EEA: "Extremer weer niet meer tegen te houden"

De komende decennia zullen heel wat Europese landen de impact van de klimaatverandering nog heviger gaan voelen dan vandaag het geval is. Langere periodes van extreme droogte, tot 35 procent meer regen, grootschalige bosbranden en de stijging van de zeespiegel zullen een aantal regio’s in Europa zwaar treffen. “Zelfs als we morgen geen broeikasgassen meer uitstoten, zullen extreme weersomstandigheden blijven voorkomen. Klimaatadaptatie wordt dus een noodzaak”, zegt het Europees Milieuagentschap (EEA).
11 februari 2020  – Laatste update 14 september 2020 14:53

De komende decennia zullen heel wat Europese landen de impact van de klimaatverandering nog heviger gaan voelen dan vandaag het geval is. Langere periodes van extreme droogte, tot 35 procent meer regen, grootschalige bosbranden en de stijging van de zeespiegel zullen een aantal regio’s in Europa zwaar treffen. “Zelfs als we morgen geen broeikasgassen meer uitstoten, zullen extreme weersomstandigheden blijven voorkomen. Klimaatadaptatie wordt dus een noodzaak”, zegt het Europees Milieuagentschap (EEA).

Elke vijf jaar publiceert het agentschap een uitgebreid rapport over de staat en de vooruitzichten van het milieu in Europa. Het zogenaamde SOER 2020-rapport concludeert onder meer dat Europa zijn doelstellingen voor 2030 niet zal halen als er “de komende tien jaar niet dringend actie wordt ondernomen om het alarmerende tempo van het biodiversiteitsverlies, de toenemende effecten van de klimaatverandering en het overmatig gebruik van natuurlijke hulpbronnen aan te pakken”.

Als allesomvattend overzicht van de situatie in Europa in verband met het milieu en klimaat was SOER 2020 één van de rapporten waarop de Europese Commissie zich baseerde voor de opstelling van de Green Deal. Het Europees Milieuagentschap noemt de Green Deal dan ook “een veelbelovende start voor het kritische decennium dat voor ons ligt”. “Het stippelt een gemeenschappelijke en coherente visie uit over de aanpak van de klimaatverandering voor een volledig continent. Op dat vlak is het ongezien”, zei de Belg Hans Bruyninckx, directeur van EEA, over de Green Deal.

Toch vreest het agentschap dat extremere weersomstandigheden niet meer zijn tegen te houden. “Zelfs als we vanaf vandaag nog 0,0 gram CO2 uitstoten, kunnen we er niet aan ontsnappen. Volgens sommige modellen zal de zeespiegel zelfs dan nog 40 tot 60 centimeter stijgen. Maar met de juiste maatregelen kunnen we de effecten van de klimaatverandering wel verminderen”, zegt Wouter Vanneuville, expert klimaatadaptatie bij het EEA, in Het Laatste Nieuws. Daarnaast is ook klimaatadaptatie een belangrijke voorwaarde om met deze veranderingen om te gaan.

Bestaande studies wijzen er onder meer op dat de frequentie, de duur en de hevigheid van droogteperiodes in het grootste deel van Europa zal toenemen. Vooral voor Zuid-Europa zullen de gevolgen groot zijn, terwijl Noord-Europa wellicht minder te lijden zal hebben onder droogte. Dit zal leiden tot een grote competitie tussen de verschillende gebruikers van water: landbouw, industrie, toerisme en huishoudens.

Andere delen van Europa zullen dan weer sterk geconfronteerd worden met hevige regenval en overstromingen. In de grootste delen van Europa zou er tegen het eind van de 21ste eeuw 35 procent meer regen vallen in de herfst en de winter.

De stijging van de zeespiegel zal vooral de kustregio’s parten spelen. In combinatie met stormvloed zullen de kustregio’s de komende decennia veel meer te maken krijgen met overstromingen. Dit zal ecosystemen, infrastructuur en mensenlevens in de kustregio’s bedreigen. De ernst van de impact zal afhankelijk zijn van de manier waarop deze regio’s erin slagen hun kusten te beschermen. Maar volgens het rapport zijn ook stedelijke gebieden in gevaar. In Nederland, Duitsland, België en Noord-Italië liggen heel wat steden die door deze kustoverstromingen kunnen getroffen worden.

De ernst van de impact zal volgens het Milieuagentschap bepaald worden door de manier waarop we erin slagen om onze uitstoot van broeikasgassen te verlagen, maar ook hoe we ons kunnen aanpassen aan de klimaatverandering. In dat kader pleit Wouter Vanneuville voor een adaptatieagenda. “Zo is ons land bij de slechtste leerlingen in Europa als het over betonverharding gaat. Als er in korte tijd veel neerslag valt, raakt het water niet weg en zit je met gigantisch veel schade die je niet op voorhand kan voorspellen. Die verharding aanpakken, kan de impact van die overvloedige regen temperen”, klinkt het.

In dat kader komt er ook zware kritiek op de federale regering die volgens De Standaard een klimaatstrategie voor 2050 klaar heeft zonder becijferde doelstelling. “Anders dan Europa vraagt, bevat het plan geen algemene ambitie voor 2050. Hooguit is het een opsomming van de plannen van de Vlaamse, Waalse en Brusselse regeringen”, klinkt het. In de ontwerptekst zou staan dat het federale niveau wenst samen te werken met de gewestelijke entiteiten en hen te ondersteunen bij hun transitie naar een klimaatneutrale maatschappij. Critici menen nochtans dat de federale overheid met de fiscaliteit, de spoorwegen en de windmolens op zee eigen troeven in handen heeft.

Federaal energieminister Marie Christine Marghem (MR) spreekt die beweringen tegen. “In tegenstelling tot wat in de pers staat, bevat het document wel degelijk een nationale doelstelling", zegt zij. Concreet gaat het om een vermindering van 85 à 87 procent in de uitstoot van broeikasgassen, wat volgens Marghem overeenkomt met de som van de doelstellingen van de verschillende gewesten.

Dat cijfer is wel enkel van toepassing op de zogenaamde niet-ETS-sectoren zoals transport, gebouwen of landbouw. Voor de ETS-sectoren - zware industrie zoals verbrandingsinstallaties, olieraffinaderijen of ijzer- en staalfabrikanten - geldt sinds 2013 een overkoepelende Europese doelstelling, en dus bestaat daar geen becijferde doelstelling voor op niveau van de verschillende lidstaten. De ETS-sectoren zijn verantwoordelijk voor ongeveer 40 procent van de Europese uitstoot.

“Het federale niveau wil de klimaatambities samen met de gewesten vorm geven”, benadrukt Marghem, "zoals dat ook in het kader van het nationaal energie-en klimaatplan 2021-2030 is gebeurd". Dat plan werd eind vorig jaar ingediend bij de Europese Commissie. Dat de documenten voor het klimaatplan 2050 nu al worden verspreid, vindt Marghem "betreurenswaardig". "Die methode dient om de interfederale onderhandelingen te vergiftigen en om ons land te beschadigen op het de internationale scène."

Bron: Eigen verslaggeving/De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek