Boeren vangen bot in zaak grondaankoop Fernand Huts

In de zaak van de boeren die de verkoop betwisten van Zeeuws-Vlaamse landbouwgrond van het Gentse OCMW aan Fernand Huts (topman van Katoen Natie) heeft de rechtbank van eerste aanleg in Gent beslist dat de klacht onontvankelijk is. De boeren hebben geen belang aangetoond volgens de rechtbank, die zich onbevoegd verklaarde. De advocaat van de boeren, Nic Reynaert, bekijkt nu hoe het verder moet, via eventueel een beroep of andere juridische middelen.
22 januari 2019  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:48
Lees meer over:

In de zaak van de boeren die de verkoop betwisten van Zeeuws-Vlaamse landbouwgrond van het Gentse OCMW aan Fernand Huts (topman van Katoen Natie) heeft de rechtbank van eerste aanleg in Gent beslist dat de klacht onontvankelijk is. De boeren hebben geen belang aangetoond volgens de rechtbank, die zich onbevoegd verklaarde. De advocaat van de boeren, Nic Reynaert, bekijkt nu hoe het verder moet, via eventueel een beroep of andere juridische middelen.

In 2016 kocht Huts via een Luxemburgse vennootschap 450 hectare Zeeuws-Vlaamse landbouwgronden van het Gentse OCMW voor 17,5 miljoen euro. Landbouwer Pieter Van Poucke en zijn partner vroegen de ontbinding van de verkoop, want de gronden waren geregistreerd als 72 percelen en moesten volgens hen in verschillende loten verkocht worden. Volgens het OCMW was de verkoop in één perceel makkelijker uit administratief oogpunt en zou een aparte verkoop te duur geweest zijn. De verkoop gebeurde volgens het OCMW via een transparante procedure, werd er niemand uitgesloten en werd er een correcte marktprijs betaal.

Volgens advocaat Reynaert konden de boeren op die manier echter niet meedingen voor de goedkope landbouwgrond, omdat het lot onbetaalbaar groot was. “We spreken over een verkoopprijs van 39.000 euro per hectare, terwijl landbouwgrondprijzen hier en in Nederland makkelijk tussen de 80.000 en 100.000 euro bedragen”, vertelde hij. “De samenverkoop zette de deur open voor grote investeerders zoals Huts.” Volgens de eisers was er ook sprake van onterechte staatssteun van het OCMW aan Huts. "Het stuk grond was 20 miljoen euro waard volgens het taxatieverslag, en in 2016 was dat al 22,5 miljoen”, aldus Reynaert. “Dat is een reële staatssteun van 5 miljoen euro bij een verkoop voor 17,5 miljoen euro.”

Bij hun vraag naar de ontbinding van de verkoop werden de boeren gesteund door Raf Verbeke van de burgerbeweging Constituante. Die kwam vrijwillig tussen in de zaak om de Europese boekhoudregels in vraag te stellen. “Met de verkoop van deze gronden financiert het OCMW Gent een rusthuis in Mariakerke”, motiveerde hij zijn tussenkomst tijdens het proces. “De absurde Europese begrotingsregels verplichten onze openbare besturen dergelijke investeringen in een jaar af te schrijven.”

Volgens de advocaten van het OCMW had Verbeke geen belang bij de zaak, en ze eisten een schadevergoeding van 5.000 euro van Verbeke en van 10.000 euro van de boeren. De rechtbank ging niet in op de vraag tot schadevergoeding, maar oordeelde dat de klacht onontvankelijk is. De boeren, die wel een rechtsplegingsvergoeding moeten betalen, hadden in Nederland naar de rechter moeten stappen en toonden geen belang aan, aldus de rechtbank.

De klacht werd onontvankelijk verklaard omdat de boeren geen rechtmatig belang hadden én omdat van de overdracht van de gronden geen melding was in een Belgische hypotheekkantoor. Volgens Raf Verbeke sprak de rechtbank zich evenwel niet uit over de grond van de zaak, en ligt alles open om de rechtsgeldigheid van de verkoop aan een andere rechter voor te leggen. "Het was een puur formeel oordeel dat de klacht onontvankelijk was”, vertelt hij. “De rechter heeft zich niet gewaagd aan een toetsing van de verkoop aan fundamentele en Europese rechtsregels."

Bron: Belga

Beeld: Zeelandblog.nl

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek