Buren in toekomst waarschuwen bij bespuiting percelen?

De Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) en de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) hebben geen consensus kunnen bereiken in hun gezamenlijk advies over de Vlaamse en Belgische acties van het nationaal actieplan voor de reductie van pesticiden voor de periode 2018-2022. Vooral het feit dat er wordt aangestuurd op het invoeren van een systeem waarbij omwonenden van een perceel vooraf moeten gewaarschuwd worden bij bespuitingen, stuit op verzet bij de vertegenwoordigers van de land- en tuinbouw in deze adviesraden.
10 april 2017  – Laatste update 4 april 2020 15:33
Lees meer over:

De Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) en de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) hebben geen consensus kunnen bereiken in hun gezamenlijk advies over de Vlaamse en Belgische acties van het nationaal actieplan voor de reductie van pesticiden voor de periode 2018-2022. Vooral het feit dat er wordt aangestuurd op het invoeren van een systeem waarbij omwonenden van een perceel vooraf moeten gewaarschuwd worden bij bespuitingen, stuit op verzet bij de vertegenwoordigers van de land- en tuinbouw in deze adviesraden.

Na de adviesvraag van Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege bogen SALV en Minaraad zich gezamenlijk over het Vlaamse ontwerp-actieplan Duurzaam Pesticidengebruik 2018-2022. Eerst en vooral stellen ze vast dat er een gedegen onderbouwing van het voorliggende ontwerpplan ontbreekt. Zo is er geen impactstudie gedaan naar het vorige actieplan. “Nochtans stelt de Europese regelgeving dat er bij herziening van nationale actieplannen rekening moet gehouden worden met de gezondheids-, sociale, economische en milieueffecten van de reeds genomen maatregelen”, klinkt het. Bovendien werd geen kosten-baten analyse gemaakt van het voorliggend plan.

In het plan is eveneens opgenomen dat er een waarschuwingssysteem op poten moet gezet worden dat buurtbewoners vooraf waarschuwt over mogelijke bespuitingen. “Door de ruimtelijke realiteit in Vlaanderen grenzen heel wat woningen aan landbouwpercelen. In de praktijk blijkt dat bewoners het op prijs zouden stellen om op voorhand te weten wanneer de betrokken bespuitingen plaatsvinden. Op die manier kunnen ze hun buitenactiviteiten daarop afstemmen”, zo stelt het actieplan. “Daarom moet uitgetest worden welk waarschuwingssysteem het meest geschikt lijkt om hieraan tegemoet te komen, tevens rekening houdend met de toepasbaarheid door de betrokken land- en tuinbouwers.”

Voor SALV en Minaraad is dit een brug te ver. Ze wijzen erop dat vandaag al verschillende maatregelen bestaan en genomen worden om blootstelling te voorkomen. “Denk maar aan driftreducerende maatregelen zoals is opgenomen in de praktijkgids gewasbescherming, de verdere ontwikkeling van IPM (Integrated Pest Management), precisielandbouw en de toelatingsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen”, luidt het.

Bovendien zijn ze ervan overtuigd dat een aankondiging van een bespuiting niet effectief is om drift te reduceren of om de impact ervan te verminderen. “Bestrijdingsmiddelen toepassen in de beste klimatologische omstandigheden, zoals de code goede landbouwpraktijken aanbeveelt, zal het minste impact veroorzaken en zal vermijden dat een herbespuiting nodig is.” Ook Boerenbond wijst in zijn ledenblad op de onhaalbaarheid van de voorgestelde maatregel. “Omwonenden informeren over een bespuiting is niet werkbaar omdat het tijdstip van zo’n toepassing sterk afhankelijk is van de weersomstandigheden.”

Om een maximale reductie van drift te bereiken, vragen de adviesraden dat er ingezet wordt op sensibilisering van alle professionele gebruikers via de opleiding fytolicentie. Onderzoek naar driftwerende barrières kan ook soelaas brengen. Bijkomend vragen de milieu- en natuurorganisaties dat de aanbeveling uit de IPM-praktijkgids om geen gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken bij windsnelheden van meer dan drie beaufort, omgezet wordt naar een verplichte bepaling.

Ook vragen ze dat de IPM-aanbeveling om een onbeteelde zone van vijf meter langs waterlopen te respecteren om afspoeling van middelen te bereiken, een verplichting wordt als het gaat om ecologisch kwetsbare waterlopen. Tot slot zijn deze organisaties vragende partij voor onderzoek naar de effectiviteit en haalbaarheid van een bufferzone waar geen gangbare gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. “Deze zones hebben tot doel om de impact van aangrenzende niet-biologisch bewerkte percelen op biologische percelen te verminderen”, luidt het.

De landbouw- en zelfstandigenorganisaties wijzen er op hun beurt op dat het niet duidelijk is wat bedoeld wordt met ecologisch kwetsbare waterlopen. Een generieke teeltvrije zone van vijf meter heeft wat hen betreft een veel te zware impact op het landgebruik. “Drift moet maximaal gereduceerd worden op een manier die technologisch haalbaar en betaalbaar is. Zo moet tegen 2020 elke spuitmachine uitgerust zijn met 50%-driftreducerende doppen. Deze maatregel zal ontegensprekelijk een positief effect hebben op de omgeving”, staat te lezen in het advies.

Er wordt ook gewezen op het feit dat de diverse reeds bestaande waarschuwingssystemen voor het gericht uitvoeren van een bespuiting niet zijn opgenomen in het nationaal actieplan. “Het opvolgen van waarschuwingssystemen draagt nochtans in belangrijke mate bij tot een meer doelgerichte ziekte- en plaagbestrijding. Vanuit de overheid moet overwogen worden de uitbouw van deze waarschuwingssystemen beter te ondersteunen zodat ze ook beter toegankelijk worden voor alle Vlaamse land- en tuinbouwers. Nu zijn ze vaak betalend.”

Meer informatie: Advies Ontwerp-actieplan duurzaam pesticidengebruik 2018-2022

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek