"Landbouw kan dienen als klimaatbuffer"

Buitenkans, het e-zine van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), zoomt deze editie in op landbouw als klimaatbuffer. Vlaamse landbouwgrond moet soms plaats maken voor natuur. Dat extra groen is nodig om de biodiversiteit te beschermen en de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. “Nochtans hoeven klimaatmaatregelen en landbouw elkaar niet uit te sluiten”, reageert ILVO-onderzoeker Jeroen De Waegemaeker in Buitenkans. “In agrarische klimaatbuffers kunnen we voedselproductie en klimaatadaptatie combineren.”
21 juli 2019  – Laatste update 14 september 2020 14:50
Lees meer over:

Buitenkans, het e-zine van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), zoomt deze editie in op landbouw als klimaatbuffer. Vlaamse landbouwgrond moet soms plaats maken voor natuur. Dat extra groen is nodig om de biodiversiteit te beschermen en de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. “Nochtans hoeven klimaatmaatregelen en landbouw elkaar niet uit te sluiten”, reageert ILVO-onderzoeker Jeroen De Waegemaeker in Buitenkans. “In agrarische klimaatbuffers kunnen we voedselproductie en klimaatadaptatie combineren.”

De landbouw was de afgelopen jaren de eerste sector die actief aan klimaatadaptatie deed. Voor een succesvolle oogst kunnen landbouwers immers niet anders dan rekening houden met het weer en de klimaatverandering. “Landbouw kan echter ook op grotere schaal een rol spelen in klimaatadaptatie”, meent ILVO-onderzoeker Jeroen De Waegemaeker. “De klimaatverandering is al te ver gevorderd om ze nog helemaal ongedaan te kunnen maken. We zullen ons dus voor een stukje aan het veranderende klimaat moeten aanpassen. Daarvoor hebben we uitgebreide klimaatbuffers nodig, een landbouwgebied dat in nood extra bescherming biedt tegen de gevolgen van de klimaatverandering.”

Zo’n agrarische klimaatbuffer kan verschillende vormen aannemen. Bijvoorbeeld velden die bij noodweer een teveel aan regenwater kunnen bergen, of weiden met bomenrijen die tijdens een hittegolf wat koelte kunnen verschaffen. “De warmste delen van Brussel zijn vandaag het centrum en de 19de-eeuwse wijken rond het kanaal: de Ninoofsepoort, Molenbeek, Anderlecht …”, weet Jeroen De Waegemaeker. “In de buurt van het Zoniënwoud en het Terkamerenbos is het koeler. Nochtans liggen die warme wijken vlak tegen de landbouwzones van de Vlaamse Rand. Die ruimte zouden we op hete dagen als een extra groene long kunnen benutten.”

Het concept van een agrarische klimaatbuffer is voor Jeroen De Waegemaeker vooral een manier om een maatschappelijke discussie over landbouw aan te wakkeren. “Ongeveer de helft van het Belgische grondgebied wordt ingezet voor voedselproductie”, aldus de onderzoeker. “De landbouw vormt al eeuwen een onderdeel van onze identiteit. In plaats van die zomaar te schrappen, kunnen we beter functies combineren.” Grote ruimtelijke aanpassingen vragen natuurlijk veel overleg en denkwerk. Daar ziet Jeroen De Waegemaker een belangrijke rol weggelegd voor de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). “Ik hoop dat de VLM mee haar schouders blijft zetten onder het thema, zodat we binnen vijf jaar misschien een eerste typisch Vlaamse klimaatbuffer kunnen voorstellen.”

Meer weten? Lees het e-zine Buitenkans hier.

Bron: Buitenkans

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek