Belgische vissers gaan mee afval op zee bestrijden

De Belgische vissers hebben zich geëngageerd om mee de strijd aan te gaan tegen afval op zee. In het kader van het internationale project ‘Fishing for litter’ zullen ze het afval dat ze bij het vissen bovenhalen mee aan land nemen in plaats van op zee achter te laten. Voor de opslag van het afval aan boord krijgen ze grote afvalzakken van de Vlaamse Visserijcoöperatie. Bij terugkomst in de haven kunnen de vissers hun afvalzakken dan achterlaten waarna het afval verwerkt en gerecycleerd wordt.

Op de kade in Zeebrugge werd het project ‘Fishing for litter’ officieel gelanceerd. De Belgische vissers en reders werden er tijdens een interactief event warm gemaakt om actief deel te nemen aan het project en het afval dat ze in hun netten vinden, mee aan land te brengen. “Vissers konden zich ook aanmelden als ‘Fishing for Litter’-ambassadeur. Zo willen we dat binnen drie jaar 100 procent van de vissers meewerken aan het project”, vertelt projectcoördinator Sander Meyns. 

Een eerste stap naar de bewustmaking bij vissers over zwerfvuil op zee werd een aantal jaar geleden gezet. Sinds 2016 gelden strikte procedures voor het bedrijfsafval van vissersschepen. Zo moet het eigen afval op schepen worden bijgehouden en ingezameld aan land waarna het gesorteerd en verder verwerkt wordt door erkende ophalers. Hiervoor betalen de aangesloten reders jaarlijks een bijdrage aan de Vlaamse Visserijcoöperatie (VVC Equipment) die dit afvalproject coördineert.

Met ‘Fishing for Litter’ willen de Belgische vissers nu een stap verder gaan en ook al het afval dat ze uit hun netten halen, opslaan aan boord in daartoe speciale voorziene afvalzakken. “We zetten enorme stappen vooruit”, erkent ook Pedro Rappé, bemanningslid op een Belgische vissersboot. “Het is de bedoeling dat het een automatisme wordt om afval dat niet thuishoort op zee te sorteren en op het einde van de zeereis aan wal te brengen.” Hij hoopt dat deze mentaliteitswijziging tot bij alle vissers doordringt.

Het ‘Fishing for Litter’-initiatief is mogelijk dankzij de steun van Europese, Belgische, Vlaamse en West-Vlaamse overheden.