Geert Bourgeois wordt voor één dag tomatenkweker

Minister-president Geert Bourgeois (N-VA) liep een dag mee in de sporen van de West-Vlaamse tomatenkweker Henk Vandevelde. Hij deed dat op uitnodiging van Boerenbond, die de hele zomer lang stages organiseert voor verschillende Vlaamse politici. "Politici nemen dikwijls beslissingen over landbouwdossiers, maar ze kennen de sector niet altijd goed”, legt Georges Van Keerberghen, ondervoorzitter van Boerenbond, uit. We vinden het belangrijk dat politici de dagelijkse praktijk komen voelen, ontdekken en bekijken." De minister-president stak ook zelf de handen uit de mouwen en was onder de indruk van enkele moderne technieken. "Dit innovatief tuinbouwbedrijf is een voorloper op veel vlakken", besloot hij.

Boerenbond wil politici de kans bieden om op de bedrijfsvloer te ervaren hoe de Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven dagelijks functioneren en wat hun uitdagingen zijn. Een paar weken geleden trok Bart Dochy (CD&V) naar een vleesveebedrijf en woensdag werd minister-president Geert Bourgeois verwacht op het bedrijf van tomatenteler Henk Vandevelde in Zedelgem. "Ik had aan Boerenbond gezegd dat ik een innovatief bedrijf wou leren kennen”, vertelt Geert Bourgeois. “Ik ben dan ook erg blij om hier een dagje mee te lopen en allerlei moderne technieken te ontdekken.”

Henk startte zijn tomatenbedrijf in 1986 en in 2003 was hij een van de eerste tuinders om een warmtekrachtkoppeling (wkk) te installeren. Het klimaat en de watergift op het bedrijf verloopt ook volledig computergestuurd. Daarnaast is Henk voorzitter van Tomabel, het keurmerk van kwaliteitsgroenten en-fruit, waarvan de producten worden afgezet via de REO Veiling. “Ik was verrast dat 70 procent van de Vlaamse tomaten wordt uitgevoerd, ook naar Zuid-Europese landen als Spanje en Italië. Zij willen blijkbaar ook onze tomaten”, zei Geert Bourgeois bij het begin van zijn bezoek.

De minister-president vroeg de tomatenteler naar zijn belangrijkste zorg. Henk noemde meteen de hoge energiekosten. De wkk op zijn bedrijf zet gas om in energie, warmte en CO2 voor de planten. “We proberen zo energie-efficiënt mogelijk te werken, maar het blijft moeilijk om concurrentieel te blijven met de zuiderse landen”, vertelt Henk. “Ook vergunningen voor bedrijven die willen uitbreiden en nieuwe serres willen bouwen zijn heel moeilijk te krijgen”, formuleerde Henk zijn tweede bezorgdheid. Hij noemde ook het verhogen van de consumptie een uitdaging. “We moeten de consument nog meer bewust maken dat we gezonde, kwaliteitsvolle groenten telen. Tot slot is er het big data-verhaal. De uitwisseling van gegevens tussen teler, veilingen en supermarkten moet nog beter verlopen. Zo kunnen we inspelen op de wensen van de consument.”

Voor minister-president was het vooral boeiend om de evolutie van ‘traditioneel landbouwer’ naar digitaal ondernemerschap te zien, waarbij in de tuinbouw onder meer wordt ingezet op dataverzameling, warmtekrachtkoppeling (wkk), circulair watergebruik en belichting. “Landbouw blijft een zeer belangrijke sector. Hij bevoorraadt ook een hele sterke Vlaamse agrovoedingssector, die veel exporteert, wat uiteraard goed is voor de tewerkstelling. We proberen steeds nieuwe afzetmarkten te zoeken. Zo werken we nu volop op India om daar Vlaamse tomaten binnen te krijgen.”

Hét onderwerp deze zomer, de droogte, kwam natuurlijk ook aan bod. Boerenbond zet syndicale druk op de Vlaamse regering om die als ramp te laten erkennen. Geert Bourgeois antwoordt afwachtend: "Als het KMI dit erkent als een uitzonderlijke droogteperiode en afhankelijk van het totale schadebedrag dat ingebracht wordt, dan kan inderdaad de droogte als een ramp erkend worden, maar belangrijker lijkt me om het droogteprobleem - dat in mijn ogen gaat terugkeren - op te vangen. Dit vooruitziend bedrijf doet dit. Hier is een zeer groot waterreservoir en ondanks de grote droogte en het enorme waterverbruik hier, heeft dit bedrijf toch geen watertekort gehad.”

“We beschikken inderdaad over een groot waterreservoir”, legt teler Henk uit. “Het water dat de planten niet gebruiken, belandt in kelders en wordt ’s nachts ontsmet, zodat het de volgende dag opnieuw gebruikt kan worden.” Minister-president Bourgeois vond dit tekenend voor het innovatieve tuinbouwbedrijf, dat hij ‘een voorloper op veel vlakken’ noemde. “Deze goede tuinbouwpraktijken zijn een deel van de oplossing voor watertekorten bij droogte. Iedereen – ook de consument – moet zuiniger omgaan met water. We moeten werk maken van betere opvang van water, het meer laten infiltreren in de bodem en het probleem structureel aanpakken. Zeker in West-Vlaanderen, een waterarme provincie. Mijn collega Joke Schauvliege, Vlaams minister van Landbouw, is daar volop mee bezig.”

Of er een landbouwer in hem schuilt, daar was de minister-president niet echt zeker van. “Als kind ben ik vaak boontjes gaan plukken en heb ik veel meegewerkt met mijn grootvader op het veld. Er schuilt niet echt land- en tuinbouwer in mij, maar het was een heel aangename en leerrijke kennismaking”, besloot hij. Later deze zomer gaan ook de federale ministers Alexander De Croo, Koen Geens en Zuhal Demir en hun Vlaamse collega’s Joke Schauvliege, Philippe Muyters en Jo Vandeurzen nog aan het werk als stagiair in de landbouw.

De fotoreportage van de zomerstages kan je hier bekijken.