Belgapom weert negativiteit rond groei aardappelareaal
Uit een eerste analyse van de perceelsaangiften blijkt dat het aardappelareaal in Vlaanderen met bijna 15 procent toeneemt ten opzichte van vorig jaar. Bij Guy Depraetere (ABS) was een zweem van bezorgdheid te bespeuren omdat een grote oogst in kilo’s kan betekenen dat er voor de producent minder euro’s te rapen vallen. Volgens Romain Cools, belangenverdediger van de aardappelverwerkende industrie, mag je de groei van de aardappelsector niet somber inzien. “Wellicht zal de wereldwijde groei van de aardappelteelt de vraag naar aardappelproducten verder doen toenemen. Een deel zal ter plaatse geproduceerd worden, maar voor Belgapom is het duidelijk dat de Belgische aardappelketen verder werk moet maken van een competitief voordeel om onze producten over de ganse wereld te blijven uitvoeren.”
Op veel akkerbouwbedrijven zijn aardappelen een (belangrijke) teelt in de vruchtwisseling. Dit jaar worden er 15 procent meer consumptieaardappelen in Vlaanderen gepoot. Guy Depraetere van het Algemeen Boerensyndicaat wijt dit vooral aan een gebrek aan alternatieve teelten met een goed saldo, en aan specialisatie bij de telers. Romain Cools, secretaris van Belgapom, legt de nadruk niet op de zwakke prijsvorming van andere akkerbouwteelten maar op de winstgevendheid van aardappelteelt voor professionele telers. Zijn sector, de aardappelverwerkende industrie, doet naar verluidt meer dan een overschot aan aardappelen wegwerken. “De groeiende aardappelverwerking in Vlaanderen is misschien net de motor voor akkerbouwbedrijven.”
Cools adviseert iedereen om het boek ‘De aardappel in België, land van de friet’ te lezen om te begrijpen dat de spectaculaire groei van de aardappelverwerking geen toeval is. “Het is het resultaat van ondernemingszin, dynamiek en innovatie doorheen de ganse aardappelketen, en dit vanuit de basis van een rijke traditie. De ganse wereld kijkt op naar dit fenomeen, enkel in eigen land lijkt men een en ander evident te vinden. De door verwerkers aangekondigde investeringen zullen wellicht leiden tot een groeiende vraag naar aardappelen. Trouwens, niet enkel België maar het ganse West-Europese aardappelteeltgebied ziet hierin kansen tot groei, en dit doorheen de ganse aardappelketen. Ook in Nederland en Duitsland kent de aardappelverwerking een sterke groei.”
Cools vindt het hoog tijd dat de Belgische aardappelketen zich ‘clustert’ rond deze groeistrategie. In gans de wereld is de aardappelteelt aan een spectaculaire opmars bezig, wat ook in eigen land kansen schept voor de diverse schakels van de aardappelketen. “Bij Belgapom zijn we ervan overtuigd dat de recente initiatieven rond duurzaamheid en de voortdurende professionalisering en innovatie binnen de Belgische aardappelsector, gekoppeld aan de ligging van ons land in het midden van het ideale teeltgebied voor aardappelen, ook op termijn extra (export)kansen biedt voor onze Belgische aardappelproducten.”
James Bint wordt met zijn ‘license to fry’ in het buitenland de ambassadeur van de ‘real Belgian fries’. Romain Cools vindt het noodzakelijk om zich ook eensgezind rond de campagne ‘Food.be Small country, great food’ van de voedingsindustrie te scharen. “We mogen immers niet denken dat we in België alle friet voor de ganse wereld kunnen produceren. Als de huidige internationale groei van de aardappelteelt en -consumptie aanhoudt, is er genoeg plaats op de markt voor iedereen maar is het wel zaak om in eigen land competitief te blijven. Duurzame productie, voortdurende innovatie en onderzoek en samenwerking doorheen de keten zijn hiervoor de dynamische factoren waarop onze aardappelketen verder moet inzetten. De initiatieven in het kader van het Belgapom-project ‘together for sustainable growth’ met onderzoeksprojecten als Ipot, Reskia en Bintje plus, en aandacht voor de mogelijkheden van precisielandbouw kaderen hierin.”
Recente ervaringen hebben aangetoond dat internationale handelsakkoorden, die mogelijke belemmeringen moeten wegnemen, eveneens een belangrijke rol kunnen spelen. Daarom dicht Belgapom ook de overheid een belangrijke rol toe. “Misschien moeten we hierin niet enkel beschermend optreden, maar hebben we als sector ook offensieve belangen op de wereldmarkt te verdedigen!” Tot slot plaatst Cools de spectaculaire groei van het Vlaamse aardappelareaal in zijn context. “Wellicht zal de groei in de buurlanden minder groot zijn, waardoor de totale Europese productie meer in lijn is met de te verwachten groei van de verwerkingscapaciteit in België, Nederland en Duitsland. De kansen van onze producten op internationale markten zullen daarbij ook in belangrijke mate bepalend zijn. De aardappelteler staat voor een vrije keuze qua areaal en wijze waarop hij zijn aardappelen verkoopt (vrij of op contract). Er zijn weinig sectoren die zoveel keuze bieden aan telers”, aldus Romain Cools.
