Koolstoflandbouw deel van oplossing watervraagstuk

Als we één iets geleerd hebben van de droogteperiodes van de afgelopen jaren, is het dat we in te toekomst anders zullen moeten omgaan met water. In De Standaard deelt Dirk Halet van Vlakwa zijn visie op het vraagstuk. Meer waterbuffers, zoals spaarbekkens, zijn volgens hem niet zo’n goed idee. Eén van de sleutels is inzetten op koolstoflandbouw waarbij koolstof wordt gecapteerd in de bodem. “De bodem moet voldoende organisch materiaal - koolstofverbindingen - bevatten om voldoende water vast te kunnen houden”, zegt hij.
23 juni 2020  – Laatste update 14 september 2020 14:55
Als we één iets geleerd hebben van de droogteperiodes van de afgelopen jaren, is het dat we in te toekomst anders zullen moeten omgaan met water. In De Standaard deelt Dirk Halet van Vlakwa zijn visie op het vraagstuk. Meer waterbuffers, zoals spaarbekkens, zijn volgens hem niet zo’n goed idee. Eén van de sleutels is inzetten op koolstoflandbouw waarbij koolstof wordt gecapteerd in de bodem. “De bodem moet voldoende organisch materiaal - koolstofverbindingen - bevatten om voldoende water vast te kunnen houden”, zegt hij.
Dirk Halet staat aan het hoofd van Vlakwa, het Vlaams Kenniscentrum Water. Vlakwa zag in 2010 het levenslicht en is vandaag onderdeel van Vito, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek. Het centrum werkt rond duurzaam watergebruik en brengt overheid, bedrijven, onderzoekers en burgers samen rond dat thema. In de Commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement van dinsdag was Halet één van de experts die aan bod kwam tijdens de hoorzitting rond de droogteproblematiek.
 
Hij vergelijkt het waterprobleem met een ijsberg. “Tot nu zagen we er alleen het topje van”, aldus Halet. “Is er schade aan de landbouwgewassen door de droogte, dan komt er een compensatiefonds. Maar een structurele oplossing blijft uit. Het is de hoogste tijd om ook naar de minder zichtbare lagen van de ijsberg te kijken.”
 
Eén van die minder zichtbare problemen is dat er door de droogte minder water door de waterlopen stroomt. “Dat verhoogt de concurrentie om water. Bedrijven gaan meer aan hergebruik doen. Maar in wat ze nadien lozen, worden de concentraties van schadelijke stoffen groter. Dat botst met de milieunormen die de overheid oplegt. Daarnaast verhoogt de zoutconcentratie in gebieden waar verzilting optreedt. Hetzelfde gaat op voor nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen of medicijnen die in het oppervlaktewater belanden. Kringlopen in stand houden zonder die toxische opstapeling is een stevige uitdaging.”
 
Botsende waterclaims
 
Veel sectoren, denk aan de chemie, energie en voeding, zijn afhankelijk van water. Ze gebruiken het om te koelen of voor industriële processen. “Ze rekenen bovendien op waterlopen voor transport per schip. Willen we in een mobiliteitstransitie meer binnenvaart en grotere schepen met meer diepgang, dan moet er voldoende water zijn”, zegt Halet. “Maar als je weet dat een kleine helft van het Vlaamse drinkwater uit het druk bevaren Albertkanaal komt, krijg je snel botsende waterclaims.”
 
Er zijn dus verschillende factoren die op elkaar inwerken. “Om uit de vicieuze cirkel te geraken, zullen alle betrokkenen uit hun koker moeten treden”, stelt hij. De Green Deal van de Europese Commissie kan hiervoor de nodige innovatie en hefbomen aanreiken.
 
Rol van de bodem
 
In Vlaanderen valt er per jaar 800 liter neerslag per vierkante meter. Een deel daarvan stroomt weg naar de zee en maar liefst 70 procent verdampt. Om daarvan een stuk te kunnen capteren ziet Halet een belangrijke rol weggelegd voor de bodem. “Om het met Louis De Jaeger (tuinexpert en oprichter van ByeByeGrass) te zeggen: ‘als water je geld is, is de bodem je kluis’. De bodem moet voldoende organisch materiaal - koolstofverbindingen - bevatten om voldoende water vast te kunnen houden. Die koolstof voorkomt ook erosie”, zegt hij.
 
Dat vergt een overgang naar een nieuw soort landbouw die meer gericht is op het vasthouden van koolstof uit de atmosfeer in de bodem en planten. In zo’n model zullen landbouwers vergoed worden voor de hoeveelheid koolstof die ze capteren. “Zo bouw je een toekomstperspectief voor de huidige landbouw, die in zijn streven naar productiviteit tegen zijn grenzen botst”, stelt Halet. “De huidige landbouwlogica die op maximale opbrengst mikt, is sowieso een doodlopende straat.”
 
De aanleg van waterbuffers vindt Halet een minder goed idee. Volgens hem zal het verbruik alleen maar stijgen als het aanbod aan water toeneemt. “Buffers aanleggen en niets doen om de vraag te beperken, is dweilen met de kraan open”, aldus Halet. “Iedere euro die je aan de aanbodzijde investeert, zou gepaard moeten gaan met een euro aan vraagzijde.”  Hij pleit eerder voor een slim netwerksysteem van alle regenwaterputten bij particulieren, Vlaanderen telt er zo’n anderhalf miljoen. Op die manier kan het gebruik aangepast worden aan de behoefte.
 
Tot slot hamert hij ook op meer “waterburgerzin”, een beter gemeenschappelijk begrip over water. Al is hij ervan bewust dat het een grote uitdaging is om de maatschappij zover te krijgen. Alle stakeholders die rond het thema water werken, hebben sinds kort een ‘arena’ opgericht. “Geen strijdperk, maar een plek waar frisse denkers nieuwe denksporen lanceren”, besluit Halet, die de werkzaamheden in goede banen leidt. Naast waterdeskundigen zitten er ook filosofen, historici en bedrijfsleiders in. Zelfs cartoonisten Kamagurka en Lectrr hebben zich ervoor geëngageerd. Een eerste pakket ideeën wordt verwacht in het najaar.

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek