"Concrete antwoorden nodig op verzuchtingen landbouw"

Dinsdag heeft minister Joke Schauvliege samen met de leidende ambtenaren van haar administraties overleg gepleegd met landbouworganisaties ABS, Boerenbond en BioForum. In vijf grote dossiers (natuurdoelstellingen, mestactieplan, vergroening, erosie en historisch permanent grasland) stelden zij een 30-tal concrete vragen/eisen. “Na het tonen van begrip is het nu tijd voor concrete antwoorden op de verzuchtingen uit de landbouwsector”, maakte Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) van de plenaire zitting in het Vlaams Parlement gebruik om de minister tot spoed aan te zetten. “Met de grote principes in al de dossiers gaat de landbouwsector akkoord, maar men vraagt meer aandacht voor de haalbaarheid op het terrein”, beschrijft Schauvliege in welke sfeer het overleg plaatsvond. Dat de minister iets wil doen voor de boeren, hebben de landbouworganisaties zo ook ervaren, maar het maakt hun ‘to do’-lijstje er niet korter op.
30 april 2015  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:21
Lees meer over:

Dinsdag heeft minister Joke Schauvliege samen met de leidende ambtenaren van haar administraties overleg gepleegd met landbouworganisaties ABS, Boerenbond en BioForum. In vijf grote dossiers (natuurdoelstellingen, mestactieplan, vergroening, erosie en historisch permanent grasland) stelden zij een 30-tal concrete vragen/eisen. “Na het tonen van begrip is het nu tijd voor concrete antwoorden op de verzuchtingen uit de landbouwsector”, maakte Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) van de plenaire zitting in het Vlaams Parlement gebruik om de minister tot spoed aan te zetten. “Met de grote principes in al de dossiers gaat de landbouwsector akkoord, maar men vraagt meer aandacht voor de haalbaarheid op het terrein”, beschrijft Schauvliege in welke sfeer het overleg plaatsvond. Dat de minister iets wil doen voor de boeren, hebben de landbouworganisaties zo ook ervaren, maar het maakt hun ‘to do’-lijstje er niet korter op.

De voorbije weken en maanden was gans Vlaanderen getuige van massaal boerenprotest. “Gedisciplineerd protest dat vanwege de minister niet alleen begrip maar ook concrete oplossingen verdient”, zo gaf volksvertegenwoordiger Stefaan Sintobin in het Vlaams Parlement te kennen aan minister Joke Schauvliege. De hoogdringendheid zet hij in de verf door de slogans van de landbouworganisaties te herhalen: “Stop de waanzin” en “Geen boerenkerkhof in Vlaamse velden”. Collega-parlementsleden die het landbouwdossier behartigen, zoals Tinne Rombouts (CD&V), Francesco Vanderjeugd (Open Vld) en Jelle Engelbosch (N-VA), grepen de actuele vraag van Sintobin aan om bij de minister te polsen naar de timing van belangrijke beslissingen in de voor landbouw belangrijke dossiers en naar de haalbaarheid van hetgeen voorligt.

“Over die praktische haalbaarheid van een aantal beleidsmaatregelen hebben ABS, Boerenbond en BioForum hun bezorgdheid geuit. De doelstellingen staan niet ter discussie, wel de manier waarop we die willen bereiken en de begeleiding van landbouwers die er vanwege de overheid tegenover staat”, vertelt minister Joke Schauvliege. Zij engageert zich om, samen met haar administraties en ondersteund door een onderzoeksinstituut als ILVO, enkele zaken uit te spitten. “Voor erosie gaf ik al de opdracht tot een vervroegde evaluatie. Terreincontroles zullen de onterecht als erosiegevoelig aangeduide percelen eruit halen. Meer in het algemeen geldt dat we oplossingen zoeken voor tekortkomingen aan theoretische modellen. De zoekzones voor Europees belangrijke natuur gaan we verfijnen en dat zal zoals voorzien voor de zomer al gebeuren. Vanwege hun ammoniakemissie getroffen veehouders gaat de Vlaamse overheid individueel begeleiden. Het flankerend beleid voor de rode bedrijven kreeg voor 2015 een budget van tien miljoen euro.”

Wat de kritiek op de regels voor groenbedekking betreft, heeft Schauvliege belangrijk nieuws. Tot voor kort werd gesteld dat een groenbedekker die aangemeld is als ecologisch aandachtsgebied niet geoogst, gemaaid of begraasd kan worden. Deze beperking was zowel vanuit landbouw- als milieustandpunt niet geheel logisch. De minister is dan ook tevreden dat de Europese Commissie haar bevestigde dat ingezaaide groenbedekkers gemaaid mogen worden na afloop van de behoudperiode (meestal 15 februari). Dit maakt qua ruwvoedervoorziening een wezenlijk verschil uit voor rundveehouders die de groenbedekker in het voorjaar willen oogsten, zoals ze in het verleden altijd deden met raaigras na maïs. Landbouwers die op basis van deze nieuwe informatie bijkomende percelen met groenbedekkers of nateelten willen registreren, kunnen dit tot uiterlijk 1 juni doen door hun verzamelaanvraag te wijzigen. De overige voorwaarden wijzigen niet, zoals de uiterste inzaaidata en het feit dat een groenbedekker moet bestaan uit een mengsel van minstens twee gewassen of uit gras dat ingezaaid werd onder het hoofdgewas.

Het mogen maaien en oogsten van de groenbedekker was één van de eisen van ABS en Boerenbond, maar hun eisenbundel bestond uit wel 30 concrete verzuchtingen omtrent de vijf hete hangijzers van 2015: natuurdoelstellingen, mestactieplan, vergroening, erosie en historisch permanent grasland. “Voor historisch permanent grasland beloofde de minister dat zij in haar voorstel aan de Vlaamse regering rekening zal houden met bedrijfseconomische aspecten”, informeert Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche zijn achterban in Boer&Tuinder. Hendrik Vandamme, voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat, preciseert dat vanuit ABS en Boerenbond bepleit werd om de kaart die de historisch permanente graslanden in de kustpolders afbakent “tot een minimum” te beperken. De Vlaamse overheid zou volgens Vandamme niet alleen moeten oordelen op basis van de definities in het Natuurdecreet maar zich ook moeten oriënteren op de EU-regels voor blijvend grasland. Daarmee wordt het graslandareaal op peil gehouden zonder een intensieve en rendabele uitbating onmogelijk te maken.

Omtrent de natuurdoelstellingen kregen de landbouworganisaties niet alleen te horen dat de zoekzones voor de zomer verkleind worden, maar ook dat de (vooral door ambtenaren bevolkte) overlegplatforms hervormd worden om ze efficiënter te maken en landbouw beter aan bod te laten komen. “Wij krijgen inspraak in de vernieuwde werkwijze”, vervolgt Vanthemsche, “en er komt een werkgroep op het kabinet om het bestaande significantiekader te evalueren. Daaruit zal moeten blijken of er rechtszekere alternatieven bestaan voor een programmatische aanpak stikstof (PAS) voor de oranje bedrijven. Wij wachten ook met ongeduld op een PAS voor de andere sectoren van onze economie. De Vlaamse land- en tuinbouw mag niet als enige opdraaien voor de natuurdoelstellingen!”. Volgens Vandamme is elk ‘rood’ bedrijf in dit dossier er één te veel zodat de minister er alles moet aan doen om getroffen bedrijven nog een toekomstperspectief te geven.

Hendrik Vandamme bespreekt vervolgens het erosiebeleid dat ook ter sprake kwam: “Als landbouworganisaties vinden we het belangrijk dat de expertengroep die belast is met de evaluatie van de nieuwe erosiemaatregelen niet alleen uit ambtenaren bestaat. De minister zou de expertise op het terrein, meer bepaald van gemeentelijke erosiecoördinatoren en lokale landbouwers, beter kunnen benutten. Het Departement Landbouw en Visserij lijkt ons bovendien beter geplaatst om dit dossier te coördineren, niet alleen omdat zij dichter bij de landbouwpraktijk staan maar ook omdat de luisterbereidheid bij de milieuadministratie niet groot is. We vragen om een meer praktijkgerichte benadering in het erosiebeleid.”

Toen het vijfde mestactieplan ter sprake kwam, bleek stalmest één van de grote discussiepunten. “De overheid promoot het verhogen van het organische stofgehalte met het oog op een vruchtbare en gezonde bodem maar tegelijk maakt zij het moeilijk om stalmest toe te dienen op percelen die door bemesting in het verleden of van nature rijkelijk voorzien zijn van fosfaat.” Vandamme alludeert op de voordeelregeling, waarbij slechts 50 procent van de via stalmest toegediende fosfaatdosis in rekening zou worden gebracht. Om het draagvlak voor MAP5 bij landbouwers te vergroten, hebben Vandamme en Vanthemsche bepleit om de bemestingsvrije zone tot waterlopen te beperken tot één meter in geval van precisiebemesting (rijenbemesting en drijfmestinjectie). Alleen wanneer mest breedwerpig wordt uitgereden of -gestrooid, zien zij het nut in van een bemestingsvrije strook van vijf meter langs een ingeschreven waterloop, zoals nu van toepassing is.

In elk dossier komt het erop neer dat de landbouworganisaties aandringen op een grondige evaluatie en bijsturing, “zodat milieumaatregelen geen onaanvaardbare impact hebben op de landbouwbedrijfsvoering”, om de woorden van Hendrik Vandamme te gebruiken. “Het is aan de minister en aan de Vlaamse regering om het vertrouwen van de landbouwsector te herstellen”, besluit Piet Vanthemsche. Het rondetafelgesprek van dinsdag ziet hij als een eerste stap. “Wij hebben akte genomen van de goede intenties van de minister, maar met goede intenties en begrip kopen onze boeren niets.” Eind juni, uiterlijk begin juli wordt een stand van zaken opgemaakt, De landbouworganisaties zullen niet nalaten om tussentijds reeds te vragen naar de evolutie in de verschillende dossiers.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek