijkheden om de productie centraal te sturen – lees: te reduceren – in tijden van crisis. Deze discussie houdt met name de zuivelsector bezig, die vorig jaar met een diep prijsverval te maken kreeg. De roep om één of andere vorm van quotering dan wel interventie won al gauw weer aan kracht, ook in Duitsland, maar het Bauernverband en de zuivelorganisatie Milchindustrie-Verband willen daar niet van weten. Uiteindelijk gaf Brussel toe aan de noodkreten en kwam er een vrijwillig melkreductieprogramma.

In een zojuist gepubliceerde feitencheck onderstreept het Bauernverband zijn afwijzende houding nogmaals aan de hand van een serie analyses die de afgelopen jaren zijn opgesteld door landbouwonderzoeksinstellingen als het Thünen-Institut en het Institut für Ernährungswirtschaft. Die onderzoeken tonen volgens het Bauernverband aan dat plan-economische instrumenten totaal ongeschikt zijn om overproductie en prijsverval doorslaggevend te beïnvloeden.

Aan deze onmacht ligt de geliberaliseerde en geglobaliseerde markt ten grondslag, een ontwikkeling die de politiek de afgelopen 20 jaar doelbewust heeft gewenst, stelt de boerenfederatie vast. De consequentie is dat overheidsingrijpen op beslissingen die op individueel bedrijfsniveau worden genomen, geen effect meer sorteert, of althans niet meer voldoende. Dat geldt ook als sprake is van een volledig gesloten Europese markt, een scenario dat overigens als volkomen onrealistisch wordt afgedaan.

De overheidsmaatregelen komen in crisissituaties bovendien vaak te laat, en daarbij wordt ook nog eens het concurrentievermogen van de hele sector verzwakt. Het Institut für Ernährungswirtschaft in Kiel, gespecialiseerd in zuivelmarktanalyses, meende bijvoorbeeld al in 2015 dat, om de melkprijs met slechts 1 cent per kilo op te krikken, de productie in de EU met 6,4 miljard kilo moet worden beperkt. Dat volume komt overeen met de jaarproductie van heel Spanje of de jaarlijkse melkproductie van de deelstaat Nedersaksen, dat bepaald niet als een kleine melkregio geldt.

Hetzelfde instituut in Kiel bevestigt het resultaat van een in opdracht van de Europese Commissie uitgevoerde studie van leidende Europese landbouweconomen in 2013. In die studie werd geconcludeerd dat een snel prijsherstel door een centrale volumeregulering onwaarschijnlijk is en in het gunstigste geval hooguit beperkt zou uitpakken, vooral als gevolg van de integratie van de Duitse sector in internationale markten. Door de overheid vastgelegde volumes vergen hoge bureaucratische kosten. Het Thünen-Institut concludeerde in september dat 20 procent van de in Duitsland door het reductieprogramma bereikte productiebeperking in feite het resultaat is van bedrijfsbeëindigingen, dat wil zeggen bedrijven waar de productie sowieso gestaakt zou zijn.

De Europese Commissie heeft de jongste crisis in de melkveehouderij behalve met het subsidiëren van vrijwillige productievermindering op melkveebedrijven ook proberen bezweren met het opkopen van magere melkpoeder. Het massaal stockeren van melkpoeder breekt nu zuur op want ondanks de heropleving van de zuivelmarkt en de torenhoge boterprijs zijn er weinig kopers voor melkpoeder. Eerst wou de Commissie niet verkopen omdat de poederprijs zo laag was, ondertussen probeert Brussel de voorraad toch te slijten aan een veel lagere prijs dan de aankoopprijs. Zelfs dat wil niet goed lukken. Handelaars vinden dat het relatief oude interventiepoeder nog vrij duur is ten opzicht van vers product. In de periode 2015-2016 haalde Europa 360.000 ton of zo’n 17 procent van het jaarlijks verhandelde volume magere melkpoeder uit de markt.

In samenwerking met: Boerderij

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek