Flashback 1999: dioxinecrisis ontwricht de veehouderij

In een terugblik op 20 jaar landbouwactualiteit naar aanleiding van het jubileum van VILT kunnen we niet om een aantal crisissen heen. De dioxinecrisis moet de ‘moeder van alle crisissen’ in de landbouw zijn. Eind mei 1999 raakte de besmetting van veevoeder door industrieel vet bekend, waarna de veehouderij daverde op zijn grondvesten. Veebedrijven worden geblokkeerd en de massale ruiming van dieren schokt de Belg. In de supermarkten zorgt dat voor een ongewoon beeld van lege rekken. De dioxinecrisis was behalve een sanitaire en economische ook een politieke crisis in volle verkiezingsperiode.
19 mei 2016  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:27
Lees meer over:

In een terugblik op 20 jaar landbouwactualiteit naar aanleiding van het jubileum van VILT kunnen we niet om een aantal crisissen heen. De dioxinecrisis moet de ‘moeder van alle crisissen’ in de landbouw zijn. Eind mei 1999 raakte de besmetting van veevoeder door industrieel vet bekend, waarna de veehouderij daverde op zijn grondvesten. Veebedrijven worden geblokkeerd en de massale ruiming van dieren schokt de Belg. In de supermarkten zorgt dat voor een ongewoon beeld van lege rekken. De dioxinecrisis was behalve een sanitaire en economische ook een politieke crisis in volle verkiezingsperiode.

In 1999 was het Belgische voedselveiligheidsapparaat niet bestand tegen de fraude door de vetsmelters Verkest. Zich goed bewust van de verontreiniging met PCB’s vermengden vader en zoon Verkest zwaar vervuilde transformatorolie met andere vetten om het te kunnen verkopen aan veevoederfabrikanten. Via een tiental fabrikanten kwam het vervuilde goedje terecht bij meer dan 2.000 veehouders in eigen land.

Dankzij het speurwerk van Jan Van Ginderachter, werkzaam bij een West-Vlaams veevoederbedrijf, kwam de oorzaak van de onverklaarbaar hoge sterfte bij pluimvee aan het licht. De ministeries van landbouw en volksgezondheid werden in april op de hoogte gebracht van de dioxinebesmetting. Het zou nog meer dan een maand duren voor de feiten aan de grote klok worden gehangen. In volle verkiezingsperiode probeerde de overheid het potje gedekt te houden, maar VRT zette het hele land in rep en roer met zijn nieuwsuitzending van 27 mei 1999.

In de weken die daarop volgden, domineerden de beelden van ruimingen van veebedrijven het nieuws. In snel tempo werden zeven miljoen kippen en 60.000 varkens vernietigd zodat hun vlees of eieren niet op de markt zouden komen. Door de tussenkomst van Europa werden in eerste instantie bijna 17.000 veebedrijven tijdelijk op non-actief gezet. Circa 2.000 landbouwbedrijven met pluimvee, varkens of runderen werden maandenlang geblokkeerd. De aanvoer van vlees naar de handel werd stilgelegd, duizenden tonnen vlees werden vernietigd en grote hoeveelheden kip en zuivel werden preventief uit de winkelrekken genomen. Op alle voedingswaren bereid met eieren rustte plots een taboe. Korte tijd werd de consument geconfronteerd met lege winkelrekken.

Toenmalig minister van Volksgezondheid Marcel Colla schortte de export van kippen en eieren op. Als gevolg van de dioxinecrisis lag de Belgische landbouwexport op apegapen. De daling was het grootst bij dierlijke producten (-31%) maar het imago van ons land was dermate besmeurd dat tuinbouwproducten in de klappen deelden (-21%). Sommige landen gingen heel ver in hun invoerbeperkingen, wellicht uit verdoken protectionisme. Zo weigerde een Duitse winkelketen Belgische aardbeien en bedankte Thailand voor Belgisch bier.

De dioxinecrisis werd een dioxineschandaal omdat de verantwoordelijke ministers de omvang van het probleem stil probeerden te houden. Dat kostte de ministers Pinxten (landbouw) en Colla (volksgezondheid) hun ambt. Een drietal weken na het uitlekken van de dioxinecrisis werden er in ons land verkiezingen georganiseerd. Regeringspartijen CVP en SP leden grote verliezen. De grote winnaars waren Agalev en Guy Verhofstadt (VLD), die handig gebruikmaakte van de crisis om de CVP buitenspel te zetten. Na de verkiezingen zou hij leiding geven aan een paars-groene regering. Het was de eerste Belgische regering zonder christendemocraten in 40 jaar tijd.

De dioxinecrisis bracht het zo al niet te beste imago van de landbouw een zware slag toe. De imagostudie die VILT in 2002 uitvoerde, wees op een snelle kentering in de jaren daarna. Door de crisis is een onnoemelijk groot leed berokkend aan boerengezinnen, zonder daarmee het dierenleed te willen minimaliseren. Toch droeg de dioxinecrisis ook iets goed in zich, namelijk de oprichting van het Voedselagentschap in 2000. Pijnlijk duidelijk was de tot dan gebrekkige coördinatie tussen de controlediensten van de voedselketen. De regering Verhofstadt reageerde daarop met de oprichting van het Voedselagentschap, conform de aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie. Autocontrole door de operatoren in de voedselketen en traceerbaarheid doorheen gans de keten zouden de speerpunten worden van het FAVV.

Een parlementaire onderzoekscommissie schreef een lijvig rapport over de dioxinecrisis en degenen die daar politiek voor verantwoordelijk waren. Tijdens de crisis was er één onbekende factor die er voor heeft kunnen zorgen dat het probleem onbeheersbaar groot werd, namelijk de mate waarin de dioxines terug te vinden zijn in de melk, het vlees en de eieren van dieren die besmet voeder kregen. In plaats van wetenschappers daaromtrent te raadplegen, koos de regering voor staalnames. Op de resultaten was het bijna een maand wachten, een periode waarin tonnen voedingswaren vernietigd werden en ontelbaar veel dieren geruimd.

Andere pijnpunten die de onderzoekscommissie aanraakt, zijn: de meldplicht van dierenartsen die indertijd onvoldoende bekend was, de nood aan een traceringssysteem dat de hele voedselketen overspant, het belang van bekwame in plaats van politiek benoemde topambtenaren, enz. Zeker is dat zowel de volledige voedselketen als het beleid hun lessen trokken uit de dioxinecrisis. Wie schijnbaar niet slimmer werd, is vetsmelter en boosdoener Verkest. Vader en zoon Verkest namen een procedurepleiter als advocaat onder de arm en zijn consequent tegen elke uitspraak in beroep gegaan. Ongeveer tien jaar na de dioxinecrisis moest de correctionele rechtbank hen op de vingers tikken voor de onvergunde opslag van beendermeel.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek