Biogassector staat op een keerpunt in Vlaanderen

Biogas staat in voor 10 procent van de totale hernieuwbare energie in Vlaanderen. Hiermee wordt de 2020-doelstelling voor de productie van groene stroom uit biogas nu reeds gehaald. “Zie dat niet als een verworvenheid”, waarschuwt Tore Content namens de federatie van biogasbedrijven (FEBIGA). “De groei is uit onze sector, en stilstaan is achteruitgaan want de bestaande grote biogasinstallaties komen aan het einde van tien jaar ondersteuning via groenestroomcertificaten. De opgebouwde expertise in de sector is groot genoeg om exploitanten toe te laten nieuwe installaties te bouwen die kunnen functioneren binnen het steeds strengere keurslijf dat de overheid ons aanmeet. Het enige dat we vragen is een duidelijke beleidsvisie inzake biogasproductie met 2030 of liever nog 2050 als verre horizon.”
3 december 2018  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:47
Lees meer over:

Biogas staat in voor 10 procent van de totale hernieuwbare energie in Vlaanderen. Hiermee wordt de 2020-doelstelling voor de productie van groene stroom uit biogas nu reeds gehaald. “Zie dat niet als een verworvenheid”, waarschuwt Tore Content namens de federatie van biogasbedrijven (FEBIGA). “De groei is uit onze sector, en stilstaan is achteruitgaan want de bestaande grote biogasinstallaties komen aan het einde van tien jaar ondersteuning via groenestroomcertificaten. De opgebouwde expertise in de sector is groot genoeg om exploitanten toe te laten nieuwe installaties te bouwen die kunnen functioneren binnen het steeds strengere keurslijf dat de overheid ons aanmeet. Het enige dat we vragen is een duidelijke beleidsvisie inzake biogasproductie met 2030 of liever nog 2050 als verre horizon.”

Vorige maand raakte bekend dat één op de vijf pocketvergisters op rundveebedrijven in 2017 geen kW groene stroom produceerde omdat de installatie niet naar behoren functioneerde. FEBIGA, de federatie van de (grote) biogasbedrijven in Vlaanderen, reageerde op dat nieuws omdat het een misverstand is dat biogas produceren een makkie is. Heel wat veehouders komen daar pas achter na de aankoop van een pocketvergister die meer aandacht vraagt dan ze op voorhand ingecalculeerd hadden. De leden van FEBIGA zijn daarentegen private biogasproducenten die grote (agrarische of industriële) installaties uitbaten. Het kleinste biogasbedrijf dat lid is van FEBIGA produceert nog altijd meer groene stroom dan de gezamenlijke output van alle 75 pocketvergisters op Vlaamse boerderijen. Samen wekken ze meer groene energie (stroom en warmte) op dan alle windmolens op land in Vlaanderen.

In 2020 wil Vlaanderen 760 GWh groene stroom produceren uit biogas. Deze doelstelling wordt reeds gehaald. Biogas is goed voor 10,6 procent van alle groene stroom in Vlaanderen, en 12,9 procent van alle groene warmte. De thermische productie is van dezelfde grootteorde als de stroomproductie, wat het totaal aan groene energie uit biogas op 1.450 MW brengt. De Vlaamse regering heeft de laatste tien jaar sterk ingezet op hernieuwbare energie. De technologie van het omzetten van biomassa in bio-energie wordt sindsdien, zoals alle hernieuwbare energiebronnen, door de overheid gesubsidieerd. De productie van bio-energie gebeurt op twee manieren: door verbranding van houtpellets in warmtekrachtcentrales of door vergisting van organische afvalstromen in biogasinstallaties.

Als je Tore Content vraagt welke van de twee de ondersteuning van de overheid verdient, dan is het antwoord simpel: “Verbranding van houtpellets is geen echt groene energiebron omdat het overzees transport en milieuschade met zich meebrengt. Biogas komt daarentegen voort uit een natuurlijk vergistingsproces dat zich lokaal of regionaal ontwikkelt.” In 2017 waren er 84 biogasinstallaties in Vlaanderen actief (exclusief kleinschalige vergisting), waarvan 24 agrarische en 15 industriële vergisters met private uitbaters die hun belangen verdedigd weten door FEBIGA. Daarnaast zijn er twee GFT-vergisters actief van intercommunales, 16 rioolwaterzuiveringsinstallaties, 14 afvalwaterzuiveringsinstallaties en 23 installaties die methaan recupereren uit oude stortplaatsen. Samen hebben zij een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 143,5 MWe.

De agrarische en industriële vergisters staan in voor 80 procent van de totale biogasproductie. De helft van de grotere biogasbedrijven bevinden zich in de provincies Antwerpen en West-Vlaanderen. Hun inplanting en acceptatie door de omgeving is één van de pijnpunten waar de sector mee kampt. FEBIGA staat “bestemmingsneutraliteit” voor, dat wil zeggen dat de ruimtelijke bestemming van een gebied op zich geen weigeringsgrond mag vormen voor de inplanting van een installatie. De directeur van FEBIGA doet een suggestie met het oog op het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen: “De ontwikkeling van nieuwe biogasinstallaties zal op goed gelegen locaties moeten gebeuren. Zet bijvoorbeeld bepaalde zones in agrarisch gebied om naar zones voor de productie van hernieuwbare energie.”

Bekijk ook de videoreportage 'In beeld: biogas' op VILT TeeVee.

De zoektocht naar een locatie voor een nieuwe inplanting van een biogasinstallatie maakt in de buurt al snel slapende honden wakker. Incidenten uit het verleden, waarbij biogas in de krantenkoppen in één zin genoemd werd met ‘brand’ en ‘explosie’, stralen negatief af op het imago van de sector. Vooral bij het drogen van de digestaat loopt het door het brandgevaar al eens mis. Tore Content is zich bewust van het imagoprobleem zodat hij naar zijn leden toe nog meer de nadruk wil leggen op correct en veilig werken. Aan de expertise bij uitbaters van biogasinstallaties mag volgens hem niet getwijfeld worden. “De grote biogasbedrijven hebben er tien jaar over gedaan om te staan waar ze vandaag staan. Uit de incidenten in het verleden zijn ook telkens lessen getrokken”, aldus Content. Hij verwijst naar het Voortgangsrapport van Biogas-E vzw, waaruit op te maken is dat de agro-industriële vergisters in 2017 in totaal 690 GWh aan groene stroom produceerden.

Volgens FEBIGA zijn de exploitanten van biogasinstallaties tien jaar na de eerste investeringen in de sector bereid om hun expertise aan te wenden voor een tweede generatie biogasinstallaties in Vlaanderen. “Dat lukt maar voor zover de overheid hun deskundigheid erkent en mee wil nadenken over een toekomstvisie rond biogas op lange termijn.” In andere EU-lidstaten wordt zwaar ingezet op de productie van biogas en de opwaardering daarvan tot biomethaan. “Vlaanderen kan niet achterblijven”, vindt Tore Content. “Onze sector wil zich toeleggen op innovatie in plaats van groei. Financiële ondersteuning vanuit de overheid moet zich vooral richten op de unieke voordelen van biogas: flexibel, lokaal inzetbaar en het biedt de mogelijkheid tot opslag.”

Binnen het energievraagstuk is biogasproductie de enige hernieuwbare energietechnologie die continu blijft produceren. FEBIGA claimt op basis van cijfers van het Vlaams Energieagentschap (VEA) 7.660 vollast draaiuren per jaar voor een gemiddelde biogasinstallatie, tegenover 899 vollast zonuren per jaar voor zonnepanelen en 2.250 productieve uren per jaar voor windmolens. “De bijdrage van biogas aan 10 procent van alle hernieuwbare energie in Vlaanderen is er dus ook wanneer de wind niet waait en de zon niet schijnt. Bovendien zijn biogasinstallaties betrouwbaar, in tegenstelling tot onze verouderde kernreactoren. Gezuiverd biogas (biomethaan) helpt het aardgasverbruik in Vlaanderen te ‘decarboniseren’. De biogassector moet op termijn gekoppeld worden aan onder andere de chemische industrie als grondstoffenleverancier van duurzaam beschikbare chemische bouwstenen. Dit vereist als eerste stap vooruit dat een biomethaan-mechanisme meegenomen wordt in het volgende regeerakkoord.”

De algemeen directeur van FEBIGA wil af van het kortetermijnbeleid dat “met op zichzelf staande maatregelen de toegevoegde economische waarde van biogasproductie fnuikt”. Het komt er volgens hem op aan om de unieke voordelen van biogas – over verschillende beleidsdomeinen heen – in beeld te brengen en te verzilveren. Het politiek memorandum van FEBIGA bevat een aantal concrete voorstellen voor de beleidsmakers die de biogassector zullen helpen om tegen 2030 deel uit te maken van de toekomstige kringloopeconomie in Vlaanderen.

Tore Content hoopt tot slot dat de Vlaamse overheid in het volgende regeerakkoord een duidelijke richting uitspreekt, zodat de biogassector daar naartoe kan bewegen. Om ondernemers zin te geven in nieuwe investeringen in de biogassector, is er vooral nood aan een langetermijnvisie met 2030 en zo mogelijk zelfs 2050 als horizon. Uit een recente studie van Biogas-E, het kennisplatform voor biogas, blijkt dat indien alle beschikbare organische afvalstromen die in Vlaanderen vrijkomen vergist zouden worden, liefst één miljard kubieke meter biomethaan kan geproduceerd worden. Hiermee zou 8,75 procent van het huidige gasverbruik groener kunnen worden.

Lees binnenkort meer op VILT.be over ‘biogas als onderdeel van de circulaire economie’.

Beeld: New Holland

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek