"Duurzamer plattelandsbeleid, minder hectaresteun"

Het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) moet meer gericht zijn op plattelandsontwikkeling en minder op het ondersteunen van de landbouw via directe inkomenssteun op basis van bedrijfsomvang. Dat staat te lezen in een strategisch advies van het European Political Strategy Centre (EPSC), de denktank van de Europese Commissie. Minder steun voor de zogenaamde geïndustrialiseerde landbouw, maar meer voor het sluiten van kringlopen en de leefbaarheid van het platteland. Mens, milieu en economie moeten met elkaar in evenwicht zijn.
11 augustus 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:36
Lees meer over:

Het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) moet meer gericht zijn op plattelandsontwikkeling en minder op het ondersteunen van de landbouw via directe inkomenssteun op basis van bedrijfsomvang. Dat staat te lezen in een strategisch advies van het European Political Strategy Centre (EPSC), de denktank van de Europese Commissie. Minder steun voor de zogenaamde geïndustrialiseerde landbouw, maar meer voor het sluiten van kringlopen en de leefbaarheid van het platteland. Mens, milieu en economie moeten met elkaar in evenwicht zijn.

Door er mee voor te zorgen dat er in Centraal-Europa al 70 jaar niet meer gevochten wordt, creëert Europa de perfecte context voor duurzame ontwikkeling. Maar omdat intussen duidelijk is dat de recepten voor ontwikkeling uit het verleden de draagkracht van onze planeet ruimschoots overschrijden, moet Europa volop inzetten op een inclusief, sociaal-economisch model. Voor landbouw betekent dat een geloofwaardige focus op duurzaamheid en extra ondersteuning voor plattelandsontwikkeling in plaats van de huidige hectaresteun.

Het advies is opgesteld onder leiding van Karl Falkenberg, voormalig directeur-generaal van de Europese milieucommissie en nu één van de belangrijkste adviseurs van het kabinet-Juncker. De auteurs stellen vast dat er 12 miljoen boeren zijn in Europa en het gemiddelde bedrijfsareaal 12 hectare bedraagt. 70 procent is kleiner dan 5 hectare. Op een groot deel van al die boerderijen ligt het bedrijfsinkomen relatief laag, bij een klein aantal boeren ligt het inkomen erg hoog. Het is met andere woorden een sector met veel ongelijkheden.

De productiegroei die het GLB mogelijk maakte heeft ook een donkere keerzijde, aldus de paper: het aantal boeren en de werkgelegenheid in de landbouw neemt af, en de druk op het milieu is in al die jaren enorm gestegen. Toch gaat het gros van de GLB-subsidies nog steeds naar vooral grootschalige bedrijven, waardoor de sociale ongelijkheid vergroot en ook de milieuproblemen niet opgelost geraken. “Het GLB bevindt zich nochtans op het kruispunt van alles wat ons in leven houdt”, aldus de auteurs, “en is dus het instrument bij uitstek om al deze problemen aan te pakken.”

Hoe moet het beleid er dan wel uitzien? Het moet vooral aandacht hebben voor de grote variëteit aan bedrijven, vanuit een inclusief standpunt. Meer automatisatie hoeft daarbij niet persé de leidraad te zijn, ook voor een meer arbeidsintensieve landbouw is er een plaats als die gekoppeld wordt aan het bijpassende economische model. Heel wat consumenten hebben een overduidelijke voorkeur voor lokale producten, zo weten de auteurs, en voor producten die met respect voor het milieu worden geteeld. Dat bijvoorbeeld Frankrijk uitdrukkelijk agro-ecologische principes integreert in zijn landbouwwetgeving is toe te juichen, zo klinkt het. 

Lees de volledige paper hier.

In samenwerking met: Boerderij

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek