FAVV eist 24 miljoen euro voor schade dioxinecrisis

Bijna twintig jaar na de dioxinecrisis is er voor de Gentse correctionele rechtbank opnieuw gepleit in de zaak van de afhandeling van de schadevergoedingen. Het federaal Voedselagentschap FAVV eist 24 miljoen euro van onder meer vetsmelters Verkest. Ook een reeks veevoederfabrikanten vraagt zware schadevergoedingen. De Belgische staat en het Vlaams gewest, die eerder tot 400 miljoen euro vergoeding wilden, hebben zich geen burgerlijke partij in de zaak gesteld.
8 mei 2018  – Laatste update 14 september 2020 14:45
Lees meer over:

Bijna twintig jaar na de dioxinecrisis is er voor de Gentse correctionele rechtbank opnieuw gepleit in de zaak van de afhandeling van de schadevergoedingen. Het federaal Voedselagentschap FAVV eist 24 miljoen euro van onder meer vetsmelters Verkest. Ook een reeks veevoederfabrikanten vraagt zware schadevergoedingen. De Belgische staat en het Vlaams gewest, die eerder tot 400 miljoen euro vergoeding wilden, hebben zich geen burgerlijke partij in de zaak gesteld.

Voor de correctionele rechtbank van Gent werd gepleit in een proces dat teruggrijpt naar een voedselschandaal uit een ver verleden, de dioxinecrisis die losbrak in de lente van 1999 en twee ministers deed opstappen. Negentien jaar later buigt de strafrechter zich over de burgerlijke belangen en de schadeclaims tegen de veroordeelde spelers in het dioxineverhaal: vader en zoon Verkest van de gelijknamige vetsmelter en het echtpaar Thill van het toenmalige Waalse bedrijf Fogra.

Eind jaren 90 waren kankerverwekkende dioxines in de voedselketen terechtgekomen. Fogra had met giftige pcb's besmette vetstoffen geleverd aan de firma Verkest. Terwijl Verkest zogezegd gesmolten dierlijk vet leverde aan mengvoederbedrijven, ging het in werkelijkheid om een mengsel van dierlijk en technisch vet. Door de dioxinecrisis werden zeven miljoen kippen en 60.000 varkens preventief geslacht en vernietigd. Bijna 2.000 landbouwbedrijven werden maandenlang geblokkeerd.

Jan en Lucien Verkest werden later schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte, het gebruik van valse stukken en bedrog in koopwaar. Op burgerlijk gebied deed de Gentse correctionele rechtbank in 2013 uitspraak. De rechtbank had vetsmelter Verkest veroordeeld tot het betalen van meer dan een miljoen euro aan schadevergoedingen voor benadeelden van de dioxinecrisis. Over de schadevergoeding voor de andere partijen werd toen nog geen uitspraak gedaan.

Toen het strafproces startte tegen Verkest en co in 2008, werd aangenomen dat de dioxinecrisis 400 miljoen euro schade zou hebben veroorzaakt. De Belgische Staat wou toen 236.291.451,53 euro schadevergoeding claimen en het Vlaamse gewest 149.241.000 euro, maar in 2013 bleek dat ze daarvoor nog geen verzoekschrift hadden ingediend. Momenteel stellen alleen het Voedselagentschap en verschillende veevoederbedrijven zich voor de rechtbank.

Het FAVV eist in totaal 24,1 miljoen euro, waarvan 16 miljoen euro voor operationele kosten. "Het gaat onder meer om de personeelskosten die gemaakt werden door de acute dioxinecrisis. Er werden extra aanwervingen gedaan en de kosten daarvan zijn aangetoond. Het is wel niet makkelijk om na al die jaren alle schade aan te tonen, waardoor we de aanstelling van een deskundige vragen", pleitten de advocaten van het Voedselagentschap.

De verschillende veevoederbedrijven eisen samen een bedrag van meer dan tien miljoen euro. "De wereld stond op zijn kop in de sector", stelde de advocaat van veevoederbedrijf De Brabandere uit Wingene, die twee miljoen euro vordert. "We hebben een hele reeks kosten gedaan en klanten verloren. Het bedrijf kreeg geen steun van de overheid, want ons bedrijf werd niet beschouwd als een landbouwbedrijf."

Andere bedrijven willen ook een vergoeding voor imagoschade en omzetverlies. Eén veevoederfabrikant vroeg een nieuwe aanstelling van een deskundige. "Het verslag dateert van goed 20 jaar geleden en moet geactualiseerd worden. De mensen die het toen gedaan hebben, zijn nu al op gevorderde leeftijd. Ik laat het aan de rechtbank over welke deskundige moet aangesteld worden."

De verdediging van Verkest en Fogra stelt dat de eisen tot schadevergoeding onontvankelijk zijn. Het Voedselagentschap, dat in 2000 opgericht werd als gevolg van de dioxinecrisis, zou niet bevoegd om technische redenen. "Het is bovendien niet ernstig dat ze na 20 jaar 'de culot' hebben om een deskundige te vragen om de schade te begroten, nadat ze daar al die jaren tijd voor gehad hebben", klonk het. De correctionele rechtbank heeft de zaak in behandeling genomen. De uitspraak wordt verwacht op 11 september.

Bron: Belga/De Tijd

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek