Elke bijkomende verslechtering van natuur is probleem

Hoewel advocaat en wetenschapper Hendrik Schoukens (UGent) zich beperkte tot artikel 6 van de habitatrichtlijn, laat zijn uiteenzetting op de studiedag van de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht zich niet in één artikel samenballen. Dit verslag pikt in bij lid 2 van artikel 6, het vaak vergeten verslechteringsverbod. Het verplicht lidstaten om maatregelen te nemen zodat de Europees beschermde natuur (Natura 2000) op hun grondgebied niet verder achteruitgaat. “Het Europees Hof van Justitie interpreteert dit als een resultaatsverbintenis”, weet Schoukens. “Als monitoring uitwijst dat de toestand van de natuur verslechtert, dan komen lidstaten niet weg met te zeggen dat ze hun best hebben gedaan.”
25 februari 2016  – Laatste update 4 april 2020 15:26
Lees meer over:

Hoewel advocaat en wetenschapper Hendrik Schoukens (UGent) zich beperkte tot artikel 6 van de habitatrichtlijn, laat zijn uiteenzetting op de studiedag van de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht zich niet in één artikel samenballen. Dit verslag pikt in bij lid 2 van artikel 6, het vaak vergeten verslechteringsverbod. Het verplicht lidstaten om maatregelen te nemen zodat de Europees beschermde natuur (Natura 2000) op hun grondgebied niet verder achteruitgaat. “Het Europees Hof van Justitie interpreteert dit als een resultaatsverbintenis”, weet Schoukens. “Als monitoring uitwijst dat de toestand van de natuur verslechtert, dan komen lidstaten niet weg met te zeggen dat ze hun best hebben gedaan.”

De Europese habitatrichtlijn is via de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie een belangrijk toetsingskader gebleken voor de manier waarop lidstaten de atmosferische stikstofdepositie aanpakken als die een hypotheek legt op waardevolle natuur. In lid 1 van artikel 6 worden lidstaten verplicht tot het herstel en behoud van een gunstige staat van instandhouding van de natuur op hun grondgebied die bescherming geniet via het Natura 2000-netwerk. Lid 2 bepaalt dat lidstaten moeten voorkomen dat de natuur verder aftakelt. Argumenteren dat het in het verleden is scheef gelopen met het vergunningenbeleid geeft advocaat Hendrik Schoukens weinig kans op slagen. “Je kan dat proberen, maar het Hof van Justitie stelt in bepaalde arresten dat je dan maar moet saneren om bijkomende natuurdegradatie te vermijden.”

Met de problematisch hoge stikstofdepositie in Vlaamse natuurgebieden in het achterhoofd vraagt Schoukens zich af of elke (minieme) verslechtering uit den boze is. Het Europees Hof van Justitie heeft zich daar nog niet finaal over uitgesproken, maar lijkt enige marge te laten. Een vergelijkbare vraag was aan de orde in een recente uitspraak over de Kaderrichtlijn Waterrichtlijn. Toen benaderde het hof een soortgelijke bepaling met de nodige redelijkheid. “Maar”, zo benadrukt Schoukens, “het hof zei ook dat elke bijkomende verslechtering problematisch kan zijn als de uitgangssituatie reeds belabberd is.” Pas je die redenering toe op de zwaar met stikstof beladen Vlaamse natuurgebieden, dan lijkt de manoeuvreerruimte voor het beleid beperkt.

Artikel 6, lid 2 heeft volgens Schoukens een grote draagwijdte omdat het niet beperkt wordt tot nieuwe projecten. Elke activiteit die problematisch kan zijn voor een habitat botst op het verslechteringsverbod: nieuwe en bestaande activiteiten, vergunningsplichtige en andere activiteiten, enz. Schoukens: “Een lidstaat kan bepaalde activiteiten (bv. veehouderij) niet algemeen vrijstellen van de stand-still-bepaling. En als na het verstrekken van een vergunning aan een project blijkt dat de nabijgelegen natuur daardoor verslechtert, dan is de overheid verplicht om de vergunningsvoorwaarden te wijzigen of zo nodig de ontwikkelruimte te beperken.”

Hoe weinig ruimte er voor economische overwegingen is in lid 2 van artikel 6 van de habitatrichtlijn werd aan Spanje duidelijk gemaakt door het Europees Hof van Justitie. Het Hof boog zich over lokale mijnbouw die al jaren plaatsvond in Natura 2000-gebied. Spanje gaf toe dat de natuur er verslechterde maar verweerde zich door op het economisch belang van de mijn te wijzen. Het antwoord van de rechters luidde dat je met economische overwegingen niet kan afwijken van het verslechteringsverbod, tenzij je ze kan inkleden als dwingende redenen van groot algemeen belang maar dat vergt een strikte motivering. Ook Italië, dat een tikkeltje gemakzuchtig besloot om een natuurgebied zijn beschermde status af te nemen gelet op de slechte kwaliteit van de daar aanwezige natuur, kreeg te horen dat zoiets enkel kan wanneer het gebied ecologisch gezien zijn rol niet meer kan vervullen in het Natura 2000-netwerk, en dat ondanks alle inspanningen op vlak van natuurbeheer.

Hou VILT.be in de gaten voor meer juridisch inzicht in dit dossier.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek