Belgische zaaizaadsector verenigt zich in Seed@Bel
De Belgische zaadsector heeft zich verenigd in de nieuwe federatie Seed@Bel. Deze nieuwe sectorfederatie is ontstaan na het samengaan van de zaaizaadvereniging Semzabel en de vereniging van zaaizaadveredelaars Assinsel. “Met deze fusie willen we een verdere professionalisering van onze federatie bewerkstelligen”, vertelt Marc Ballekens, voorzitter van Seed@Bel. Belangrijke dossiers voor de zaaizaadsector zijn onder meer het verbod op almaar meer zaaizaadbehandelingen, de organisatie van de proefveldwerking, de intellectuele eigendom op zaden en nieuwe veredelingstechnieken.
De wortels van Seed@Bel gaan terug tot 1944 toen de handel in graanzaden de federatie SEMZA (Semences – Zaden) opricht. Op dat moment waren zo’n 50 families die actief waren in de zaadhandel in granen lid. “Maar wanneer er steeds meer concentratie optreedt in de landbouwsector in het algemeen en in de zaaizaadsector in het bijzonder, wordt het voor de leden van SEMZA duidelijk dat de versnippering in de belangenbehartiging van de sector geen goede zaak is”, brengt Jean-Paul Jorion in herinnering. In 1980 besluit de hele zaaizaadsector, zowel handel als kwekers en zowel granen als andere gewassen, zich te verenigingen in Semzabel. Enkel de veredelaars behouden op dat moment hun sectorfederatie, Assinsel genaamd.
Maar daar is nu toch een eind aan gekomen. Met de fusie van Semzabel en Assinsel wordt de zaaizaadsector nu vertegenwoordigd door één sectororganisatie. Seed@Bel telt in totaal 28 leden. “Daarmee is ruim 90 procent van de Belgische zaaizaadsector aangesloten bij de nieuwe federatie”, zegt Marc Ballekens (Limagrain) die als voorzitter van Semzabel nu ook voorzitter wordt van Seed@Bel. Hij wordt bijgestaan door een ondervoorzitter uit elk landsgedeelte. Voor Vlaanderen is dat Esther Monard (AVEVE) en voor Wallonië Jean-Paul Jorion (Jorion Philipseeds). Kristiaan Van Laecke (ILVO) die secretaris-generaal was van Semzabel behoudt zijn functie bij de nieuwe sectorfederatie.
De werking van de kersverse federatie is opgesplitst in zes secties: suikerbieten, maïs, granen, groenvoeders, tuinbouw en Intellectual Property. Deze laatste sectie is volledig nieuw. “Aangezien er vroeger met Assinsel een volledige federatie was die de belangen van de kwekers behartigde en toezicht hield op het kwekersrecht, hebben we binnen Seed@Bel beslist om er een volledige sectie aan te wijden”, vertelt Ballekens. In tegenstelling tot de andere secties die telkens bestaan uit een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris, heeft Intellectual Property twee ondervoorzitters in plaats van één.
“Intellectuele eigendom is dan ook een belangrijk gegeven in de zaaizaadsector”, vertelt sectievoorzitter Esther Monard. “Zonder royalties heeft een kweker geen bron van inkomsten en die heeft hij nodig om opnieuw te kunnen investeren in de ontwikkeling van nieuwe rassen.” Een nieuw thema dat binnen de sectie Intellectueal Property van nabij wordt opgevolgd, is het gebruik van ‘new breeding techniques’. “Nieuwe kruisingstechnieken zoals CRISPR/Cas worden immers steeds belangrijker in onze sector”, stelt Monard.
Een thema dat voor bijna alle andere secties aan belang wint, is de strenge regelgeving rond zaaizaadbehandeling. “Het verbod op allerhande middelen, zoals neonicotinoïden, plaatst onze sector voor grote uitdagingen. Zaaizaadontsmetting is nochtans een zeer goede vorm van gewasbescherming om teelten een goede start te geven”, legt Marc Ballekens uit. Ook de opvolging van de proefveldwerking maakt een belangrijk onderdeel uit van het werk van de secties. Daarnaast zijn er per sector ook specifieke thema’s. Denk bijvoorbeeld aan de problematiek van ecologisch aandachtsgebied en de toegelaten gras- en bloemenmengsels in dat kader.
Met deze fusie wil de zaaizaadsector zich naar eigen zeggen verder voorbereiden op de toekomst. “Het is een eerste stap in de professionalisering van onze federatie”, zegt de voorzitter. “Vandaag zijn we sterk afhankelijk van de voorzitters, ondervoorzitters en secretarissen van de verschillende secties. Dat zijn allemaal mensen die dit werk voor Seed@Bel combineren met hun job bij een zaaizaadbedrijf. Dat heeft voordelen, want we hebben telkens specialisten aan tafel die de belangen van de sector behartigen. Anderzijds vraagt het van hen heel veel tijd en energie. We streven er op termijn naar om met Seed@Bel iemand in dienst te nemen die een stuk van dat werk uit handen van de secties kan nemen. Maar dat vraagt natuurlijk dat die persoon heel veel kennis over de sector moet hebben om zich goed te verweren in debatten”, werpt Ballekens al een blik op de toekomst van Seed@Bel.
