Inagro test recyclagemeststoffen met hightech bemester

In de zoektocht naar een duurzaam alternatief voor kunstmest testen onderzoekers van Inagro diverse organische en gerecycleerde meststoffen. Een speciaal daarvoor ontwikkelde proefveldbemester maakt complexe bemestingsproeven mogelijk. De hoogtechnologische machine, aangeschaft met steun uit het Interreg-project ReNu2Farm, kan door de combinatie van twee pompsystemen zowel overweg met laag als hoog geconcentreerde meststoffen. Als onderzoek kan aantonen dat er gerecycleerde meststoffen (o.a. eindproducten van mestverwerking en vergisting) zijn die even goed presteren als de in handel verkrijgbare kunstmeststoffen, dan zet dat de deur open voor een erkenning als kunstmest. Daardoor zou het gebruik sterk kunnen toenemen want nu is de concurrentie te groot met goedkope ruwe dierlijke mest.
7 juni 2019  – Laatste update 14 september 2020 14:50
Lees meer over:

In de zoektocht naar een duurzaam alternatief voor kunstmest testen onderzoekers van Inagro diverse organische en gerecycleerde meststoffen. Een speciaal daarvoor ontwikkelde proefveldbemester maakt complexe bemestingsproeven mogelijk. De hoogtechnologische machine, aangeschaft met steun uit het Interreg-project ReNu2Farm, kan door de combinatie van twee pompsystemen zowel overweg met laag als hoog geconcentreerde meststoffen. Als onderzoek kan aantonen dat er gerecycleerde meststoffen (o.a. eindproducten van mestverwerking en vergisting) zijn die even goed presteren als de in handel verkrijgbare kunstmeststoffen, dan zet dat de deur open voor een erkenning als kunstmest. Daardoor zou het gebruik sterk kunnen toenemen want nu is de concurrentie te groot met goedkope ruwe dierlijke mest.

Het project ReNu2Farm van Interreg North-West Europe heeft als doel om kunstmest gedeeltelijk te vervangen door gerecycleerde meststoffen. Een belangrijke voorwaarde is dat die nieuwe meststoffen even performant (o.a. bemestingswaarde en snelheid van vrijkomen van de nutriënten) en veilig zijn als kunstmest. Bovendien willen de deelnemende landbouwonderzoeksinstellingen uit zes EU-lidstaten, waaronder Inagro en Universiteit Gent, de producten optimaal afstemmen op de wensen en de noden van landbouwers. Dat kan verschillend zijn naargelang de regio.

Dit voorjaar startte Inagro met de aanleg van een meerjarige bemestingsproef om de ‘groene kunstmeststoffen’ op hun waarde te beproeven. In de drie jaar durende veldproef nemen de onderzoekers volgende parameters onder de loep: de bemestingswaarde, de effecten op de teelt en op de bodemvruchtbaarheid, het aanwezige bodemleven en de verliezen van nutriënten naar het milieu. Technisch gezien is die veldproef een huzarenstukje. Om de effecten van de natuurlijke variabiliteit in de bodem op te vangen, worden verschillende bemestingen willekeurig over het perceel herhaald. Hierbij mag de injecteur elk veldje maar één keer berijden, zoals het in de praktijk ook zou gebeuren.

Aangezien het proefveld opgedeeld wordt in meer dan 100 kleine veldjes voor voldoende herhalingen met de verschillende types meststoffen en doseringen, klopten de onderzoekers van Inagro bij een machinebouwer aan met de vraag om een machine op maat te ontwikkelen. De proefveldbemester is zo ontworpen dat hij voldoende licht en wendbaar is voor de aanleg van kleine proefvelden. “Om de aanleg van de proef zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij de gangbare bemestingswijze, is de machine een combinatie van twee bestaande bemestingstechnieken”, legt expert Tim Bockstael (Inagro) uit.

Hij verduidelijkt dat de bemester over twee pompsystemen beschikt: enerzijds een vacuümpompsysteem dat instaat voor de toediening van grote volumes laag geconcentreerde meststoffen, en anderzijds een slangenpompsysteem dat het mogelijk maakt om met dezelfde bemester ook hoog geconcentreerde meststoffen toe te dienen. Naast controleveldjes die klassiek of helemaal niet bemest worden, zullen een zestal producten in verschillende doseringen worden uitgetest. Digestaat en de dunne fractie daarvan zijn net als varkensurine voorbeelden van meststoffen die klassiek met een drijfmesttank op de velden worden gebracht. Voor de ammoniumsulfaat afkomstig van een chemische luchtwasser en de ammoniumnitraat van een mestverwerker grijpt een landbouwer naar zijn spuittoestel, maar Inagro kan al die producten nu met één en hetzelfde toestel toedienen. “Producten die je normaal gezien om veiligheidsredenen niet mag mengen, kunnen we ook samen toedienen”, aldus Bockstael.

Het project ReNu2Farm loopt tot 2020 en heeft behalve in onze regio ook onderzoekspartners in Duitsland, Ierland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland. Meststoffenrecyclage door het opwaarderen van dierlijke mest, voedselreststromen en rioolslib zou op termijn 6 procent van het kunstmestgebruik in deze landen kunnen vervangen. Naast de kwaliteitseisen aan die meststoffen worden ook de marktvoorwaarden en wettelijke obstakels bestudeerd want het idee is dat de nutriëntenmobiliteit tussen landen en regio’s moet vergroten. Waar Nederland, Vlaanderen en Bretagne door hun veehouderij rijk voorzien zijn van dierlijke mest, zijn er andere regio’s (Wallonië, Noord-Frankrijk en het oosten van Engeland) waar akkerbouwers kunstmest aankopen bij gebrek aan alternatieven.

Bekijk hier een filmpje van de Inagro-proefveldbemester in werking.

Beeld: Inagro

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek