"Kans om primaire en verwerkende sector te verbinden"

Vlaams volksvertegenwoordiger en burgemeester van de West-Vlaamse landbouwgemeente Ledegem Bart Dochy (CD&V) ziet in de droogte een kans om de verhouding tussen de primaire en verwerkende sector op punt te stellen. “Meer dan ooit is het duidelijk dat de weersomstandigheden niet alleen een probleem zijn voor de primaire producent, zeg maar de land- en tuinbouwer”, zegt Bart Dochy. “Ook de verwerkende sector is in deze extreme omstandigheden kwetsbaar. Moet de land- en tuinbouw niet samen met de verwerkende sector een toekomstgericht plan uitwerken?”

De Vlaamse land- en tuinbouw kreunt onder de droogte en de hitte. De opbrengst van groenten, aardappelen en groenvoeder zal in elk geval een heel stuk lager liggen dan in een normaal jaar. “Niemand twijfelt eraan dat deze weersomstandigheden uitzonderlijk zijn”, reageert Vlaams volksvertegenwoordiger Bart Dochy (CD&V). “En niemand twijfelt eraan dat ook het KMI deze droge zomer als uitzonderlijk zal bestempelen. Dit legt de weg open voor een erkenning als landbouwramp”, gaat hij verder. Volgens Dochy niet meer dan terecht nu niet alleen de individuele land- en tuinbouwers met een groot probleem zitten, maar ook de voedingsindustrie aan de alarmbel trekt.

Niet enkel landbouwers werken met contracten, ook de verwerkende sector verkopen de vastgelegde volumes na verwerking door, meestal ook met een afzetcontract. “Zowel land- en tuinbouwers als verwerkende sector hebben echter belang bij een duurzame toekomstgerichte relatie”, vindt Bart Dochy. “Zou het niet nu het moment zijn om de verhouding primaire en verwerkende sector op punt te stellen? Moet de land- en tuinbouw niet samen met de verwerkende sector een toekomstgericht plan uitwerken? Een plan waarbij deze beide essentiële schakels in de voedingssector elkaar vinden en samenwerken om een leefbare toekomst te verankeren. Het gaat over vele ondernemers, veel tewerkstellingsplaatsen en vooral ook over kwalitatieve producten voor de consument.”

Bart Dochy, zelf burgemeester van de landbouwgemeente Ledegem, ziet nog redenen waarom het moment voor samenwerking is aangebroken. Eerst en vooral, het (landbouw)rampenfonds. “Iedereen in de sector weet hoe belangrijk het rampenfonds is. Maar iedereen beseft ook het systeem om jaar na jaar dergelijke rampenvergoedingen uit te betalen onhoudbaar is,” zegt hij. Hij heeft ook weinig vertrouwen in de brede weersverzekering, een mogelijk alternatief voor het landbouwrampenfonds. “Een oplossing zal moeten gevonden worden in een breder kader. Niet alleen vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, maar zeker ook via de relatie tussen land- en tuinbouw en verwerkende bedrijven.”

Daarnaast kan de samenwerking tussen de twee sectoren ook een meerwaarde betekenen op vlak van water. “Het beschikbaar hebben van water om ten gepaste tijde te besproeien wordt essentieel. Niet allen voor de opbrengst, maar zeker ook voor de kwaliteit van de producten. ARDO is het perfecte voorbeeld van hoe land- en tuinbouw en verwerkende industrie een meerwaarde betekenen voor elkaar.” Bart Dochy roept alle actoren in het veld op om de koppen bij elkaar te steken. “Het wordt een uitdaging om van deze droge periode een momentum te maken, maar we moeten nu de juiste keuzes en afspraken maken voor een duurzame toekomst.”