Crisis verlamt investeringsbereidheid in landbouw niet

Sinds de hervorming van de investeringssteun die Vlaamse landbouwers genieten, worden de dossiers in blokken per kwartaal goedgekeurd. Volksvertegenwoordiger Francesco Vanderjeugd (Open Vld) informeert zich ieder kwartaal bij minister Schauvliege over de stand van zaken bij het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). In het vierde kwartaal van 2015 hadden de meeste steunaanvragen betrekking op investeringen in onroerende goederen (loods, stalinrichting, silo, mestopslag, enz.) en machines, energiebesparing, automatisatie, bovenwettelijk dierenwelzijn en reductie van luchtemissies. In heel 2015 werden 1.431 steunaanvragen ontvankelijk verklaard. Deze aanvragen worden nog op het terrein aan de VLIF-voorwaarden getoetst. De betrokken landbouwers beschikken dus over een ‘toegangsticket’ voor investeringssteun maar niemand heeft op vandaag de subsidie van 15 of 30 procent reeds verworven.
21 februari 2016  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:26
Lees meer over:

Sinds de hervorming van de investeringssteun die Vlaamse landbouwers genieten, worden de dossiers in blokken per kwartaal goedgekeurd. Volksvertegenwoordiger Francesco Vanderjeugd (Open Vld) informeert zich ieder kwartaal bij minister Schauvliege over de stand van zaken bij het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). In het vierde kwartaal van 2015 hadden de meeste steunaanvragen betrekking op investeringen in onroerende goederen (loods, stalinrichting, silo, mestopslag, enz.) en machines, energiebesparing, automatisatie, bovenwettelijk dierenwelzijn en reductie van luchtemissies. In heel 2015 werden 1.431 steunaanvragen ontvankelijk verklaard. Deze aanvragen worden nog op het terrein aan de VLIF-voorwaarden getoetst. De betrokken landbouwers beschikken dus over een ‘toegangsticket’ voor investeringssteun maar niemand heeft op vandaag de subsidie van 15 of 30 procent reeds verworven.

Hoewel de grote deelsectoren van de landbouw door een diep dal kruipen, is de investeringsbereidheid bij de boeren en tuinders niet weggevallen. In het vierde kwartaal van vorig jaar heeft het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) behoorlijk wat steunaanvragen ontvangen, 537 om precies te zijn. De implementatie van vernieuwingen op land- en tuinbouwbedrijven nam nog een hogere vlucht dan dat cijfer doet vermoeden. Achter de 537 aanvragen gaan namelijk meer dan 3.000 investeringslijnen schuil. Eén zo’n investeringslijn kan slaan op een grote, nieuwe loods maar evengoed op een bescheiden voederruif, koeborstel of spanriemen voor een sleufsilo.

Door de overheid werden 231 steunaanvragen, goed voor 1.546 investeringslijnen, voorgetrokken omdat het om een jonge landbouwer gaat die de investering zinnens is en inmiddels misschien uitgevoerd heeft. Wat de aard van de investeringen betreft, laten de meesten zich omschrijven als ‘structurele verbeteringen van het onroerend goed op een landbouwbedrijf’ en ‘roerende goederen die een minimale verduurzaming bewerkstelligen’. Beide termen dekken een brede lading. Onroerend mag je niet alleen begrijpen als een nieuwe stal of loods. Het kan ook gaan om een nieuwe kadaveropslag, een sanitair sas, een elektriciteitscabine, teeltgoten in een serre, een niet-verplaatsbare transportband, enz. De lijst is schier eindeloos.

Wat blijkbaar ook hoog op het verlanglijstje van Vlaamse boeren en tuinders staat, is een lager energieverbruik (367 investeringslijnen) en automatisatie (239 investeringslijnen) om het werk te verlichten. De totale investeringskost die voor subsidie in aanmerking kwam, bedroeg tijdens de laatste drie maanden van vorig jaar 104,5 miljoen euro. Zowel in het vierde als in het derde kwartaal van 2015 kwamen de meeste steunaanvragen uit West-Vlaanderen, de landbouwprovincie bij uitstek.

Vorig jaar werden in totaal 1.431 steunaanvragen ontvankelijk verklaard. De betrokken land- en tuinbouwers mogen er niet van uitgaan dat het maar een kwestie van tijd is vooral de overheidstussenkomst in de investering op hun bankrekening staat. Een ontvankelijke aanvraag moet eerst aan de VLIF-voorwaarden getoetst worden alvorens ze goedgekeurd kan worden. “Momenteel leggen we de laatste hand aan een nieuwe ICT-module voor de behandeling van aanvragen. Vanaf Pasen gaan onze medewerkers bij de landbouwers langs om de investering te verifiëren aan de subsidievoorwaarden”, verduidelijkt Luc Uytdewilligen, afdelingshoofd ‘Ondernemen en ontwikkelen’ bij het Departement Landbouw en Visserij.

In het antwoord van de minister op de schriftelijke vraag van Vlaams parlementslid Francesco Vanderjeugd is sprake van een ‘selectiebedrag’ voor de campagne 2015. Dat bedrag vermelden we met opzet niet in dit artikel omdat het irrelevant is voor de begunstigden van investeringssteun. Voor de landbouwadministratie en de beleidsmakers ligt dat anders, zij kennen wel graag het maximaal steunbedrag op basis van de geselecteerde investeringslijnen en het bijbehorende steunpercentage van 15 dan wel 30 procent.

Voor de Vlaamse land- en tuinbouwers telt alleen het bedrag dat daadwerkelijk overgeschreven wordt op hun rekening. En daarvoor is het nog te vroeg, maar de topman van VLIF stelt wel een inhaalbeweging in de behandeling van de steunaanvragen in het vooruitzicht. “De toekenning van de steun volgt na de controle ter plaatse. Tegen eind dit jaar zullen de meeste landbouwers met een ontvankelijke en geselecteerde aanvraag voor VLIF-steun uit 2015 weten of ze hun ‘toegangsticket’ kunnen verzilveren, op voorwaarde dat ze hun project volledig hebben uitgevoerd en een eindcontrole heeft kunnen plaatsvinden.” Uytdewilligen moet altijd met één oog het VLIF-budget in de gaten houden en daarom met twee woorden spreken, maar hij maakt zich sterk dat de historisch opgelopen achterstand in de behandeling van investeringsdossiers dit jaar grotendeels bijgebeend kan worden.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek