Das aan opmars bezig in Vlaanderen

Hoewel de precieze dassenpopulatie heel erg moeilijk te becijferen valt, stelt het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) vast dat het dier zich intussen over zowat heel Vlaanderen heeft verspreid. Belangrijk is daarom dat de overheid voldoende nadenkt over hoe het leefgebied kan beheerd worden en hoe er omgegaan moet worden met de schade die de dieren veroorzaken. Al benadrukt INBO wel dat de schade die de das aanricht niet te vergelijken valt met de ravage die everzwijnen aanrichten. 

Omdat de das een schuw dier is en zijn burcht liefst bouwt op afgelegen plaatsen is het voor wetenschappers ontzettend moeilijk om een goed beeld te krijgen van de totale Vlaamse dassenpopulatie. Op basis van de dassen die sneuvelen in het verkeer kan een minimumschatting worden gedaan, maar naar een concreet cijfer is het gissen. Toch stelt INBO vast dat het dier zich intussen zowat over heel Vlaanderen heeft verspreid, terwijl de das halfweg de jaren 80 enkel nog in Zuid-Limburg voorkwam.

De onderzoekers stelden met zekerheid vast dat de das niet alleen in elke Vlaamse provincie rondzwerft, maar er wellicht ook gevestigd is en er zich voortplant. “Deze analyse werpt een pertinent nieuw licht op de situatie van de das in Vlaanderen, gezien we er tot voor kort van uitgingen dat de soort enkel in zuidelijk Limburg als gevestigd kon beschouwd worden”, zo klinkt het. “Dat verwondert ons niet. De laatste jaren doet de das het, net als verschillende andere middelgrote roofdieren, behoorlijk goed in West-Europa.”

In Vlaanderen houdt INBO in de komende jaren rekening met een “geleidelijke en vleksgewijze rekolonisatie” van de das over zijn oorspronkelijk areaal in Vlaanderen. Omdat de das een “Vlaamse prioritaire soort” is, moet bekeken worden op welke manier de verdere groei van de soort en hun leefgebied beheerd moet worden, en hoe er eventueel omgegaan zal worden met de schadegevallen. Wat dat laatste betreft stipt INBO aan dat dassen in bepaalde omstandigheden schade kunnen veroorzaken via hun voedselkeuze of aan terreinen via hun graafactiviteiten.

De graafwerken van de das kunnen de stabiliteit van onder meer wegbermen in het gedrang brengen, maar ook voor grote huisdieren kunnen dassenburchten een risico betekenen omdat ze hun poten zouden kunnen breken op een dassenburcht. Om de potentiële schade in perspectief te plaatsen vergelijkt INBO de das met het everzwijn. “In gebieden waar beide aanwezig zijn wordt schade van dassen als verwaarloosbaar bevonden ten opzichte van schade door everzwijnen”, zo klinkt het. “Het gaat niet alleen over veel grotere oppervlaktes, maar ook meer veld-inwaarts.”

Lees het volledige rapport hier.