Kartelverbod lijkt Franse andijvietelers toch te nekken

De advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie heeft zijn conclusies overgemaakt aan het Hof in de rechtszaak van de Franse mededingingsautoriteit tegen een producentenorganisatie van andijvietelers. Die dateert al van 2007, maar het is nog altijd niet uitgeklaard of de beschuldiging van kartelvorming standhoudt. Een prejudiciële vraag over de draagwijdte van de uitzonderingen die PO's genieten op de mededingingsregels moet dat uitklaren. De advocaat-generaal geeft alvast aan dat de verenigbaarheid met de mededingingswetgeving onder meer afhankelijk is van de doelstellingen die in hoofde van een producentenorganisatie geformuleerd zijn. Twee of meerdere PO’s kunnen zich onderling niet permitteren wat binnen één PO toegelaten is en een minimumprijs afspreken die altijd en overal van toepassing is, blijkt in alle gevallen een brug te ver.
13 april 2017  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:39
Lees meer over:

De advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie heeft zijn conclusies overgemaakt aan het Hof in de rechtszaak van de Franse mededingingsautoriteit tegen een producentenorganisatie van andijvietelers. Die dateert al van 2007, maar het is nog altijd niet uitgeklaard of de beschuldiging van kartelvorming standhoudt. Een prejudiciële vraag over de draagwijdte van de uitzonderingen die PO's genieten op de mededingingsregels moet dat uitklaren. De advocaat-generaal geeft alvast aan dat de verenigbaarheid met de mededingingswetgeving onder meer afhankelijk is van de doelstellingen die in hoofde van een producentenorganisatie geformuleerd zijn. Twee of meerdere PO’s kunnen zich onderling niet permitteren wat binnen één PO toegelaten is en een minimumprijs afspreken die altijd en overal van toepassing is, blijkt in alle gevallen een brug te ver.

In Frankrijk geraken de rechtbanken er niet wijs uit of een producentenorganisatie van andijvietelers zich al dan niet schuldig heeft gemaakt aan kartelvorming. De Franse mededingingsautoriteit ontdekte in 2007 dat er in de sector prijs- en marktafspraken gemaakt werden en was daar bepaald niet mals voor. Het kwam andijvietelers die zich verenigden in producentenorganisaties en andere aanbieders van andijvie op een boete van bijna vier miljoen euro te staan. De telers vochten dit met succes aan voor de rechtbank in Parijs, waar ze zich verdedigden door te verwijzen naar de privileges die producentenorganisaties volgens de regels van het Europees landbouwbeleid genieten.

De mededingingsautoriteit ging evenwel in cassatie tegen de kwijtschelding van de boete. Het Franse Hof van Cassatie heeft om opheldering gevraagd aan het Europees Hof van Justitie. Vooraleer de EU-rechters zich uitspreken, maakt de advocaat-generaal zijn conclusies bekend wanneer een nieuwe rechtsvraag aan de orde is. Daarin klaart hij de algemene juridische principes uit, waarna de rechters zich in detail over de feiten van de zaak kunnen buigen. De conclusies van de advocaat-generaal zijn niet bindend maar in de praktijk worden ze in het arrest van het Hof van Justitie vaak opgevolgd.

De andijvietelers zijn al die tijd blijven volhouden dat hen geen schending van het mededingingsrecht aangewreven kan worden omdat Europa producentenorganisaties (PO’s) toelaat en zelfs opdraagt om de prijs van landbouwproducten te stabiliseren en het aanbod af te stemmen op de vraag. Advocaat-generaal Nils Wahl bevestigt dat PO’s naast andere taken als algemene doelstelling kunnen hebben om het aanbod op de vraag af te stemmen, de productiekosten te verminderen en de producentenprijs te stabiliseren. Producentenorganisaties en de unies daarvan spelen dan een beslissende rol bij het gezamenlijk aanbieden van de producten van de leden.

Gelet op de doelstellingen die het gemeenschappelijk landbouwbeleid formuleert voor producentenorganisaties ontsnappen ze aan het toepassingsgebied van de mededingingswetgeving bij de uitvoering van een aantal “strikt noodzakelijke acties voor het vervullen van hun doelstellingen”. Mededingingsverstorende afspraken kunnen dus getolereerd worden omdat ze uitgaan van een producentenorganisatie maar, zo voegt de advocaat-generaal er aan toe, dat veronderstelt dat de PO werkelijk de controle heeft over de verkoop van de landbouwproducten van de leden en in het bijzonder over hun verkoopprijs.

In zijn advies aan de rechters van het Hof van Justitie beperkt de advocaat-generaal de draagwijdte van de uitzondering als volgt: “Het is onvoldoende dat de geviseerde maatregel van de PO of de unie van PO’s op één of andere manier heeft bijgedragen tot het vervullen van de taken waarvoor de EU-wetgever hen heeft vrijgesteld van de mededingingswetgeving. Het kan alleen gaan om acties die daar specifiek verband mee houden. Ze moeten beslist zijn binnen een PO die werkelijk verantwoordelijk is voor het beheer van de productie en de verkoop.” Een producentenorganisatie die aanbodbeheersing en het tegen de beste prijs verkopen van de ledenproductie niet inschreef in zijn doelstellingen kan zich met andere woorden minder permitteren.

Waar prijs- en aanbodafspraken toelaatbaar kunnen zijn binnen één producentenorganisatie of één unie van producentenorganisaties blijven ze ook uit den boze als er een tweede of derde partij in het spel is. De advocaat-generaal stelt namelijk heel duidelijk dat prijs- en marktafspraken tussen twee of meer PO’s of unies van PO’s onderworpen zijn aan de mededingingswetgeving, en vanzelfsprekend ook de afspraken tussen een PO en een andere marktpartij. Zij worden geacht om als van elkaar onafhankelijke economische entiteiten te functioneren en kunnen dus niet straffeloos prijsafspraken maken, het aanbod drukken of commercieel gevoelige informatie uitwisselen.

Kijkt hij naar de vaststellingen die de Franse mededingingsautoriteit deed bij het vermeende kartel op de andijviemarkt, dan voegt de advocaat-generaal er nog aan toe dat een minimumprijs afspreken voor een landbouwproduct nooit ontsnapt aan de Europese mededingingsregels. Het maakt daarbij zelfs niet uit of dit nu tussen meerdere PO’s is afgesproken of binnen één producentenorganisatie. Over de prijs moet onderhandeld worden met de marktpartijen verderop in de keten. Een producentenorganisatie kan één prijs bedingen die op het volledige aanbod van de leden van toepassing is, weliswaar afhankelijk van de kwaliteit van het betrokken product en de verkoopperiode. Dat is echter iets anders dan een niet variabele minimumprijs hanteren.

Ook op het vlak van aanbodbeheersing ziet het er naar uit dat de Franse andijvietelers zich iets te veel gepermitteerd hebben. Het aanbod drukken in het kader van productieplanning om de prijs voor de telers te stabiliseren, kan ontsnappen aan het strenge toezicht van de mededingingsautoriteiten. In Frankrijk leek er echter meer aan de hand. Daar hebben verschillende (unies van) producentenorganisaties het op een akkoord gegooid om het aanbod op de volledige Franse andijviemarkt te controleren. Met het oog daarop hebben zij gedurende lange tijd de productie afgeremd. Ook is er gevoelige commerciële informatie uitgewisseld tussen meerdere (unies van) producentenorganisaties en andere concurrenten op de markt, wat op zijn beurt onderworpen is aan het kartelverbod.

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek