Lowtech innovaties helpen nieuwe teelten doorbreken

‘Onze boeren zijn in de ban van nieuwe teelten’, kopt Krant van West-Vlaanderen. Eén van de eersten die de stap richting iets nieuws durfde te zetten, was Hans Gheldof uit de Westhoek. Met een veld van 13 hectare is hij de grootste quinoateler van het land. De hoofdreden voor landbouwers om met een exotische teelt te starten, is volgens onderzoekscentrum Inagro de zoektocht naar iets meer rendabel. ILVO, Inagro en Proefcentrum Herent gaan daar specifiek voor quinoa de komende vier jaar bij helpen. Eén van de obstakels die overwonnen moet worden, is het ontbreken van naoogsttechnologie. “Met wat handigheid valt dat te verhelpen”, zegt teeltleider Wim Snyers, die op het Proefcentrum Herent een drooginstallatie in elkaar knutselde met een ventilator, vier houten witloofkratten en een drainagebuis. Een eerste test met pas geoogste en nog vochtige goudsbloemen was succesvol.
13 september 2019  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:51
Lees meer over:

‘Onze boeren zijn in de ban van nieuwe teelten’, kopt Krant van West-Vlaanderen. Eén van de eersten die de stap richting iets nieuws durfde te zetten, was Hans Gheldof uit de Westhoek. Met een veld van 13 hectare is hij de grootste quinoateler van het land. De hoofdreden voor landbouwers om met een exotische teelt te starten, is volgens onderzoekscentrum Inagro de zoektocht naar iets meer rendabel. ILVO, Inagro en Proefcentrum Herent gaan daar specifiek voor quinoa de komende vier jaar bij helpen. Eén van de obstakels die overwonnen moet worden, is het ontbreken van naoogsttechnologie. “Met wat handigheid valt dat te verhelpen”, zegt teeltleider Wim Snyers, die op het Proefcentrum Herent een drooginstallatie in elkaar knutselde met een ventilator, vier houten witloofkratten en een drainagebuis. Een eerste test met pas geoogste en nog vochtige goudsbloemen was succesvol.

Diep in de Westhoek groeit er 13 hectare quinoa, een exotisch gewas dat sinds enkele jaren sterk in de belangstelling staat. De interesse van de consument is gewekt door de nutritionele voordelen, die door foodies als Pascal Naessens beschreven werden. Dat genereerde op zijn beurt vraag vanuit de verwerkende industrie. Ook landbouwers zijn in voor een experiment. “De zoektocht naar producten die meer rendabel zijn, dat is voor veel landbouwers de hoofdreden om zich toe te leggen op een nieuwe teelt. En als ze al niet gestart zijn met een nieuwe teelt, dan houden ze zeker en vast wel de trends in de gaten.” Aan het woord is Bart Verhaeghen, woordvoerder van het West-Vlaamse onderzoekscentrum Inagro.

Krant van West-Vlaanderen sprak niet alleen met Bart Verhaeghen, maar ook met Hans Gheldof. Hij is één van de pioniers onder de landbouwers en is al aan zijn vijfde oogst quinoa toe. “Het was en is nog steeds een zoektocht. Zaaien en oogsten gebeurt met dezelfde machines als voor granen, alleen moeten we die iets anders instellen. De grootste kopbreker is dat quinoa niet gespoten mag worden tegen onkruid.” Bij nieuwe teelten zoals quinoa zijn er namelijk geen gewasbeschermingsmiddelen met een erkenning voor de teelt in kwestie. Voor conventionele telers als Gheldof is dit niet altijd eenvoudig. Op de vraag of hij eraan denkt om volledig naar quinoa over te stappen, antwoordt hij heel verstandig: “Je moet ook rekening houden met de afzetmarkt. We zaaien eigenlijk volgens de vraag. Na ons eerste jaar zijn we zelf op zoek gegaan naar afzet. Zo stapten we naar Colruyt, nog steeds onze grootste afnemer.”

Gheldof noemt met teelttechniek en afzet twee uitdagingen waar de pioniers bij het uitproberen van een nieuwe teelt tegenaan lopen. Dit najaar start het VLAIO-onderzoeksproject QUILO dat ILVO, Inagro en Proefcentrum Herent vier jaar de tijd geeft om dergelijke obstakels te overwinnen. Doel is om de baan vrij te maken voor rendabele quinoateelt in Vlaanderen. Daarvoor zijn ook innovaties nodig op het niveau van toelevering (zaaizaad), loonwerk (dorsen van quinoa) en bedrijven die kunnen instaan voor het drogen en opschonen van de oogst.

Typerend voor een nieuwe teelt is dat landbouwers, loonwerkers, toeleveranciers en afnemers enthousiast zijn, en tezelfdertijd voorzichtig om te investeren vanwege de vele onzekerheden. Vandaag zijn het vooral onderzoeksinstituten en een aantal pioniers onder de landbouwers die de eerste stap reeds gezet hebben door het telen van nieuwigheden als soja, quinoa en bataat (zoete aardappel, die reeds populair blijkt bij landbouwers).   “Een aantal uitdagingen waar wij als onderzoekscentrum nu tegenaan lopen – en die landbouwers bij het telen van nieuwe gewassen ook zullen ervaren –, zijn met wat handigheid op te lossen”, zegt Wim Snyers. Hij werkt als teeltleider op het Proefcentrum Herent dat in opdracht van de provincie Vlaams-Brabant onderzoek doet naar nieuwe teelten.

Snyers toonde zich een handige harry door in het kader van het Interreg-project ‘Growing a Green Future’ zelf een drooginstallatie in elkaar te knutselen. “Daarvoor waren vier houten witloofkratten met een inhoud van ongeveer 1 kubieke meter nodig, een ventilator en enkele meters hogedrukbuizen en drainagedarm. Zo’n drainagedarm dient normaal om de grond te ontvochtigen, maar de kleine gaatjes in de darm zijn ook geschikt om lucht door te blazen. In de kratten hangt een bigbag en een gaasdoek zodat de inhoud zich weer makkelijk laat ledigen.” De teeltleider van het Proefcentrum Herent schat dat de drooginstallatie hem een halve dag knutselwerk kostte. “En het kostenplaatje voor de onderdelen bedraagt zo’n 1.800 euro. Dat kan goedkoper, maar de dure hogedrukbuizen hebben als voordeel dat er kranen tussen passen zodat elke palox afzonderlijk van lucht bediend kan worden.”

Vooruitziend als een praktijkonderzoeker moet zijn, koos Wim Snyers voor afkoppelbare buizen. “Zo kan je de kratten in het veld zetten en er bij de oogst rechtstreeks in lossen met de maaidorser. Bovendien kan je de constructie op deze manier ook snel weer afbreken en compact opbergen in de maanden dat de drooginstallatie geen dienst doet.” Een eerste test met de installatie verliep tot grote tevredenheid. Daarvoor werd goudsbloem gebruikt, vers van de proefvelden. Snyers: “We experimenteren hier met de teelt van goudsbloem, waarbij eerst een achttal keer de goudsbloemen geplukt worden en vervolgens één keer het zaad gedorst wordt van de bloemen die afrijpen. Zowel de goudsbloemen als het goudsbloemzaad moeten gedroogd worden, en dat best zo snel mogelijk na de oogst om broei en schimmelvorming te voorkomen. In het verleden liep dat al een keer mis toen de goudsbloemoogst op transport naar Nederland moest voor droging.”

Met de zelfbouwdroger lukte het wonderwel. Het goudsbloemzaad bereikte na 24 uur het gewenste vochtgehalte, de meer volumineuze en vochtigere goudsbloemen na vier dagen. “Het resultaat bij de goudsbloemen lijkt voor 95 procent geslaagd. De drogestofbepaling in onze droogoven zal uitsluitsel geven”, zegt een tevreden teeltleider. “Voor de quinoa die hier ook geteeld wordt, volstaat passief drogen. De nabehandeling bij goudsbloem vraagt een grotere inspanning omdat het gewas groener geoogst wordt. Het blijft nieuwe bloemknoppen aanmaken terwijl quinoa afrijpt op de stengel. Eens droog genoeg na een passief dan wel actief droogproces kunnen zowel goudsbloem als quinoa opgezakt en bewaard worden. Hier gebeurt dat voor verder onderzoek, in de praktijk zal dat een landbouwer de tijd geven om zijn oogst te verkopen zonder dat hij hoeft te vrezen voor kwaliteitsverlies.”

Daarmee zijn deze en andere nieuwe teelten weer een stap vooruit. Gelet op het aantal lopende onderzoeksprojecten rond nieuwe teelten (quinoa, soja, bataat, enz.) mogen we ons aan meer verwachten. “In het geval van quinoa staan we voor andere grote uitdagingen dan het drogen van de oogst”, vertelt ILVO-onderzoeker Gerda Cnops. “Na-oogsttechnologie die hard nodig is maar ontbreekt in Vlaanderen, is een kleursorteerder om kleine hoeveelheden te verwerken. Daar kan een landbouwer geen eenvoudig alternatief voor in elkaar knutselen, terwijl verdere opschoning nodig is om een zuiver, veilig en verkoopbaar product te bekomen.”

Bron: eigen verslaggeving / Krant van West-Vlaanderen

Beeld: Proefcentrum Herent

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek