Fedagrim stelt landbouwpact voor leefbare landbouw voor

Met een landbouwpact met tien concrete actiepunten wil Fedagrim een aanzet geven om de Belgische landbouw opnieuw fair en leefbaar te maken. “Het is vijf voor twaalf voor onze landbouw. Boeren hebben het moeilijk om te overleven. Met ons pact doen we een oproep naar alle organisaties die in de landbouw actief zijn, ook die in de toeleverende en afnemende industrie, en naar de overheid om de handen in elkaar te slaan en samen werk te maken van een toekomst voor onze Belgische landbouw”, zegt Fedagrim-voorzitter Johan Colpaert op de tweede Staten-Generaal van de Landbouw.
10 november 2017  – Laatste update 4 april 2020 15:37
Lees meer over:

Met een landbouwpact met tien concrete actiepunten wil Fedagrim een aanzet geven om de Belgische landbouw opnieuw fair en leefbaar te maken. “Het is vijf voor twaalf voor onze landbouw. Boeren hebben het moeilijk om te overleven. Met ons pact doen we een oproep naar alle organisaties die in de landbouw actief zijn, ook die in de toeleverende en afnemende industrie, en naar de overheid om de handen in elkaar te slaan en samen werk te maken van een toekomst voor onze Belgische landbouw”, zegt Fedagrim-voorzitter Johan Colpaert op de tweede Staten-Generaal van de Landbouw.

Vorig jaar riep Fedagrim, de federatie van toeleveranciers van machines, gebouwen en uitrusting voor de landbouw en organisator van landbouwbeurs Agribex, de brede landbouwsector een eerste keer samen om hen te confronteren met de visie van de landbouwers zelf over hun toekomst. Uit een enquête uitgevoerd in opdracht van Fedagrim bleek immers dat vier op tien landbouwers verwacht geen boer meer te zijn in 2026. Lage en onzekere prijzen en steeds strengere reglementering bleken de grootste struikelblokken te zijn voor landbouwers.

De federatie voelde zich aangesproken om met deze resultaten aan de slag te gaan. “We hebben enorm veel respect voor de inspanningen die onze landbouworganisaties leveren voor de land- en tuinbouw, maar uiteindelijk vertegenwoordigen zij slechts drie tot vier procent van de bevolking. Rond die landbouw hangt ook een hele keten die er alle belang bij heeft dat landbouwbedrijven een toekomst hebben”, zegt voorzitter Colpaert. “We kunnen allemaal handel drijven door en voor de landbouw. Maar we hebben te lang enkel toegekeken. Het wordt hoog tijd dat ook wij onze stem laten horen in dit debat.”

Na een eerste Staten-Generaal in november 2016, waarin Fedagrim de resultaten van haar enquête presenteerde en een oproep deed naar de brede landbouwsector om gezamenlijk stappen te ondernemen voor het behoud van de landbouw, organiseerde de federatie een tweede Staten-Generaal om haar ‘Landbouwpact voor een faire en leefbare landbouw’ voor te stellen. In dat pact staan tien actiepunten om een eigen landbouw en dus een eigen voedselproductie te behouden. “We leven momenteel alsof een eigen voedselproductie en voedselzekerheid een absolute evidentie is. Wel, dat is het niet en we kunnen het niet riskeren dat we afhankelijk worden van voedselimport”, stelt Colpaert.

Als eerste actiepunt vraagt Fedagrim dat er een prijzenobservatorium komt voor de landbouw dat transparant, gedetailleerd en in real-time in kaart brengt hoe de prijzen en de marges in de opeenvolgende schakels van producent tot consument tot stand komen. Colpaert erkent dat er al een prijzenobservatorium bestaat, maar hij ziet dit liever een andere invulling krijgen. “We hebben vandaag geen zicht op de margeverdeling. Door de toegevoegde waarde in iedere schakel af te zetten tegen de risico’s ervan, kan een faire afweging gemaakt worden die de landbouwgezinnen een leefbaar inkomen biedt.”

Daarnaast moet de consument gevoeliger worden gemaakt voor het landbouwerrisico en de kwaliteit van het landbouwproduct dat daarvoor geleverd wordt, meent Fedagrim. “Het landbouw- en voedselsysteem is vandaag opgezet ten voordele van de consument met lage, stabiele voedselprijzen. De consument is op die manier afgeschermd en heeft totaal geen zicht op de risico’s in de landbouw, zoals klimaatschommelingen en natuurrampen, en de inspanningen die de landbouw levert om alsnog kwaliteitsproducten af te leveren”, lichtte Guido Mangnus, bestuurder van Fedagrim, toe. “Als hij zich daarvan bewust is, kan de consument een geïnformeerde beslissing nemen.”

Als derde punt wil Fedagrim dat er meer promotie wordt gemaakt voor een Belgisch keurmerk dat onze landbouwproducten afzet tegen hun minderwaardige tegenhangers op de wereldmarkt. Op die manier moet een faire prijs voor de geleverde kwaliteit mogelijk worden. “Met een Belgisch keurmerk kunnen producten van hier (h)erkend worden. Via een doorgedreven positionering in de markt voor het collectief van alle Belgische landbouwproducten, kan er een faire prijs gevraagd worden die het risico voor de landbouwer vergoed en nog ruimte laat voor innovatie”, klinkt het. Volgens de federatie moeten we opnieuw trots zijn op wat er in België gepresteerd wordt.

Omdat de consument een tweeslachtig wezen is die als burger andere eisen stelt aan zijn producten dan als consument, moet in de prijs van verschillende landbouwproducten het kwaliteitsverschil van die producten zichtbaar gemaakt worden. “Daarom moet het productieproces meer in de kijker worden gezet”, aldus Mangnus. “Marketing is daarbij een belangrijke tool. In de communicatie en op de verpakking moet duidelijk worden op welk hoog niveau we nu al produceren.”

Een ander heikel punt waar Fedagrim een oplossing voor wil aanreiken, is de moeilijke toegang tot grond die landbouwers ondervinden. Een grondbank zou de druk op de grondprijs kunnen verlichten en de overdracht van gronden tussen landbouwers kunnen vergemakkelijken, meent de federatie. “Vandaag dekt geen enkele landbouwactiviteit de kostprijs van landbouwgrond”, zegt Benoit Strauven, eveneens bestuurder van Fedagrim. “Nochtans is het, naast een faire prijs, één van de cruciale sleutels om het voorbestaan van de sector te garanderen.”

Een centrale grondbank zou volgens Fedagrim de toegang tot landbouwgrond kunnen vrijwaren, de financiële risico’s voor beginnende landbouwers verlagen en de overdracht tussen generaties vergemakkelijken. “Hoe meer gronden een grondbank bevat, hoe meer die op de prijs kan wegen en hoe beter de bank gronden kan toewijzen onder landbouwers na bijvoorbeeld een onteigening of een erfenis.

Als zesde actiepunt benadrukt Fedagrim het belang van een specifiek verzekeringsstelsel tegen inkomensverlies en een specifiek beleid voor armoedebestrijding bij landbouwers. “De risico’s die eigen zijn aan de landbouw vereisen een specifieke aanpak om het inkomen van hun gezinnen te beschermen. We roepen de beleidsmakers op om in samenspraak met private verzekeraars een gestandaardiseerde inkomensverzekering uit te werken. Daarbij moet gekeken worden naar ‘best practices’ uit andere landen: een minimaal gegarandeerd gezinsinkomen, spaarformules die rekening houden met magere en vette jaren en fiscale prikkels die recht doen aan het ondernemerschap in de landbouw”, legt Strauven uit.

Daarmee samenhangend moet er een fair pensioenstelsel komen voor landbouwers zodat zijn niet langer hun landbouwgrond hoeven te gebruiken als pensioenfonds. “Vandaag ligt de weg open voor grote industriële spelers en beleggers die gepensioneerde landbouwers een aanbod doen dat zij niet kunnen weigeren. Op die manier verdwijnt veel grond uit het bereik van jonge landbouwers”, klinkt het. Opnieuw kijkt Fedagrim naar de overheid en private financiële instellingen om spaarformules op te zetten die landbouwers toelaten om flexibeler een leefbaar pensioen bij elkaar te sparen.

De laatste drie actiepunten van het landbouwpact roepen beleidsmakers op om een omgeving te scheppen waarin de landbouw kan gedijen. “We eisen dat de overheid het beheer van de open ruimte waar landbouw en natuur samenkomen, als strategisch beschouwt. Klimaatdoelstellingen en het voedsel- en landbouwbeleid moeten opnieuw onder één beleidskoepel komen”, vertelt Strauven. Fedagrim verwacht meer coördinatie, meer harmonisatie van de regels en meer slagkracht wanneer de administratie van die beleidsdomeinen worden samengebracht.

Daarnaast wil men dat er ook werk wordt gemaakt van een positief investeringsklimaat. “Landbouwers zijn in de eerste plaats ondernemers, niet alleen producenten. Zij willen zich engageren om aan kwaliteitsnormen en duurzaamheidseisen te voldoen, maar dan verwachten zij wel een overheid die meedenkt over innovatie, over landbouwvriendelijke voorwaarden zoals flexibele afschrijvingen en over een fiscale wetgeving die hun ondernemerschap erkent en rekening houdt met landbouwspecifieke risico’s zoals het weer. Tot slot vraagt Fedagrim dat de Belgische overheden meer te wegen op het Europees niveau. “Er moet meer actie ondernomen worden om een ‘level playing field’ te creëren”, aldus nog de organisatie.

“We willen hiermee een steen in de kikkerpoel gooien. Zie dit landbouwpact als onze bijdrage om het debat te voeden”, concludeerde voorzitter Colpaert. “Vandaag gebeuren er al heel veel goede dingen, maar die vinden plaats in verspreide slagorde en boeten daardoor in aan impact. Wij willen als federatie onze verantwoordelijkheid nemen en hopen andere belangenbehartigers van de sector bereid te vinden om hierin mee te stappen zodat we onze boodschap als sector kunnen versterken en op die manier stappen vooruit kunnen zetten die alle landbouwers ten goede komen.” 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek