Klimaat vaart wel bij verbeteringen aan diervoeder

De Vlaamse regering heeft van alle economische sectoren die uitgesloten zijn van de handel in emissierechten een inspanning gevraagd om de doelstellingen van de klimaattop te bereiken. Landbouw is één van de sectoren die zijn broeikasgasuitstoot al fors heeft teruggedrongen en in de toekomst nog beter wil doen. In de aanloop naar de Vlaamse klimaattop heeft beroepsvereniging BEMEFA een engagementsverklaring voor de mengvoederindustrie opgesteld. BEMEFA geeft invulling aan het engagement door bijvoorbeeld voorop te stellen dat diervoeder zal bijdragen aan een kleinere uitscheiding van fosfor en eiwit via de mest. Verder moet het aandeel overzeese soja in diervoeder omlaag en het aandeel lokale nevenstromen omhoog.

Alle initiatieven die BEMEFA aankondigt ter gelegenheid van de Vlaamse klimaattop hebben als doel de circulaire economie bevorderen. Om aan te tonen dat de mengvoederindustrie net zoals de rest van de landbouwsector initiatieven neemt die positief uitpakken voor het klimaat schreef de beroepsvereniging aan een engagementsverklaring.

Op de website die gewijd is aan de klimaattop kan je de verklaring in detail terugvinden. Kort maar helder worden daarin de bestaande en nieuwe initiatieven opgesomd. Er bestaat zoiets als een laag-nutriëntenconvenant dat BEMEFA wil optimaliseren. Door het fosfor- en eiwitgehalte van diervoeder te optimaliseren (verlagen), verklein je namelijk de uitscheiding van deze stoffen via de mest van de dieren.

De soja in krachtvoeder heeft een slechte naam maar de mengvoederindustrie doet daar iets aan, enerzijds door de aankoop van gecertificeerde soja, anderzijds door het aandeel lokale en Europese eiwitten te verhogen zodat de afhankelijkheid van overzeese import verkleint. Dat kan de wederopstanding betekenen van oude gloriën zoals veldbonen en lupinen, maar veehouders kunnen ook simpelweg het eiwit dat in gras aanwezig is beter benutten. Als er soja uit de krachtvoedersamenstelling gaat, dan is dat ook een reden om te experimenteren met klimaatvriendelijke teelten zoals luzerne en een extra trigger om het aandeel nevenstromen uit de voedings- en biobrandstoffenindustrie te optimaliseren.

Met het Feed Design Lab heeft de mengvoederindustrie de onderzoeksinfrastructuur in huis om ondersteuning te kunnen bieden aan de zoektocht naar alternatieve grondstoffenbronnen voor diervoeder, denk bijvoorbeeld aan insecten die vermalen kunnen worden tot een eiwitrijke voedercomponent. Maatregelen hoeven niet altijd zo spectaculair te zijn om de milieu-impact te verkleinen. Door simpelweg het voeder anders samen te stellen en de rantsoenberekening optimaal te adviseren aan de veehouder, kunnen veevoederfabrieken al beter doen. Een trapje hoger is de zoektocht naar geschikte additieven in het veevoeder die de methaanemissie verkleinen bij de koe die het voeder verteert.

Gevraagd naar de eigen klimaatinspanningen noemt BEMEFA ook het meenemen van duurzaamheidsmaatregelen in de certificering van kwaliteits- en voedselveiligheidslabels. Tot slot belooft de beroepsvereniging om aan het rekenen te slaan, en van de CO2-voetafdruk van alle diervoederstromen een inschatting te maken. Daartoe wil BEMEFA een internationaal erkende methodologie vastleggen en een database uitbouwen waarin de emissies voor de verschillende diervoederstromen zijn opgenomen.