Dierlijke mest zorgt voor miljoenen transportkilometers

De Mestbank volgt de meststromen vanuit, naar en binnen Vlaanderen op. Het jaarrapport geeft een overzicht van de enorme hoeveelheden mest die getransporteerd worden. In 2016 werden er transportdocumenten afgeleverd voor 17,2 miljoen ton dierlijke en andere meststoffen, wat neerkomt op 860.000 tractor- of vrachtwagenritten met 20 ton mest in het laadruim. Landbouwers hebben zo’n document niet nodig voor de eigen mest die ze op eigen grond uitrijden. Naar schatting een derde van de totale mestproductie in Vlaanderen zou op die manier zijn weg naar het veld vinden. Dat niet-geregistreerd transport verloopt veelal over kleinere afstand.
11 januari 2018  – Laatste update 4 april 2020 15:38
Lees meer over:

De Mestbank volgt de meststromen vanuit, naar en binnen Vlaanderen op. Het jaarrapport geeft een overzicht van de enorme hoeveelheden mest die getransporteerd worden. In 2016 werden er transportdocumenten afgeleverd voor 17,2 miljoen ton dierlijke en andere meststoffen, wat neerkomt op 860.000 tractor- of vrachtwagenritten met 20 ton mest in het laadruim. Landbouwers hebben zo’n document niet nodig voor de eigen mest die ze op eigen grond uitrijden. Naar schatting een derde van de totale mestproductie in Vlaanderen zou op die manier zijn weg naar het veld vinden. Dat niet-geregistreerd transport verloopt veelal over kleinere afstand.

Standaard worden mesttransporten verricht door loonwerkers die erkend zijn als mestvoerder door de Mestbank. Bij elk transport hoort een mestafzetdocument. Door GPS-tracking kent de overheid de vul- en losplaats. Mest kan bijvoorbeeld ook verhandeld worden door middel van een burenregeling. Oorspronkelijk waren dit overeenkomsten tussen landbouwers die actief zijn in dezelfde of in buurgemeenten, maar sinds 2013 kunnen ook bepaalde transporten tussen landbouwers en mestverwerkingsinstallaties op deze manier uitgevoerd worden. Landbouwers die zelf of door een loonwerker eigen mest uitrijden op eigen landbouwgrond kunnen dit zonder transportdocument.

Van de 17,2 miljoen ton dierlijke en andere meststoffen die in 2016 getransporteerd én geregistreerd werd, is de grootste fractie (58%) afkomstig van landbouwers. Mestverwerkers tekenen voor 30 procent van de mesttransporten. Van de mest die landbouwers zelf vervoeren, gaat 60 procent naar andere landbouwers en 33 procent naar mestverwerkingsinstallaties. Een kleinere fractie (5%) werd getransporteerd naar afnemers buiten Vlaanderen. Hoewel Vlaanderen niet bepaald verlegen zit om mest wordt er nog 1,1 miljoen ton dierlijke mest ingevoerd, maar bij nader inzien is dat vooral bestemd voor verwerking.

Voor het geregistreerd vervoer van mest staat in twee derde van de gevallen – correcter, 67% van de getransporteerde hoeveelheid stikstof – een erkend mestvoerder in. De Mestbank ziet de laatste jaren de getransporteerde hoeveelheden stijgen, voornamelijk voor de mest die verhandeld wordt met een mestafzetdocument en een verzenddocument. Verzenddocumenten worden onder meer gebruikt voor het transport van de eindproducten van mestverwerkingsinstallaties naar afnemers buiten Vlaanderen.

De hoeveelheid mest die zonder registratie vervoerd wordt volgens de soepelere regeling ‘eigen mest op eigen grond’ tracht de Mestbank in te schatten door het verschil te berekenen tussen de Vlaamse mestproductie en de mestafvoer met transportdocumenten. In 2016 voerden veehouders in totaal 77,5 miljoen kg stikstof en 39,8 miljoen kg fosfaat af met geregistreerde transportdocumenten. Breng je dit in mindering van de dierlijke mestproductie in 2016 (126,7 miljoen kg N en 60,5 miljoen kg P205), dan kom je uit op 49,2 miljoen kg stikstof en 20,7 miljoen kg fosfaat eigen mest die op eigen grond wordt gebruikt.

Globaal vertegenwoordigt het gebruik van eigen mest op eigen grond 39 procent van de stikstofproductie en 34 procent van de fosfaatproductie. De Mestbank merkt op dat rundveemest grotendeels op het eigen bedrijf wordt aangewend, terwijl dit slechts voor een beperkte fractie van de varkensmestproductie in Vlaanderen het geval is. Naast de 39 procent dierlijke stikstofproductie die boeren op hun eigen percelen aanwenden, komt er 32 procent terecht op de grond van collega’s. De resterende 29 procent van de mest gaat naar het buitenland, al dan niet in verwerkte vorm, en een deeltje daarvan komt in de lucht terecht omdat de stikstof vervluchtigt.

Meer info: Mestrapport 2017

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek