Bedrijfsareaal landbouwvennootschap is dubbel zo groot
Een landbouwvennootschap met bedrijfszetel in Vlaanderen heeft gemiddeld 47,5 hectare in gebruik. Dit is nagenoeg het dubbele van andere Vlaamse landbouwbedrijven, waarvan het areaal gemiddeld 25 hectare bedraagt. Het aandeel gepachte gronden versus gronden in eigendom verschilt dan weer nauwelijks van een gemiddeld bedrijf. Dat blijkt uit het antwoord van minister Joke Schauvliege op een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Herman De Croo (Open Vld). De Croo pleit voor meer cijfermateriaal en transparantie aangezien de trend van vervennootschappelijking aanhoudt en zeker bij jonge boeren groeit. De hervorming van de pachtwet staat bovendien voor de deur.
De vervennootschappelijking van landbouwbedrijven blijft een hot item ten gevolge van schaalvergroting en specialisatie van de landbouw die in Vlaanderen steeds kapitaalsintensiever wordt. Herman De Croo, lid van de commissie Landbouw in het Vlaams Parlement, vroeg daarom cijfers op bij minister van Landbouw Joke Schauvliege. Opvallend is dat landbouwvennootschappen gemiddeld genomen meer landbouwgrond in gebruik hebben. “We spreken nagenoeg over het dubbele met respectievelijk 47,45 hectare in gebruik tegenover een areaal van 25 hectare voor het gemiddelde Vlaamse landbouwbedrijf”, aldus De Croo. Landbouwbedrijven die een andere vorm van rechtspersoonlijkheid hebben, zijn dan weer kleiner. Zij bewerken gemiddeld net geen 18 hectare.
“We moeten uit deze cijfers vooral niet concluderen dat de gemiddelde Vlaamse boerderij zeer grootschalig is of wordt. Uiteindelijk gaat het slechts om 1.447 bedrijven die de vorm van een landbouwvennootschap hebben aangenomen, terwijl er in Vlaanderen 24.884 landbouwers actief zijn. Met een totaal areaal van 68.667 hectare nemen landbouwvennootschappen bovendien maar 11 procent in van de in totaal 622.738 hectare cultuurgrond in Vlaanderen”, rekent Herman De Croo voor. “Die schaalvergroting is ook logisch als je weet dat het aantal landbouwbedrijven sinds 2004 met gemiddeld vier procent per jaar afnam en ons landbouwareaal in die periode met 1,7 procent verminderde.”
Verder blijkt dat de verhouding van eigen gronden ten opzichte van gepachte gronden bij landbouwbedrijven met rechtspersoonlijkheid niet noemenswaardig verschilt van andere landbouwbedrijven. Er is hier sprake van een verhouding 37 procent eigendom en 63 procent pacht, terwijl het Vlaamse gemiddelde ligt op 35 en 65 procent.
“Cijfers zijn belangrijk om trends en problemen te kunnen inschatten. Ik ben dan ook wat teleurgesteld dat minister Schauvliege niet over opgesplitste cijfers voor landbouwvennootschappen en andere landbouwbedrijven per subsector beschikt. Dat is nochtans zeer relevant, aangezien grootschalige bedrijven een andere kapitaalsopbouw en grondbehoefte hebben”, aldus De Croo. “We weten bijvoorbeeld dat de aandelen van pacht versus eigendom per subsector kunnen verschillen. Het zou interessant zijn om weten of er ook een onderscheid is tussen landbouwvennootschappen en andere bedrijven, vermits vennootschappen kunnen beschikken over een andere eigendoms- en kapitaalstructuur.”
De Croo pleit voor meer transparantie aangezien de trend van vervennootschappelijking in de land- en tuinbouw aanhoudt en zeker bij jonge boeren nog toeneemt. De hervorming van de pachtwet staat bovendien voor de deur. “Met het oog hierop is het belangrijk een gedetailleerd inzicht te hebben in de behoeften van gepachte gronden voor land- en tuinbouwbedrijven in de diverse subsectoren,” alsnog De Croo.
Eerder leerde het antwoord van federaal landbouwminister Willy Borsus op een vraag van Kamerlid Frank Wilrycx (Open Vld) dat een kwart van de landbouwbedrijven in ons land rechtspersoonlijkheid heeft. Bij de oprichting van een nieuw landbouwbedrijf werd vorig jaar in 266 van de 497 gevallen gekozen voor een rechtspersoon, waarvan 41 landbouwvennootschappen. Het percentage rechtspersonen blijkt sterk te variëren per subsector. In de tuinbouw gaat het om 42,6 procent van alle bedrijven in ons land. Een gemengd landbouwbedrijf wordt meestal nog uitgebaat als natuurlijke persoon. Rechtspersonen hebben maar een aandeel van 16,6 procent.
