Bouwmeester wil iets doen aan verkavelingsdrift Vlaming
Vlaanderen telt meer dan 1.200 dorpen en meer dan een derde van de Vlamingen woont en leeft er. De nieuwe bouwmeester Leo Van Broeck stelt dat plattelandsbewoners een belastende keuze maken voor onze maatschappij. Hij argumenteert dat iemand die in de stad woont minder aan de maatschappij kost omdat hij of zij dichter bij de voorzieningen woont. Landelijke Gilden vindt het geen goed idee om iedereen naar de steden te drijven vanwege het sociaal weefsel op het platteland. De bouwmeester verduidelijkt in het VRT-journaal dat steden maar ook dorpskernen een betere optie zijn dan de verkavelingsdrift aan de rand van dorpen laten betijen.
De pas aangestelde bouwmeester Leo Van Broeck wil Vlamingen aansporen om meer in de stad te wonen en hij wil de nieuwbouw rond de dorpen een halt toeroepen. Het mooie Vlaamse platteland heeft volgens Van Broeck sterk te lijden onder de vele verkavelingen rond de dorpen. Hij omschrijft het als "dood knuffelen en kapot wonen" van dat platteland.
Landelijke Gilden begrijpt en onderschrijft een aantal pleidooien. "Ook wij vinden dat er spaarzaam met de open ruimte moet omgegaan worden. Verdichting en inbreiding, ook in dorpen, moeten absoluut als leidraad gelden." De plattelandsvereniging heeft er niettemin moeite mee dat de bouwmeester voorbijgaat aan het sociale leven in de dorpen. "Dat ziet er anders uit dan in stadskeren. Het veelkleurig sociaal weefsel op het Vlaamse platteland mag niet verdwijnen."
Sociale cohesie moet volgens Landelijke Gilden meegenomen worden in het debat. In het groenboek van het Beleidsplan Ruimte voor Vlaanderen staat meermaals 'dorpskernen', onder andere in de strofe 'wij willen blijvend onze steden en dorpskernen versterken door er ontwikkelingen te bundelen'. Daarom verwacht de vereniging dat de Vlaamse bouwmeester mee nadenkt over het versterken van het Vlaamse platteland.
Een beleid dat dorpen versterkt, is volgens Landelijke Gilden iets totaal anders dan bijkomend open ruimte innemen. "De Vlaamse dorpen hebben ook recht op dorpsvernieuwingsprojecten zoals er massaal met overheidsmiddelen in steden worden ontwikkeld." In een reactie op de kritiek van Landelijke Gilden verduidelijkt de bouwmeester in het VRT-journaal dat hij de Vlaming niet alleen naar de stad maar ook naar de dorpskernen wil zien verhuizen. Niet de dorpskernen zijn het probleem, wel de verkavelingen daarrond die de open ruimte op het platteland sterk versnipperen.
Leo Van Broeck oriënteert zich op de ruilverkaveling van landbouwpercelen in de zoektocht naar een oplossing voor de verkaveling en versnippering van het platteland. De Vlaamse overheid bestudeert volgens Van Broeck een gelijkaardig systeem van perceelruil dat de bewoning op preferentiële plaatsen verdicht en elders gronden voor bebouwing vrijwaart. Hij verwijst naar het draagvlak dat daarvoor nodig is en stelt eigenaars gerust dat het zonder waardeverlies kan. "Het idee dat we met zijn allen recht hebben op wonen in een vrijstaande villa op een grote kavel in the middle of nowhere is onleefbaar."
De nieuwe bouwmeesteer is ingenieur-architect en gastdocent aan de KU Leuven. Vorig jaar deed hij tijdens een studiedag van Landelijke Gilden nog een wake-upcall omdat de zeer gefragmenteerde bebouwing in Vlaanderen grote economische en ecologische nadelen heeft. "Het verkavelingsmodel heeft enerzijds de steden doen leeglopen en anderzijds de natuur en het platteland kapotgemaak", argumenteerde Van Broeck toen al.
