Files zijn oud zeer voor welzijn kippen op transport

De braadkippensector onderneemt actie om het aantal kippen dat het transport naar het slachthuis niet overleeft te reduceren. Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts wil de sector namelijk beter zien doen dan de circa 0,3 procent uitval die er nu is. Vakblad Pluimvee onderscheidt drie fasen: het vangen van de kippen in de stal; de kippen laden en transporteren; de verblijfstijd in het slachthuis. Het verblijf in de wachtzone kan kort blijven met een strakke aanvoerplanning die rekening houdt met de verkeersdrukte. Naar de overheid wordt gekeken om vrachtwagens vol kippen met de hulp van de politie uit de file te "evacueren" bij heel koude of warme temperaturen.

Alle geledingen van de braadkippenkolom hebben via hun sectororganisaties meegewerkt aan het actieplan dat het welzijn van kippen moet verbeteren in de laatste uren vooraleer ze geslacht worden. Het Algemeen Boerensyndicaat, Boerenbond en de Landsbond engageerden zich namens hun leden-braadkippenhouders tot het tijdig en correct informeren van de medewerker van het slachthuis die het transport plant. Die man of vrouw moet op de hoogte zijn van het juiste aantal kippen en hun gemiddelde gewicht. De planner bepaalt, in functie van de transportafstand en de voorspelde weersomstandigheden, de benodigde containers en de beladingsdichtheid. De braadkippenhouder maakt de laadinstructies over aan de vangploeg, en oefent toezicht op hen uit.

Professionele vangploegen beschikken over schriftelijk vastgelegde instructies. Minstens één op drie medewerkers van een vangploeg heeft een opleiding gevolgd. Voor occasionele helpers worden de vanginstructies schriftelijk vastgelegd en “voor gegeven” ondertekend door de braadkippenhouder. Zodra de plastic kratten vol kippen in containers op de vrachtwagen gezet worden, is de chauffeur verantwoordelijk voor het welzijn van de dieren. Hij of zij maakt zorgvuldig gebruik van afdekzeilen en ziet er samen met het slachthuis op toe dat de containers in goede staat van onderhoud zijn. Via een strakke doch op de verkeersdrukte afgestemde aanvoerplanning wordt de wachttijd van de kippen in het slachthuis beperkt. Het aanvoeren en slachten van kippen gebeurt zoveel mogelijk via het ‘first in – first out’-principe.

Indien bij aankomst in het slachthuis meer dan 1 procent van de kippen overleden is, onderzoekt de verantwoordelijke medewerker voor dierenwelzijn (animal welfare officer, nvdr.) de mogelijk oorzaken in het traject vanaf boerderij tot en met verblijf in de wachtzone van het slachthuis. Hiervan wordt een schriftelijk rapport bijgehouden, wat toelaat om terugkerende oorzaken te herkennen en verbetermaatregelen uit te werken.

Naar de toekomst toe wordt al nagedacht over het verder verbeteren van het welzijn van braadkippen. Zodra de Europese transportgids voor pluimvee beschikbaar is, zullen alle partijen de aanbevelingen uit die gids in België evalueren en waar mogelijk toepassen. Tot slot kijken de sectororganisaties ook naar de overheid om twee problemen op te lossen. Een vrachtwagen volgeladen met kippen zou zonder oponthoud zijn reisdoel moeten bereiken zodat de sector een afwijking op de rij- en rusttijden vraagt.

Een tweede maatregel die bepleit wordt, is het ontzetten uit de file bij extreme weersomstandigheden. In Nederland en Duitsland worden vrachtwagens met levend pluimvee bij erg warm of koud weer via de pechstrook uit de file gehaald. De transporteur kan daarvoor bellen naar een noodnummer bij de politie. Een voorbeeld dat tot navolging strekt volgens de pluimveesector.