Biedt nieuw EU-project uitweg voor aardappeloverschot?
De afgelopen tien jaar kreeg de aardappelmarkt gemiddeld om de drie jaar een groot overschot te verwerken, met nefaste gevolgen voor de aardappelprijs tot gevolg. Om die gigantische overschotten beter te valoriseren zetten het Algemeen Boerensyndicaat, de Fédération Wallonne d'Agriculture (FWA) en de Franse UNPT Union Nationale de Producteurs de Pommes de Terre een grensoverschrijdend project op. Het idee is dat een overschot aan aardappelen beter ingeschat wordt, en op voorhand afspraken gemaakt worden met afnemers in alternatieve afzetkanalen zoals veevoeder en biogas.
De aardappelsector is de laatste tien jaar stevig gegroeid, zowel wat het areaal als wat de opbrengst per hectare betreft. Bintje maakte langzaamaan plaats voor variëteiten die makkelijk 60 ton per hectare opleveren. Die dubbele groei werd deels opgevangen door de recordinvesteringen in de verwerkende industrie, maar zorgen ook vaker dan pakweg tien jaar geleden voor een fiks marktoverschot. “Vroeger kwam je dat eenmaal om de tien jaar tegen, tegenwoordig om de drie jaar”, aldus Guy Depraetere van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS).
“Om die overschotten beter te valoriseren, hebben we een grensoverschrijdende samenwerking opgezet in het kader van het Interreg-project GEPOS”, vervolgt Depraetere. “Het is de bedoeling dat we samen zoeken naar alternatieve afzetkanalen in het gebied Vlaanderen - Wallonië - Noord-Frankrijk voor extreem grote aardappeloverschotten in seizoenen zoals we ook nu weer meemaken. We willen afspraken maken met potentiële afnemers (buiten de voedingsindustrie) om in bepaalde jaren zeer grote hoeveelheden aardappelen af te nemen.”
Het project gaat een beslissingsondersteunend systeem uitwerken om bij de aanvang van elk bewaarseizoen te kunnen inschatten of er sprake is van een seizoen met extreem grote aardappeloverschotten. In een tweede stap wordt gekeken welke volumes aardappelen in zo’n seizoen kunnen afgenomen worden door alternatieve afzetkanalen en onder welke voorwaarden. Daarbij wordt onder meer gekeken naar veevoeding, de zetmeelindustrie, biogas en compostering.
“Het is belangrijk om daar op voorhand afspraken rond te maken”, aldus nog Depraetere. “Als je bijvoorbeeld naar biogasinstallaties kijkt, dan is het belangrijk te weten voor het optimaal functioneren van de installatie dat er op regelmatige basis vergelijkbare volumes kunnen worden geleverd. Ook de logistiek moet op voorhand bestudeerd worden.” Marc Goeminne zal het project coördineren. In totaal beschikt het GEPOS-project over een budget van 30.000 euro.
